2Wel bedankt voor uw 3laatsten brief dien ik nog niet beantwoordde_ 4Wil heeft mij verteld dat U nog naar Nunen 5zijt geweest/ wat ik mij zoo erg goed kan begrijpen 6en reeds verlangend ben van U te hooren hoe 7U daar de dingen gevonden hebt en oude 8vrienden hebt bezocht.1 De tijd gaat snel voorbij/ al 9duren sommige dagen lang. En het was met 10veel belangstelling dat ik hoorde dat Wil in het 11hopitâl Wallon werkzaam is geweest.2 Het was 12eigentlijk mijn plan niet om reeds weer 13naar Parijs terug te gaan/ ik had er nog een jaar 14gebleven als niet de laatste keer ik niet wel was 15ik het bepaald gedeeltelijk moest toeschrijven aan 16den invloed die de ziekte van anderen op mij maakte_3 17Waarom ik besloot dat het tijd was te veranderen 18van omgeving/ wilde ik mijn betrekkelijke 19werkkracht en wat mij rest van gezond verstand 20behouden. Dat schreef ik nog heden aan Dr Peyron_ 21ik had er met hem woorden over gehad maar wij 22waren toch goed gescheiden en hij had Theo naar 23tijding van me gevraagd.4 Ik hield veel van 24hem en wederkeerig maakte hij een onderscheid 25in mijn voordeel tusschen mij en anderen van 26zijn patienten.
27En het is zoo dat als ik er ooit wilde terug 28komen ik er als bij vrienden zijn zoude.
29Doch het genoegen Theo terug te zien en kennis 30te maken met Jo die mij verstandig en hartelijk 31en eenvoudig voorkomt en met mijn nieuw 32naamgenootje/ en verder terug te zijn 33onder de schilders en weer verdiept in al de 34strijd en discussie en vooral arbeid in 35het wereldje op zich zelf van de schilders/ al 36die afleiding werkt naar ’t me voorkomt 37gunstig in zoover dat de symptomen van 38'de kwaal (die er als de thermometer van zijn) geheel verdwenen dezer dagen – 39ofschoon men naar ik leerde daar niet 40heel vast staat op mag maken.
41De dokter hier heeft mij veel sympathie 42betoond/ ik kan er aan huis komen zoo 43dikwijls ik wil en hij is goed op de hoogte 44van wat er onder de schilders dezer dagen 45behandeld wordt. Hij is zelf zeer zenuwachtig/ 46vooral denkelijk is dat er niet beter op geworden 47sedert den dood van zijne vrouw. Hij heeft 48twee kinderen/ een meisje van 19 en een 49jongen van 16.5 Hij zegt mij dat het 50werken nog t’beste is om in mijn geval 51er boven op te blijven.
52Nu/ in de laatste 14 dagen of 3 weken 53die ik te St Remy was heb ik nog gewerkt 54van s’morgens vroeg tot s’avonds zonder 55ophouden_ En ben maar een paar dagen 56te Parijs gebleven en hier dadelijk weer 57aan den gang gegaan.
58Theo wachtte me aan de spoor op en 59mijn eerste indruk was hij bleeker zag 60dan toen ik vertrok. Maar al pratende 61en toen ik hem t’huis aan den gang 62zag viel het mij mede – ofschoon hij hoestte6 – toch is het 63werkelijk waar hij er in dien tijd niet 64op achteruit ging. Al bleef ’t dus t’zelfde/ 65zou ik haast durven gelooven dat dit 66reeds wat gewonnen mag worden 67gerekend. En het volgend jaar hij 68eer sterker dan zwakker zal worden. 69Het is een geduldwerk/ zijn gestel en 70het leven in zijn omstandigheden.
71Enkele bijzonderheden hoorde ik van hen 72betreffende Cor. Als U schrijft groet 73hem regt hartelijk voor me en vertel 74hem eens ik weer terug ben. Ik zou 75hem wel schrijven maar het is een 76zoo heel ander vak/ het zijne en het 77mijne.7
78Theo’s vacantie nadert en dus zult U 79hen betrekkelijk spoedig terugzien.
1r:4 80Zij hebben plan ook een paar dagen 81naar hier te komen, want wij hebben 82elkaar maar weinig en kort en gehaast 83gezien.
84Het is hier ongelukkig duur in het dorp 85maar Gachet/ de dokter/ zegt me het 86in al de dorpen in den omtrek al mee net 87eender is en hij zelf er ook veel van 88te lijden heeft bij vroeger vergeleken. 89En in de eerste tijden dien ik nog in de 90buurt van een dokter dien ik ken te 91blijven. En hem kan ik in schilderijen 92betalen/ en een ander zou ik dat niet 93kunnen/ in geval er eens iets gebeurde 94dat ik zijn hulp noodig had.8
95Nu zeg ik U goeden dag want ik moet 96er op uit_ hopende U zelf en Wil in 97goede gezondheid deze zult ontvangen 98en in gedachten omhelsd.