2t’is voor t’eerst 3na 2 maanden ongesteldheid 4dat ik tot schrijven kom. Tot 5heden kon ik noch tot lezen van 6uw brieven noch tot schrijven komen 7en de dokter niet t’huis zijnde kan 8ik heden de brieven en een collis 9postal van U1 niet krijgen maar 10wil voorloopig niet uitstellen 11voor beiden regt hartelijk U te 12bedanken. Van harte hoop ik 13dat het U beiden goed gaat en ook 14bij Anna en Lies. Heden schreef 15ik aan Theo en zond hem een 16aantal schilderijen waarvan hij 17denkelijk U wel iets zal sturen. 18Zoo heb ik juist in den besten tijd van 19t’voorjaar niet kunnen werken, en 20dus voorspoedig gaat het niet.
21Maar wat zal een mensch er aan doen.2 22Alle verandering is geen verbetering 23maar ik verlang zeer hier weg te 24gaan/ het is moeielijk uit te houden 25wat men hier uitstaat.
26Ik ben bezig sedert een paar 27dagen aan t’schilderen van 28een grasveld in volle zon met 29geele paardebloemen.3 En terwijl 30ik op t’ergst ziek was heb ik toch nog 31geschilderd/ o.a_ een souvenir van 32Brabant/ hutten met mosdaken 33en beukenheggen op een herfstavond 34met een stormachtige lucht/ 35de zon rood ondergaande in rosse 36wolken.4 Ook een knollenveld met 37vrouwen die aan het groen plukken 38zijna in de sneeuw.5
39Ik heb Theo gevraagd om mij mijn 40oude teekeningen te sturen voor 41zoover hij ze nog heeft.
42Zijn er soms nog bij U van 43mijn oude studies en teekeningen.6 44Al zijn die op zich zelf niet goed dan 45kunnen zij me in herinnering brengen 46en gegevens zijn voor nieuw werk/ 47maar b.v. die U op heeft hangen 48heb ik niet noodig_ Veeleer zouden 49het krabbels zijn van figuren van 50de boeren. maar t’komt er niet 51zóó erg op aan dat U er lang naar 52moet zoeken.
59Toen ik hoorde dat mijn werk 60wat succes had en het bewuste 61artikel7 las heb ik dadelijk gevreesd 62dat het me opbreken zou – t’gaat 63bijna altijd zoo in t’schildersleven 64'dat het succes al mee t’ergste is_