3Bij al de brieven van
4broers en zusters mag morgen
5de mijne niet ontbreken
6om je veel goeds toetewenschen
1
7en ik doe het maar tege
-
8lijkertijd uit naam van
9je petekind die het zelf nog
10niet goed doen kan. Hij
11bekijkt wel altijd met heel
12veel belangstelling de
13schilderijen van Oom Vincent
14– vooral de bloeiende boom
15die boven ons bed hangt
2
16boeit hem erg – en dan ook
17de Rembrandt
/3 ofschoon ik
18er niet voor insta, dat
19het daar niet de gouden
20lijst is, die hem aantrekt
_
21Hij groeit gelukkig goed –
22we verlangen om hem
1v:2
23je eens te laten zien. Maar
24het is nog een heele
25kunst om vader en
26moeder te zijn – misschien
27is het omdat ik in dit
28ééne jaar zooveel dingen
29heb moeten leeren en
30ondervinden – want ik heb
31er andere menschen nooit
32zoo over hooren spreken
33– die kregen een kind en
34dan was alles in orde
35en ging ’t vanzelf – maar
36bij mij is ’t niet zoo. Wat
37me ’t meeste verbaasd is
38dat zoo’n klein kindje al
39zoo’n eigen persoonlijkheid
40heeft waarover je geheel
41machteloos staat. hij kan
42me soms aankijken of
43hij zeggen wil: wat doe
44je eigenlijk met me – ik
1v:3
45weet de dingen veel beter
46dan jij – ’t zijn oogen van
47een groot mensch en dan
48nog met heel veel expressie
49– zou er een filosoof in hem
50steken?
51Hij laat zijn moeder wel
52niet veel vrijen tijd maar
53met de opening van de
54Independants ben ik toch
55even ontsnapt om je
56schilderijen te zien hangen
57– er stond een bank juist
58voor en terwijl Theo met
59allerlei menschen sprak
60heb ik een kwartiertje lang
61genoten van de heerlijke
62koelte en frischheid van
63de sous bois
4 – ’t is me of
64ik dat plekje ken en er
65dikwijls geweest ben – ik
66hou er zooveel van.
67’t Is hier volop zomer
68– onbeschrijfelijk warm
1r:4
69en ik denk met angst aan
70de warme dagen die nog
71komen moeten – ’t klinkt
72wel een beetje als heiligschennis
73– nu met dat eerste fijne
74teere groen aan de boomen
75maar ik houd toch meer
76van den winter
_