1r:1
Lieve zuster,
ik schrijf U in haast een woordje om niet langer te wachten U te zeggen hoezeer het mij verheugt dat gij te Parijs zijt en ik stel me voor gij dezer dagen heel wat er van zien zult. Een volgend jaar, als ik met mijn vriend Gauguin zamenwoon, is het niet precies onmogelijk het er eens van komt dat gij ook eens tot aan de middelandsche zee komt. Ik geloof dat gij het hier zoo mooi zoudt vinden.
Wat zegt gij van het schilderij van Gauguin van die negerinnen dat Theo heeft.1 ik zou mij kunnen voorstellen dat gij het begrijpen zult.
Ik werk op dit moment aan een bouquet van 12 zonnebloemen in een geel aarden pot2 en heb plan het atelier geheel te decoreeren met niets dan zonnebloemen.
Ik hoop dat gij dikwijls naar de Luxembourg en de moderne schilderijen in de Louvre zult gaan kijken zoo dat gij een begrip krijgt van wat een Millet, een Jules Breton, een Daubigny, een Corot is. De rest schenk ik U. behalve – Delacroix.
 1v:2
Al werkt men nu weer op een heel andere manier, het werk van Delacroix, van Millet, van Corot, dat blijft en de veranderingen raken het niet.
Ik hoop dat gij een of andere studie van mij voor uw kamer mee zult nemen als gij naar Holland teruggaat.3
Als ik het van de moeder en vader gedaan kan krijgen dat zij het mij laten schilderen dan maak ik een dezer dagen een kind in een wieg.4 De vader heeft het niet willen laten doopen – hij is een sterk revolutionair en toen de familie mopperde, mogelijk om het doopmaal, toen heeft hij gezegd dat het doopmaal toch plaats zou hebben dan, maar dat hij het zelf wel doopen zou. Toen heeft hij vervaarlijk de marseillaise gezongen en het kind Marcelle genoemd, even als de dochter van le brav’ general Boulanger,5 tot groote ergernis van de grootmoeder6 van dit onschuldig wicht en andere familieleden.
Het land hier begin ik hoe langer hoe mooier te vinden. Hebt gij Tartarin de Tarascon van Daudet gelezen. doe dat vooral en Tartarin sur les Alpes want dat zijn zeker niet de minsten van de romans van Daudet.7
 1v:3
Zeker zult gij wel merken dat de zon te Parijs s’zomers heel wat sterker schijnt dan bij ons.
Er is weer een soortgelijk onderscheid tusschen Parijs en hier.
Ik zou er niet op tegen hebben een eind verder nog te gaan echter, waar het land minder vlak is en ik eigentlijk nog nooit van mijn leven een berg heb gezien. Als Gauguin hier is zullen wij dat nog wel eens doen. Maar tot zoolang blijf ik hier te Arles. En wou zoodra hij komt zamen een voetreis doen door de heele Provence.
Ik heb het druk met mijn zonnebloemen en weet eigentlijk niets te zeggen, ik eindig dus maar, Theo en u regt goede dagen & mooi weer toewenschend.

Vincent

top