1*ik schrijf U dezer dagen dikwijls & dikwijls hetzelfde/ 2maar zie er een bewijs in dat ik èèn ding vooral in t’hoofd heb – 3de noodzakelijkheid om dien tijd figuurteekenen aan te klampen. 4Verder – het is egoist als ge wilt – ik wil mijn gezondheid 5gerestaureerd hebben. Mijn impressie over den tijd dat ik hier 6ben geweest verandert ook niet – betrekkelijk valt het mij zeer tegen 7wat ik hier heb gemaakt – maar mijn idees zijn er gewijzigd en 8verfrischt en dat was het eigentlijk doel dat ik met het naar hiergaan 9heb voorgehad. Waar echter wat mijn gezondheid betreft ik 10gemerkt heb dat ik er te veel op vertrouwde en dat ofschoon 11de kern nog goed is ik maar een ruine ben van wat ik 12had kunnen wezen – Zoo zou het mij geenszins ver- 13wonderen indien gijzelf ook evenzeer dat 14sterker leven dat mij werd voorgeschreven zoo uitdrukkelijk 15mogelijk noodig hadt.
16Vergis ik me hierin niet/ dan geloof ik zoo dat wij niet 17te spoedig zamen kunnen zijn/ en ik blijf bezwaar 18zien in een verblijf buiten. Want al is er de lucht 19opwekkend/ ik zou er de afleiding en gezelligheid van 20de stad missen. Waar wij indien we zamen waren nog 21zoo veel meer aan zouden kunnen hebben.–
22Wat U betreft/ ik zou er niet over verwonderd zijn indien 23'– mag ik het nu zeggen zoo als ik het denk – het 24bureauleven U teveel gemecaniseerd had/ laat 25ons zeggen wel een paar jaar_–
26En veel subtiele en fijner en artistieker 27intelligentie wat gesteriliseerd was_– 28Nu hebben we echter juist noodig die weer op te 29frisschen en te doen herleven. En indien wij 30nu binnen kort veel meer zamen waren 31zou ik U in dingen teleurstellen/ ja zeker/ maar 32niet in alle en niet in manier van kijken/ geloof 33ik. Ik wil aan ’t begin van ons spreken over 34een & ander U wel zeggen dat ik wou wij over niet al 35te langen tijd beiden op de een of andere wijs 36eene vrouw voor vast hadden. Omdat zulks hoog 37tijd wordt. en omdat wij indien wij daar heel 38'lang mee wachten er niet beter bij zouden varen_ 39Toch – dat alles in bedaardheid. Maar het is zoowat 40het eerste vereischte van sterker leven.– En ik 41'noem het omdat daarin wij een enorme moeielijkheid 42welligt zullen te overwinnen hebben. En waar veel 43van afhangt. En ik breek bij dezen daar ’t ijs eens over/ 44wij zullen er altijd op terug komen moeten.–
45En in den omgang met vrouwen leert men zoo veel 46voor de kunst juist. Jammer dat men met ’t geen 47'men gaandeweg leert niet gaandeweg jong blijft. 48Maar ware dat zoo/ zou het leven te mooi zijn_
49Hebt gij de bewuste inleiding van Cherie van de Goncourt 50gelezen?1 De massa werk die die lui afgedaan hebben is 51iets kolossaals als men ’t nagaat.
52Het is zulk een lumineus idee/ het gemeenschappelijk 53werken en denken_–
54En ik vind dagelijks bewijzen voor de stelling dat 55'een groote reden van veel misères onder de artisten 56gelegen is in hun onderlinge verdeeldheid/ in het niet 57zamenwerken/ in het niet goed zijn voor elkaar maar valsch_ 58En als wij nu verstandiger werden in dat opzigt/ 59twijfel ik geen oogenblik of binnen een jaar tijd waren 60we op een beteren weg en gelukkiger.
61Het werk wil mij niet erg vlotten maar ik forceer het ook 62niet omdat het me eigentlijk zoo veel mogelijk is verboden_ 63En ik mij wou reserveeren voor dien eersten tijd te 64Parijs/ als die het eerst voor de hand mogt liggen zonder 65nog een tusschenperiode/ tenzij dan van die eene maand. 66Want ik wou er graag frisch komen.
67Het was vandaag – zondag – haast een lentedag – ik heb 68van morgen alleen een groote wandeling gemaakt overal/ door de 69stad/ in ’t park/ langs de boulevards. Het was zulk weer dat buiten 70denkelijk men voor ’t eerst de leeuwrik zal hebben gehoord.
71En enfin er was iets van opstanding in de stemming.–
72Toch wat is alles gedrukt van stemming in de zaken en in 73de menschen.– ik geloof niet dat het overdrijven is als men de diverse 74greves2 &c_ van overal donker inziet.– Voor latere 75geslachten zijn ze zeker niet nutteloos want dan zal ’t een 76gewonnen zaak zijn. Maar voor nu is het natuurlijk voor iedereen 77die zijn brood moet vinden in zijn werk donker genoeg/ te meer 78omdat we wel voorzien kunnen ’t van jaar tot jaar al erger en 79erger zal worden_– De werkman tegen den burger – 80is even gemotiveerd als voor honderd jaar de 81tiers etat tegen de twee anderen.3 En ’t best is te zwijgen/ 82want de burgers hebben de fataliteit niet mee en we 83zullen er meer van beleven. we zijn nog lange na niet aan ’t eind. 84Zoo al is ’t lente – hoeveel duizenden en duizenden 85loopen er in desolatie.
86Ik zie net zoo goed als de beste optimist de leeuwrik 87die opstijgt in de lentelucht.–
88Maar ik zie ook het jonge meisje van 20 jaar pas/ 89dat gezond had kunnen zijn en – de tering onder de leden 90heeft – en misschien nog voor ze aan een ziekte sterft 91in ’t water springt.–
92Als men altijd in gezelschap is comme il faut en onder 93eenigermate gegoede burgers/ merkt men dat misschien zoo 94niet – maar als men zoo als ik een aantal jaren 95met de la vache enragée gedineerd heeft/a dan is het 96niet weg te cijferen dat de groote misère een 97daadzaak is die gewigt in de schaal legt_–
98Genezen moge men niet kunnen/ of redden/ 99maar men kan het toch meevoelen en er in deelen_ 100Corot/ die toch sereniteit had als iemand ze had/ 101die toch waarlijk de lente wel voelde/ 102was hij niet al zijn leven eenvoudig als een werkman 103en zoo gevoelig voor al de miseres van anderen_ 104en wat mij trof in een levensbeschrijving van hem – toen 105hij al zeer oud was in 70-71 keek hij zeker ook 106nog in de heldere lucht maar – hij bezocht tevens 107de ambulances waar de gekwetsten lagen te creveeren_4 108'Laten illusies weggaan – maar wat blijft is 109het sublieme – als men aan 110alles zou twijfelen/ men twijfelt niet aan 111lui zooals Corot en Millet en Delacroix_ En ik 112vind dat in momenten als men niet 113meer geeft om de natuur/ men nog wel geeft 114om de menschen.
115Kunt gij mij deze maand nog wat sturen/ ’t zij 116veel ’t zij weinig maar al was het maar vijf francs/ 117laat het dan niet/ en kan het niet dan kan het 118niet_– Ik ben wel erg verlangend om Uw 119beslissing te weten of desnoods gij goed zoudt 120vinden ik tegen zoowat 1 April reeds naar Parijs 121kwam.– In elk geval/ schrijf me daar spoedig 122over_– Gegroet/ met een handdruk_