1*ik moet wel een keer meer schrijven want hoe eer wij vierkant 2een besluit kunnen nemen hoe beter. Wat atelier betreft – 3indien we konden vinden in één zelfde huis een kamer met een alkoof 4en bovendien een mansarde of een hoek zolder – 5'dan kondt gij dat appartement van kamer & alkoof hebben en wij 6konden het zoo gezellig maken als maar mogelijk is_– En 7gedurende den dag kon de kamer dienen voor atelier/ en 8voor diverse minder oogelijk gereedschap of voor 9vuil werk kon de mansarde dienen/ en tevens kon ik daar 10slapen – en gij in de alkoof van ’t atelier.
11Zulk eene schikking of soortgelijke ware voor ’t eerste jaar volkomen 12voldoende dunkt mij. Wat ik niet zeker 13weet is of wij persoonlijk accordeeren zullen/ ofschoon ik er niet 14aan wanhoop – maar het zal voor U veel gezelliger 15t’huis komen zijn in een werkplaats dan in een gewone 16kamer/ die altijd iets lugubers heeft. En dat lugubere 17is het dat onze ergste vijand is. Als de dokter tot mij 18zegt dat ik sterker moet leven/ physiek – wel/ 19wie weet of gij bij een soortgelijken maatregel U ook niet 20wel zoudt bevinden.– Want gij zijt ook noch gelukkig 21noch genoeg en train – laat ons de dingen maar 22gerust bij zijn naam noemen/ ge hebt te veel zorg 23en te weinig voorspoed_–
24Maar het kan misschien aan onze politiek liggen dat 25wij te veel ieder op zich zelf staan en de krachten 26en ressources te veel verdeeld zijn/ en in dien vorm 27onvoldoende_– Dus – l’union fait la force1 – 28ware zeker veel beter_–
29Er moet dus meer leven komen dunkt mij en 30wij moeten over boord gooien allerlei twijfel en 31een zeker gebrek aan vertrouwen_
32Wilt ge een reden hebben waarop men zich gronden kan 33om zijn sereniteit te bewaren/ ook dan wanneer men 34alleen staat en niet begrepen wordt en een streep door de 35rekening van zijn materieel geluk heeft gekregen_– 36Dit is er dan nog – geloof ik – men voelt instinktmatig 37dat er enorm veel verandert en alles veranderen zal_– 38Wij zijn in ’t laatste 4de part van een eeuw die eindigen zal 39weer met een kolossale revolutie_–2
40Maar stel wij zien beiden nog ’t begin daarvan 41in ’t eind van ons leven_–
42Zeker zullen we niet beleven de betere tijden van 43heldere lucht en verfrissching van de heele maatschappij na die groote stormen_ 44Toch is het iets/ niet de dupe te zijn van het 45valsche van zijn tijd/ in zoover niet dat men het 46ongezond dompige en gedrukte van de uren 47die het onweer voorafgaan er in speurt_
48En zegt – wij zijn in de benaauwdheid – maar 49de volgende geslachten zullen vrijer ademen kunnen. 50Een Zola en de de Goncourts/ zij gelooven er 51in met het leuke van groote kinderen. Zij/ 52de meest rigoureuse analisten – wier diagnose 53en zoo brutaal en zoo juist is_–
54En juist hij wien gij genoemd hebt/ Tourguenew/ 55en Daudet – zij werken niet zonder doel of zonder een 56blik op den overkant.
57Alleen allen/ en teregt/ vermijden utopies te profeteeren 58en zijn pessimisten in zoover dat als men analyseert/ 59men in de geschiedenis van deze eeuw verschrikkelijk 60ziet hoe de revoluties avorteeren/a al beginnen ze nog zoo 61nobel.
62Ziet ge/ maar waar men steun aan heeft/ het is als men met 63zijn gevoelens en gedachten niet altijd alleen hoeft te loopen/ 64als men met een troep lui zamen werkt en denkt. 65Dan kan men meer tevens – en men is oneindig 66veel gelukkiger.
67Nu had ik dat al lang vroeger tusschen ons willen 68hebben/ en ziet ge/ ik verbeeld me zoo dat als gij alleen 69bleeft gij het land zoudt krijgen omdat de tijden 70'niet opwekkend zijn/tenzij men het in zijn werk 71vinde.
72Ik stuur U die bewuste roman van de Goncourt juist om de 73voorrede vooral – waarin een resumé staat van hun 74werken en zoeken_
75Ge zult zien dat die lui niet precies gelukkig zijn geweest/ 76op de zelfde manier als Delacroix van zich zelf zeide/ 77je n’ai pas du tout été heureux dans le sens où 78je l’entendais / le désirais autrefois_3
79Welnu en ’t moge spoedig komen of niet – er komt 80voor U ook nog een moment van zeker weten 81dat er een streep door de rekening van het materieele 82geluk is gehaald/ fataal en onherroepelijk_– 83Dat zou ik secuurb durven beweeren maar 84met dit er bij/ dat ik meen op dat zelfde moment 85er een zekere compensatie zal zijn van zich een 86werkkracht te voelen_
87Hetgeen mij navreert is de prachtige sereniteit van 88de groote denkers van tegenwoordig/ zoo als b.v. 89die laatste wandeling van de twee de Goncourts die 90ge beschreven zult vinden_–4 Zoo waren de laatste 91dagen van den ouden Tourgenew ook – hij was toen 92veel met Daudet_–5 Gevoelig/ subtiel/ intelligent 93als vrouwen/ gevoelig voor hun eigen lijden ook 94en steeds nog vol leven en zelfbewustheid/ 95geen onverschillig stoicisme/ geen verachting van ’t leven – 96ik zeg nog eens/ die kerels/ ze sterven 97alsc de vrouwen sterven_ Geen idee fixe 98van God of abstracties – altijd op den beganen 99grond van ’t leven zelf en alleen daar aan gehecht/ nog eens/als de vrouwen 100die veel liefgehad hebben6 – genavreerd en 101– zooals Silvestre zegt van Delacroix – ainsi mourut/ 102presqu’en souriant_–7
103Intusschen/ we zijn daar niet aan toe/ we zijn 104integendeel er aan toe om eerst te werken/ eerst 105te leven – dat denkelijk met een streep door 106de rekening van geluk op de gewone manier_–
1r:4 107Maar wat er zij van de toekomst/ ge kunt verzekerd zijn 108dat ik er zeer blij om zal zijn indien ik een 109jaartje bij Cormon kon werken/ tenzij er 110voor teekenen beter gelegenheid is in de Ecole des 111Beaux arts of nog andere ateliers waar ik hier van 112hoorde_–
113De antieken zullen ons niet hinderen realist te zijn/ 114allez – integendeel_– Ik verlang ook geducht 115naar de fransche schilderijen natuurlijk.
121Vient d’elle..... Adorez-la pourtant/ puisque les dieux
122L’ont faite... et – c’est encore ce qu’ils ont fait de mieux_8
123Het werken heeft toch het geheim van een tweede jeugd 124aan iemand te kunnen geven_
125Zeg eens/ Carlyle/ hebt ge daar ooit iets van gelezen_ 126dat is desnoods niet noodig als men het 127gezigt ziet van dien kerel en weet zijn werk zoowat is als 128Michelet_ Whistler en Legros hebben beiden zijn portret 129gemaakt.9 Dat is er ook een die veel durfde en veel 130'anders inzag dan de rest. Maar hoe meer ik er naga/ 131altijd dezelfde historie – geldgebrek/ slechte gezondheid/ 132tegenwerking/ alleen staan/ enfin/ van ’t begin tot ’t eind 133moeite_–10
134Het stuk van Manz over Paul Baudry was zeer mooi/ en 135eigenaardig vooral vond ik dat: “il a travaillé au 136renouvellement du sourire”_11
137Zou men van Delacroix kunnen zeggen “il a travaillé 138'au renouvellement de la passion”/ misschien wel_ 139Enfin – schrijf eens spoedig in alle geval. & gegroet_–