1*het is meer dan tijd dat ik U bedank 2voor de gezonden frs 50 die mij in staat stellen de 3maand door te komen/ al is het dat van heden te beginnen 4het zoo ongeveer ’t zelfde is_–
5Maar – er zijn weer een paar studies binnen en 6zooveel als ik schilder/ zooveel meen ik ook 7te vorderen_– Ik heb zoodra ik het geld ontving 8eens een mooi model genomen en er een 9kop van geschilderd op levensgrootte_ 10Het is geheel licht behalve ’t zwarte haar_ 11Toch komt de kop zelf toonig uit tegen een 12fond waar ik gezocht heb een goudachtig schijnsel van licht 13in te brengen_
14Ziehier overigens de kleurgamma – 15een toonige vleeschkleur/ in den hals meer 16bronsachtig_ Gitzwart haar – zwart dat ik 17maken moest met karmijn en pruissisch blaauw/ 18'groezelig wit voor het jakje/ licht geel/ veel lichter 19dan ’t wit voor ’t fond_
20Een noot vuurrood in ’t gitzwarte haar en 21een tweede vuurrooden strik in het groezelig wit.1 22Het is een meid uit een café chantant en toch 23is de expressie die ik zocht ietwat ecce homo achtig_ 24Daar echter juist wat expressie betreft ik/ al denk ik er bij/ 25toch waar zoek te blijven/ ziehier wat ik er in wilde_– 26Toen het model bij mij kwam had zij blijkbaar een paar 27nachten het nog al druk gehad – zij zeide toen iets wat 28nog al karakteristiek was – pour moi le champagne 29ne m’égaye pas/ il me rend tout triste_–
30Toen had ik het mijne en ik zocht iets tegelijk 31voluptueus en genavreerd_–
32Van de zelfde heb ik nu een tweede studie 33aangezet/ de profil.2
34Verder heb ik het bewuste portret gemaakt 35dat ik U zeide ik mee in besprek was/3 en een 36studie van die kop voor me zelf_–4
37En nu hoop ik deze laatste dagen van de 38maand nog een manskop te schilderen_– 39Wat ’t werk betreft vooral voel ik mij 40zeer opgewekt en het is nuttig voor me 41hier te zijn_
42Ik verbeeld mij zoo dat wat er ook zij van de 43meiden/ men toch er zijn geld uit kan halen/ 44nog eer dan op eenige andere manier_– 45Er is niet tegen te zeggen dat zij verdomd mooi 46kunnen zijn en dat het in den geest van den 47tijd is dat het juist dat soort schilderijen zijn 48die veld winnen_–
49Er is ook uit het hoogst mogelijk genomen artistiek 50oogpunt niets tegen te zeggen – menschen schilderen/ 51dat was de oude italjaansche kunst/ dat was 52Millet en dat is Breton_–
53De vraag is maar of men al dan niet de ziel of 54de kleeren tot zijn uitgangspunt neemt en 55of men den vorm laat dienen bij wijze van kapstok 56voor strikken & linten/ dan wel of men den vorm 57beschouwe als 58middel om een impressie/ een 59sentiment uit te drukken/ dan wel 60of men modeleere om te modeleeren 61omdat ’t uit zich zelf zoo oneindig mooi is_–5 62Het eerste alleen is vergankelijk en de twee laatsten 63zijn beiden hooge kunst.
64Wat me nu nog al pleizier deed is – dat de 65meid die voor me geposeerd heeft een portret 66voor zich van me wil hebben. liefst net 67als ’t geen ik maakte_–
68En dat zij mij heeft beloofd/ 69'zoodra zij kan me bij haar een studie 70te laten schilderen in een costuum van danseuse_ 71Wat nu dadelijk niet kan omdat de man van 72het café waar zij is er op tegen is dat zij poseert/ maar 73daar zij met een andere meid op kamers gaat wonen 74zoude zoowel zij als die andere meid dan 75portretten willen hebben_–6 En ik hoop regt hartelijk 76dat het er van komen zal dat ik haar terug krijg 77want zij heeft een eigenaardigen kop en is geestig_ 78Ik moet me echter oefenen want dat het 79op handigheid aankomt is zeker – tijd 80of geduld hebben zij niet veel – overigens 81het werk hoeft er niet minder om te zijn 82als ’t betrekkelijk in eens er opgezet is 83en men moet ook kunnen 84werken al zit het model niet stijf stil_ 85Enfin. ge ziet dat ik met animo aan 86den gang ben_– Als ik wat verkocht 87zoo dat ik wat meer verdiende/ zou ik nog meer 88kracht er achter zetten_–
89Wat Portier betreft – ik geef den moed nog niet op – 90maar de armoede zit mij op de hielen en de handelaars 91laboreeren allemaal tegenwoordig wel een beetje 92aan ’t zelfde euvel/ dat van min of meer te wezen 93une nation retirée du monde_ zij hebben te 94veel ’t spleen en hoe kan men erg geanimeerd 95zijn om in die onverschilligheid en dat doffe te gaan 96scharrelen – te meer daar deze ziekte niet 97onbesmettelijk is_–
98Want dat er niets te doen zou zijn is maar 99larie/ maar men moet werken quand bien même/ 100met aplomb en met enthousiasme/ enfin met 101een zeker warm gevoel_
102En wat Portier betreft – gij zelf schreeft mij dat hij ’t eerst 103de exposities der impressionisten begon & door Durand Ruel 104overdonderd werd_–7 Welnu dat hij dus initiatief heeft 105niet alleen om iets te zeggen maar om iets te doen/ zou men 106toch daaruit af leiden moeten_– Maar ’t kan aan zijn 10760 jaar8 liggen – en – overigens is zijn geval een uit 108die vele gevallen misschien dat in den tijd toen er 109rage was in de schilderijen en den handel goed ging/ 110er een massa intelligente personen op zij gezet 111zijn in brooddronkenheid/ als of ze 112niets beteekenden en niets konden – waar zij niet 113van zich konden verkrijgen de duurzaamheid der 114vlaag van schilderijenrage en de enorme rijzing van 115veel prijzen geheel te vertrouwen_– NU – waar 116de zaken traîneeren/ ziet men diezelfde handelaars die 117eenige jaren geleden – laat ons zeggen een 10tal jaren geleden – 118zeer entreprenant waren – eenigermate 119worden une nation retirée du monde_– En wij 120zijn nog niet aan ’t eind_–
121Persoonlijk initiatief met een klein of zonder 122kapitaal is misschien de kiem voor de toekomst_ 123Enfin_–
124Ik zag gisteren een groote phot_ naar een Rembrandt 125die ik niet kende – die mij verbazend frappeerde – 126’t was een vrouwekop_– ’t licht viel op borst/ hals/ 127kin en de tip van den neus – de onderkaak.
128Voorhoofd en oogen in schaduw van een grooten hoed 129met denkelijk roode pluimen_– Denkelijk ook rood of 130een geel in het gedecolleteerde jakje_– Donker fonds_9 131 De expressie een mysterieuse lach als die 132van Rembrandt zelf in zijn eigen portret waar Saskia op 133zijn knie zit en hij een glas wijn in de hand heeft_–10
134Ik ben vol van Rembrandt en Hals tegenwoordig in mijn 135gedachten/ niet omdat ik veel schilderijen van hen 136zie maar omdat ik onder ’t volk van hier zooveel 137types zie die mij aan dien tijd doen denken_– 138Ik ga nog steeds dikwijls naar die bals populaires 139'om die vrouwenkoppen en matrozen- of soldatenkoppen 140te zien_– Men betaalt een 20 of 30 centimes entree 141'en drinkt een glas bier – want er wordt weinig gedronken – 142en kan er een heelen avond zich uitmuntend amuseeren 143'– ten minste ik voor mij – met te kijken naar 144’t entrain van die luidjes_
145Veel werken met model is wat ik moet doen 146en het eenige wat secuur vooruithelpen kan_
147Ik merk dat mijn eetlust wat te lang 148geserreerd is geweest en dat ik toen ik ’t geld 149van U ontving geen eten verdragen 150kon – maar ik zal het wel zien te redresseeren_ 151Dat neemt niet weg dat als ik aan ’t werk 152ben ik al mijn energie en helderheid heb_ 153Maar als ik buiten ben is mij het werken 154in de lucht te kras en word ik te slap_– 155Enfin het schilderen is een ding waar men 156van verslijt_ Van der Loo heeft mij echter 157gezegd/ toen ik kort voor ik hier heen ging bij hem 158was/ dat ik après tout redelijk sterk ben_
159Dat ik niet hoefde te desespereeren den leeftijd 160te halen die voor het produceeren van een werk 161noodig is_– Ik sprak hem er van dat ik verscheiden 162schilders wist die met al hun zenuwachtigheid enz_ 16360/ zelfs 70 haalden gelukkigerwijs voor hun zelf/ 164en dat ik wel wou ik ook dat halen kon_–
165Dan geloof ik dat als men sereniteit zoekt 166en levenslust houdt/ de stemming waarin men is 167veel helpt. En ik heb in dat opzigt gewonnen door 168naar hier te gaan want ik heb nieuwe idees en ik 169heb nieuwe middelen om uit te drukken wat ik wil/ 170door dat betere kwasten me zullen helpen en 171ik met die twee kleuren carmijn & cobalt 172ga dweepen.
173Cobalt – is een goddelijke kleur en er is niets zoo 174mooi als dat om lucht om de dingen te brengen_ 175Carmijn is het rood van wijn en het is warm/ 176geestig als wijn.
177Zoo smaragdgroen ook_– Het is geen zuinigheid 178ze zich te onthouden/ die kleuren_
180Iets wat betreffende mijn gestel mij heel veel 181pleizier heeft gedaan is dat een dokter in Amsterdam/ 182die ik ook eens sprak over een paar dingen die 183mij soms deden denken dat ik ’t niet zou houden
2v:6 184en wiens opinie ik niet direkt vroeg maar juist om de eerste 185impressie te weten van een die me absoluut niet 186'kende – profiteerende van een kleine 187malaise die ik had om toen in den loop van ’t gesprek 188'het op mijn gestel in ’t algemeen te brengen –
189het deed mij enorm veel pleizier dat deze 190dokter mij voor een gewoon ouvrier aanzag/ 191'zeide “je werkt zeker in ’t ijzer van 192'je beroep”_– Ziedaar wat ik juist heb zoeken 193te veranderen in mijzelf – jonger zijnde 194was het mij aan te zien dat ik intellectueel 195me overspande en nu zie ik er uit als 196een schipper of een die in ’t ijzer werkt_– 197En zijn gestel om te zetten zóó dat men 198“le cuir dur” krijgt is geen makkelijke zaak. 199Ik moet echter toch op blijven passen en zien 200te houden wat ik heb/ en nog bij te winnen.
201Gij moet toch vooral mij eens schrijven of ’t idee U zoo 202absurd voorkomt dat men eens wat meer moed zou scheppen 203als men eens een kiem voor een zaak plantte_–
204Wat mijn werk betreft van nu/ ik voel dat ik iets beters 205kan – ik heb echter wat meer lucht en ruimte noodig_ 206ik moet/ bedoel ik/ ’t een beetje kunnen uitbreiden_ Vooral 207vooral/ ik heb nog geen model genoeg_– Ik kan werk van 208een hooger kwaliteit produceeren maar mijn 209onkosten zouden zwaarder wezen_– Maar is het niet 210zoo – moet men niet zoeken naar iets hoogs – 211naar het echte/ naar iets gedistingueerds_–
212De vrouwenfiguren die ik onder ’t volk zie hier maken 213een fameusen indruk op me – veel meer om ze te 214schilderen dan ze te hebben/ ofschoon wel degelijk ik ’t 215allebei zou wenschen_– Ik herlees alweer het boek van 216de Goncourt/ het is uitmuntend.11 In de voorrede van 217Cherie/ dat gij lezen zult – staat een relaas van wat de de 218Goncourts al hebben doorgemaakt – en van hoe aan ’t eind 219van hun leven zij ja – somber waren – maar zeker van 220hun zaak zich voelden – voelende dat zij iets gedaan hadden/ 221dat hun werk blijven zou.12 Wat zijn dat kerels geweest_ 222als wij accordeerden meer dan nu/ meer ’t eens konden 223'zijn – waarom dan niet – wij ook_
224à propos – wegens ik après tout aan ’t eind 225van dit jaar een stuk of 4 of 5 vastendagen heb 226van zoowat alles – stuur uw brief weg 1 Januarij 227en niet later_– Ge zult ’t mogelijk U niet kunnen 228begrijpen maar ’t is zoo – als ik geld ontvang 229is mijn grootste honger niet/ al heb ik gevast/ 230het eten/ maar het schilderen is nog sterker – 231en ik ga direkt op de modellenjagt 232en ik ga door tot het op is_– Terwijl 233’t lijntje waar ik me aan vasthoud is/ 234mijn ontbijt bij de menschen waar ik woon 235en s’avonds een kop koffij en brood in de 236crêmerie_– Aangevuld als ik ’t heb door 237nog een tweede kop koffij & brood in de cremerie 238voor mijn diner en anders een roggebrood dat 239ik in mijn koffer heb.
240Zoolang ik schilder is ’t me ook meer dan voldoende/ 241maar als mijn modellen weg zijn komt er 242een gevoel van slapheid_–
243Ik hecht aan de modellen van hier omdat zij zoo heel 244anders zijn dan de modellen buiten_– En omdat vooral 245het karakter zoo heel iets anders is_– En het contrast mij 246nieuwe idees geeft juist voor de vleeschkleuren_
247En wat ik in mijn laatste kop nu heb is – 248nog niet datgene waar ik zelf mee content ben 249maar iets anders dan de vroegere koppen. 250Ik geloof dat gij genoeg de belangrijkheid van 251waar zijn13 beseft dan dat ik vrij uit tegen U kan 252spreken_– Om dezelfde motieven dat als 253ik boerinnen schilder ik wil ’t boerinnen 254zijn – om de zelfde reden als ’t hoeren 255zijn wil ik een hoerenexpressie_–
256Daarom frappeerde mij een hoerenkop van 257'Rembrandt14 juist nu zoo enorm_–
3v:8 258Omdat hij dien mysterieusen glimlach zoo 259oneindig mooi gesnapt had met een serieux 260'als hij alleen – de magicien der magiciens15 – kan. 261Dit nu is voor mij iets nieuws en ik wil ’t persé_ 262Manet heeft ’t gedaan en Courbet – wel 263sacrebleu/ ik heb de zelfde ambitie omdat 264bovendien ik te zeer in merg en been gevoeld 265heb het oneindig mooie der vrouwen analyses 266van de heel hooge lui in de litteratuur/ een 267Zola/ Daudet/ de Goncourt/ Balzac_–
268Zelfs Stevens voldoet me niet omdat zijn 269vrouwen niet die zijn waar ik iets 270persoonlijk van weet_–16 En ik vind die hij kiest 271niet de interessantste die er zijn_–
272Enfin wat er van zij – ik wil vooruit à tout 273prix en – ik wil mezelf zijn_–
274'Ik voel dan ook obstinatie en 275ik ben er over heen/ over wat de lui van mij of mijn 276werk zeggen_– Naakt model te krijgen schijnt 277moeielijk te gaan hier – althans de meid die 278ik gehad heb wou niet_–
279Natuurlijk is dat – wou niet – denkelijk betrekkelijk/ 280maar althans ’t gaat niet van zelf_– Er is nu dat 281zij echter fameus zou zijn. Uit een oogpunt 282van zaken kan ik niet anders zeggen dan dat 283– we zijn in wat men reeds begint te noemen la fin 284'd’un siècle – de vrouwen een charme hebben als 285in een revolutietijd – trouwens evenveel te zeggen – 286en dat men retiré du monde zou wezen indien 287men buiten haar om werkte_–
288’t Is overal ’t zelfde/ buiten zoowel als in stad – 289men moet met de vrouwen rekening houden wil men 290van zijn tijd zijn_ adieu/ gelukgewenscht in ’t 291Nieuwe jaar. met een handdruk_