ik heb vandaag nog weer een kop geschilderd1 – van een model dat ik echter niet kon betalen – maar ’t krijgen kunnende heb ik het toch genomen.–
Ook is me nu voor vast beloofd dat ik een portret zal maken van iemand, en dan tot vergoeding twee studies voor mij.–2
Ik moet U echter zeggen dat het vuur me na aan de scheenen is – ik heb van mijn vijf francs die ik nog nagenoeg had – twee doeken moeten koopen voor die twee portretten en zooeven komt mijn waschgoed thuis.– Zoo dat op ’t moment ik enkele centimes over heb.–
Hetgeen ik U dus absoluut vraag is: wacht in vredesnaam niet met schrijven en stuur mij veel of weinig naarmate ge hebt – doch weet dat ik honger heb, letterlijk.–
Wanneer ’t me lukt een 50tal koppen bijeen te krijgen is er nog een kans om werk te krijgen, n.l. om te zien bij de photografen geemployeerd te worden, wat ik op den duur niet willen zou maar in tijd van nood wel. De photografen schijnen hier veel te doen te hebben. men ziet ook geschilderde portretten bij hen die zij blijkbaar op een door photografie verkregen fond bewerken, wat voor iemand die weet wat schilderen is natuurlijk en zwak en flaauw van effekt is. Het komt me nu voor dat men een heel wat beter coloriet zou kunnen krijgen indien men met studies direkt naar ’t leven geschilderd, naar de photografies werkte welke men geschilderd verlangt te zien. En enfin dit is een van de kansen althans die men zou kunnen hebben om wat te verdienen.
Maar wat ik ook beginnen wil en waar – ik moet dingen kunnen laten zien, dat spreekt van zelf.
Daar ik al mijn opgewektheid, al mijn werkkracht noodig heb – zie ik er tegen op, ronduit gezegd, om physiek slap me te voelen.
Ik ben met mijn gezigt van ’t Steen nog naar een ander geweest, die het goed van toon & kleur vond, die echter in een rommel zat van zijn inventaris op te maken en klein behuisd is, maar waar ik na Nieuwjaar kon3 terugkomen. Het is een goed ding voor als er vreemdelingen zijn die een souvenir van Antwerpen willen hebben en om die reden zal ik in ’t zelfde genre van stadsgezigten er nog wel meer bij maken. Zoo teekende ik gisteren een paar studies4 voor een geval waar men de cathedraal ziet. En zoo heb ik ook een kleintje van het Park.–5 Echter ik schilder liever de oogen van menschen dan cathedralen want er zit iets in de oogen wat in de cathedraal niet zit – al is die plegtig en al imponeert die – de ziel van een mensch, al is het een arme schooier of een meid van de straat, is in mijn oog interessanter. Ik geloof dan ook dat niets zóó direkt vooruit helpt als met model werken.– Als zeer zeker ’t een lastig bezwaar is om de modellen te moeten betalen – wij zijn in een tijd dat het op energie aan komt en
1v:3 de schilderijen energiek zullen moeten zijn om koopers te vinden.–
Dat er hier wat te doen is – ’k geloof het zeker.– Er gaat blijkbaar veel om hier in stad in mooie vrouwen – en dat er te verdienen is met ’t zij vrouwenportretten ’t zij fantaisie vrouwen –
koppen en figuren – dat moet zoo zijn.–
Het is me een waar genot met wat beter soort penseelen te werken en cobalt en carmijn en goed jaune brillant en vermilloen te hebben.
Het duurste is nog soms ’t goedkoopste. Cobalt vooral – het is met geen ander blaauw te vergelijken wat de fijne toonen betreft die men er mee krijgen kan.
En de kwaliteit van kleur moge niet alles afdoen in een schij maar het is toch dat wat het leven geeft.
Wat betreft of ik al dan niet hier voor vast zou gaan wonen – gegeven dat het niet precies rooskleurig er uitziet in den kunsthandel – en er een zeker streven is onder de schilders om ieder voor zich zijn eigen handelaar te zijn – wat op den duur stel ik me voor nog toe zal nemen – ware ’t mogelijk verstandig een atelier hier te houden.
Hebt gij gedachten daaromtrent of verlangens, ’t zij voor ’t zij tegen, deel ze mij zoo ronduit mogelijk mede. Maar mij springt direkt in ’t oog dat – indien ooit na veel of weinig jaren gij er toe zoudt komen om voor Uzelf onafhankelijk van de Goupils te gaan werken –
1r:4 Antwerpen misschien een terrein zou kunnen wezen waar gegeven de trieste etalage van nu door goed etaleeren nog wel wat kan worden gedaan dat de andere huizen niet begrijpen. Verder – Het is betrekkelijk zoo makkelijk van hier naar Engeland heen & weer te gaan.
Waarom – voor den handel – zijn alle schilderijen altijd in lijsten.– als handelsartikel is er toch soms veel voor dat iets ligt en makkelijk te hanteeren & te verplaatsen zij.–
De handel is oud en... 3 maal vermolmd. Er moet vernieuwd worden – en de oude systeemen werken niet precies goed meer.
De prijzen – het publiek – alles heeft vernieuwing noodig.– En de toekomst is, goedkoop werken voor de burgers, misschien. althans – de gewone liefhebbers schijnen zelf al meer en meer vast te raken, hard te worden. Enfin.
Met kapitaal te beginnen strekt zoo dikwijls slechts daartoe om eerst alles te verliezen en zoo ligt zijn moed & werklust er bij. Terwijl beginnen met betrekkelijk niets alligt iemand beslist en vaster van karakter maakt. Enfin.
Gegroet – maar zie dat gij me per ommegaande schrijft want ik heb een flaauw gevoel in ’t lijf daar ik me nog al ingespannen heb met een & ander & ik heb mijn kracht noodig.