Back to site

538 To Theo van Gogh. Nuenen, Tuesday, 3 or Wednesday, 4 November 1885.

metadata
No. 538 (Brieven 1990 541, Complete Letters 430)
From: Vincent van Gogh
To: Theo van Gogh
Date: Nuenen, Tuesday, 3 or Wednesday, 4 November 1885

Source status
Original manuscript

Location
Amsterdam, Van Gogh Museum, inv. no. b470 V/1962

Date
Vincent thanks Theo for sending his allowance, which must have been for November. He says that he wanted to reply to Theo’s letter and thank him for the money straightaway (l. 1*). In this case we would normally have dated the letter on or about Monday, 2 November 1885, but since Jo van Gogh-Bonger noted ‘Nuenen 4 November 85’ on the manuscript and may therefore have had a postmark to go on, we assume that the letter was written on Tuesday, 3 or Wednesday, 4 November 1885.

original text
 1r:1
Waarde Theo,
Zooeven ontvang ik Uw brief & het ingesl., waarvoor hartelijk dank. Wilde U er dadelijk op antwoorden dat ik herhaaldelijk woorden van Diderot ontmoette en ook vind dat in de lijst van zijn tijd hij best is.–
’t Is met hem als met Voltaire zelf, als men van die lui een brief leest, liefst over de meest alledaagsche dingen of over niets, is er een wakkerheid en een tinteling van geest in die charmeert. Laat ons niet vergeten dat zij de revolutie maakten, en om zijn tijd mee te slepen en de geesten, die geslachtloos zijn en passief, in één rigting naar een doel te doen streven, geniaal is. Alle respect heb ik er dus voor.1
Gij zult binnenkort twee studies van de herfstblaren krijgen, ’t een in geel (populieren) – ’t ander in oranje (eiken).2 Ik ben ten eenemale gepreoccupeerd door de kleurwetten.– Als men ze ons in onze jongensjaren geleerd had!
Maar het is de geschiedenis van de meesten dat door een soort fataliteit men lang naar ’t licht moet zoeken. Want dat de kleurwetten, die Delacroix ’t eerst regelde en in hun volheid en verband klaar aan den dag bragt ten gerieve van ’t algemeen – als Newton de zwaartekracht en als Stephenson den stoom – dat die kleurwetten een licht zijn is bepaald zeker.–3
 1v:2
Ik heb ook nog een herfststudie gemaakt van den vijver in den tuin t’huis.–4 Er zit bepaald een schilderij in die plek.– Verleden jaar heb ik ook al eens beproefd om ’t er uit te krijgen.–5
’t Geen ik nu maakte is anders een stijve compositie, twee boomen (oranje & geel) regts, twee struiken (grijsgroen) in ’t midden, twee boomen (bruingeel) links. Daarvoor – de vijver zwart – voorgrond van verwelkt gras.– Achtergrond, een kijkje over de heg op een zeer sterk groen. Een lucht om hier mee te harmonieeren wat kracht betreft, van leigraauw en donkerblaauw. Zij6 zullen ’t zeker te zwart & te donker vinden maar de tijd dat men donkere studies maakt, duurt altijd te kort.
Het boek van Ch. Blanc7 sluit ik in de kist met de studies – ook een bijbel die zij van ’t huis voor U mij gaven. waar ik nog een stilleven van maakte.8
Laat het U niet hinderen indien ik in mijn studies de penseelstreken zoo maar er op laat met kleinere of grootere uitsteeksels van verf.– Dit beteekent niets – als  1v:3 men ze een jaartje (of een half jaar is genoeg) laat staan en dan met een scheermes snel er over schrapt, krijgt men heel wat meer vastheid van kleur dan ’t geval zou zijn bij luchtig schilderen. Ter wille van het goedblijven en zijn kleuren behouden van een schilderij, is het goed de lichtpartijen vooral er stevig op geschilderd zijn. En dit afschrappen hebben de ouden zoowel als de fransche schilders van nu gedaan. Ik geloof dat glacisa van een transparante kleur dikwijls geheel inschieten & verdwijnen door den tijd als men ze aanbrengt vóór ’t schij in zijn preparatie terdeeg droog is, maar later aangebragt het wel degelijk uithouden. Ge hebt zelf de opmerking gemaakt dat mijn studies op ’t atelier door den tijd eer beter dan minder van kleur werden. Ik geloof dit komt door het stevig er op zetten van de verf, waar ik geen olie bij gebruik. Wanneer ’t een jaar oud is, is ook de weinige olie die de verf altijd in zich heeft er uit gezweet en men verkrijgt dan de gezonde, solide pâte. Dat is een kwestie – zóó te schilderen dat het goed besterft – die m.i. er nogal op aan komt – het is jammer dat sommige blijvende kleuren zoo als cobalt zoo duur zijn.
 1r:4
Wat ik van de chromaten en kraplak moet denken weet ik niet maar ik kan me best begrijpen dat sommige, vooral amerikaansche zonsondergangen – ge kent dat soort schilderijen die met glacis van chromaten verkregen zijn – verschrikkelijk kort het uithouden.–
Daubigny en Dupré daarentegen houden zich. Is het niet curieus dat die Delftsche v.d. Meer in den Haag zoo prachtig van kleur is gebleven, met een heele serie van krasse toonen van rood, groen, grijs, bruin, blaauw, zwart, geel, wit.9
Het schij van Haverman in Amsterdam dat ge U wel zult herinneren – (als niet mooi) is slecht geschilderd, fataal slecht met ’t oog op den tijd vrees ik.–10 Ik noem dat eens omdat hij juist om zijn techniek, zeggen ze, vreeselijk gerespecteerd wordt.– Maar – ’t is geschilderd, wel – ik zou zeggen als b.v. Ary Scheffer schilderde of Delaroche van techniek – en – liefhebbers van gezond, goed, krachtig werk hebben altijd nog al iets aan te merken gehad daarop. Nu barsten die schilderijen met olie &c. gladgestreken gruwelijk, ik lette er op in Fodor nog.11 Toch zegt Silvestre dat Delacroix zijn schilderijen met olie liet doortrekken – “les baignait d’huile12 – maar – ik veronderstel juist dat dit sterk geëmpateerd werk geweest is, eerst en pleine pâte bewerkt, dan een jaar gestaan – en dan, als de verf soms wat al te dor en ruw wordt – ja – dan zal Delacroix later die schilderijen verzadigd hebben met olie – nadat ze eerst tot in ’t hart gedroogd waren. Dan kan ’t geen kwaad meer. Gegroet.

b. à t.
Vincent.

Is er deze maand geen Lhermitte geweest?13

Verlangend ben ik naar de Goncourt.14

translation
 1r:1
My dear Theo,
I just received your letter and the enclosed, for which many thanks. Wanted to reply to you straightaway that I repeatedly came across sayings by Diderot, and also think that he’s perfectly in tune with his age.
With him it’s as it is with Voltaire himself; if one reads a letter from these fellows, preferably about the most prosaic things or about nothing, there’s an alertness and a sparkling spirit in them that charm. Let’s not forget that they made the Revolution, and it took genius to carry their age along with them and to get minds that are epicene and passive to strive in one direction towards a goal. So I have every respect for them.1
You’ll shortly receive two studies of the autumn leaves, one in yellow (poplars) — and the other in orange (oaks).2 I’m utterly preoccupied with the laws of colour. If only we’d been taught them in our youth!
But most people’s story, through a sort of fate, is to have to seek the light for a long time. For it’s absolutely certain that the laws of colour, which Delacroix first ordered and put forward in full and in context to the general benefit — as Newton did gravity and as Stephenson did steam — that these laws of colour are a light.3  1v:2
I’ve also made another autumn study of the pond in the garden at home.4 There’s definitely a painting in that spot. I did already try to get it out once last year.5
The one I’ve made now is something of a stiff composition; two trees (orange and yellow) on the right, two bushes (grey-green) in the middle, two trees (brownish yellow) on the left. In front — the pond, black — foreground of withered grass. Background, a glimpse over the hedge onto a very bright green. A sky to harmonize with this in terms of power, in slate-grey and dark blue. They’ll6 certainly think it too black and too dark, but the time when one makes dark studies is always too short.
I’m enclosing the book by Charles Blanc7 in the crate with the studies — also a Bible they gave me for you at home, of which I made a still life.8
Don’t let it bother you if I just leave the brushstrokes on my paintings as they are, with smaller or larger protrusions of paint. This doesn’t mean a thing — if  1v:3 one leaves them a year or so (or half a year is enough) and scrapes over them quickly with a razor blade, one gets much more permanency of colour than would be the case if the paint were put on lightly. If a painting is to remain good and keep its colours, it’s important that the light areas, in particular, are painted on heavily. And both the old masters and the French painters of today have done this scraping off. I believe that glazes of a transparent colour often sink in altogether and disappear over time if they’re applied before the painting in its preparatory phase is thoroughly dry, but applied later, they really do endure. You yourself made the observation that the colour of my studies in the studio got better rather than worse over time. I think this comes from putting the paint on heavily, where I don’t use any oil. When it’s a year old, the little oil that the paint always contains has sweated out and then one gets the good, solid impasto. That’s a question — painting so that it hardens properly — that it rather comes down to, to my mind — it’s a pity that some enduring colours like cobalt are so expensive.  1r:4
I don’t know what to think about the chromates and madder, but I can well imagine that some, particularly American, sunsets — you know those sorts of paintings that are obtained with glazes of chromates — last a terribly short time.
Daubigny and Dupré, on the other hand, endure. Isn’t it curious that the Vermeer of Delft in The Hague has retained its colour so magnificently, with a whole series of strong tones of red, green, grey, brown, blue, black, yellow, white?9
The painting by Haverman in Amsterdam that you’ll remember — (as not good) is badly painted, fatally badly with a view to time, I fear.10 I just mention it because he, so they say, is awfully respected precisely for his technique. But — it’s painted, well I’d say like, for instance, Ary Scheffer or Delaroche painted in terms of technique — and — lovers of sound, good, powerful work have always had quite a lot to say about that. Now those paintings smoothed out with oil &c. are cracking horribly — I noticed it in the Fodor.11 Yet Silvestre says that Delacroix drenched his paintings with oil — ‘bathed them in oil12 — but — what I do imagine is that this was heavily impasted work, first worked up in full impasto, then left for a year — and then, if the paint had perhaps became rather too dull and rough — yes — then Delacroix will have saturated those paintings with oil later — but only after they were dry to the core. Then it can’t do any harm. Regards.

Yours truly,
Vincent

Hasn’t there been a Lhermitte this month?13

I’m really looking forward to De Goncourt.14
notes
1. Theo had probably referred to what the De Goncourts quoted from Denis Diderot in L’art du dix-huitième siècle, who is mentioned several times. Soon after this Theo sent the book, in which he had marked a passage from Diderot: see letter 541.
Diderot and Voltaire published their views in fictitious exchanges of letters, among them their influential Lettres sur les aveugles and Lettres philosophiques, in which they set out the ideas of the Enlightenment. In his letters to his mistress Sophie Volland, Diderot deals with more everyday events. There are many editions of the correspondence of the two authors; more than 15,000 of Voltaire’s letters have survived. See Diderot. Correspondance. Ed. Laurent Versini. 2 vols. Paris 1994-1997 and Voltaire. Correspondance. Ed. Théodor Bestermans. 13 vols. Paris 1963-1993.
2. Avenue of poplars (F 45 / JH 959 ) and Autumn landscape with four trees (F 44 / JH 962 ).
3. The English mathematician and physicist Sir Isaac Newton formulated his groundbreaking views on gravity in his Philosophiae naturalis principia mathematica (1687). In 1814 the English engineer George Stephenson built the first steam locomotive for Killingworth Colliery; fifteen years later the first passenger railway was built under his supervision.
4. The parsonage garden with figures (F 124 / JH 955 ). Van Gogh also painted a watercolour of this composition: F 1234 / JH 954.
5. The only known painting of the parsonage garden from this period is Parsonage garden (F 185 / JH 484), but it is not clear whether Van Gogh is referring to it specifically here: there is no pond in it (unless by ‘that spot’ he simply means the garden).
6. The people to whom Theo showed Vincent’s work, including Portier and Serret.
7. As Van Gogh had previously promised (see letter 536), he meant to return Theo’s copy of Blanc’s Les artistes de mon temps.
8. This is the nineteenth-century Bible in Still life with Bible (F 117 / JH 946 ); it is now in the Van Gogh Museum collection (s8 V/1962). See cat. Amsterdam 1999, pp. 218-225, with illustration. In the end the paintings, the Bible and Les artistes de mon temps were not sent (see letters 542 and 543).
a. Means: ‘doorschijnende lagen, vernisverven’ (transparent layers, varnishes).
9. Jan Vermeer of Delft, View of Delft, c. 1660-1661 (The Hague, Royal Cabinet of Paintings Mauritshuis). Ill. 2162 .
10. At this time Hendrik Johannes Haverman, The flight, 1883 (present whereabouts unknown) was hanging in the Rijksmuseum. Ill. 923 . Vincent assumed that his brother must remember the work from his visit to the museum in August.
11. Van Gogh had been to the Fodor Museum in Amsterdam at the beginning of October: see letter 534. Among these rather ‘smoothed-out’ works that are cracked is The Greek exiles by Ary Scheffer (with thanks to Gusta Reichwein).
12. In his Histoire des artistes vivants français et étrangers Silvestre said of Delacroix: ‘He worries terribly about his pictures and takes great care to prevent them deteriorating; he treats them like sick children, bathing them in oil, agonizing over vagaries in the atmosphere and about the dangers involved in travel, he carries out all sorts of experiments on the quality of paints and canvas, he shudders at the thought that they might be destroyed, redoubling his working activities and relentlessly increasing his subjects’ (Il se donne mille chagrins et mille soins afin de prévenir l’altération de ses tableaux; il les traite comme des enfants malades, les fait baigner dans l’huile, se tourmente pour eux des caprices de l’atmosphère, du hasard des voyages; fait toute sorte d’expériences sur la qualité des couleurs et des toiles, frémit l’idée de la destruction, redouble d’activité au travail, et multiplie ses sujets avec acharnement) (see Silvestre, Histoire, p. 68).
13. Theo sent Léon Augustin Lhermitte’s prints in the series ‘Les mois rustiques’ which appeared in Le Monde Illustré at the end of each month. Vincent, who is asking here about the October print, found it for himself some time later (see letter 545).
14. See for L’art du dix-huitième siècle by the De Goncourts, which Theo had promised to send: letter 535, n. 27.