1r:1
1Waarde Theo,
1*Met veel genoegen las ik
2Uw brief over zwart_1 En die overtuigt me dan ook
3dat gij geen parti pris tegen zwart hebt_
4Uw beschrijving van de studie van Manet/ Le
5Toreador mort/2 was goed geanalyseerd_
6En de heele brief bewijst me ’t zelfde wat uw
7croquis van Parijs van in der tijd me deden
8denken/ dat als gij U er op toelegt/ gij iets
9in woorden schilderen kunt.3
10Het is zeker dat door de wetten der kleuren te
11bestudeeren/ men van instinktmatig geloof
12in de groote meesters tot ’t zich
13rekening kunnen geven waarom men
14mooi vindt wat men mooi vindt komen kan/
15en dat is wel noodig tegenwoordig als men bedenkt
16hoe verschrikkelijk willekeurig er beoordeeld wordt
17en oppervlakkig_
18Ge moet mij mijn pessimisme in den handel
19van nu maar laten houden want het sluit
20volstrekt niet in zich op moedeloosheid_
21Ik redeneer bij me zelf aldus: Stel dat ik
22gelijk heb met meer en meer iets als tulpenhandel
23te zien in ’t zonderling scharrelen met de prijzen
24van schilderijen_4 Stel/ zeg ik/ dat als de
25tulpenhandel in ’t eind der vorige/5 de kunsthandel
26met andere takken van speculatie
27in t’eind van deze eeuw verdwijne zoo als hij gekomen is/ n.l. betrekkelijk
28snel_
29Verga de tulpenhandel/ DE BLOEMKWEEKERIJ
30BLIJFT. En ik voor mij ben content
31voor beter of voor ergera een tuinmannetje te
32zijn die hart voor zijn planterij heeft_
33Tegenwoordig is ’t op mijn palet aan het dooien
34en het barre van het eerste begin is weg_6
35Ik stoot nog wel dikwijls mijn hoofd bij ’t ondernemen
36van iets/ maar toch/ de kleuren volgen als van
37zelf op elkaar en een kleur als uitgangspunt
38nemende komt mij helder voor den geest wat er uit afgeleid
39wordt en hoe men er leven in krijgen kan_
 1v:2
40Jules Dupré is in landschap wel wat Delacroix is/
41want wat enorme verscheidenheid van stemming drukte
42hij uit in symfonien van kleur_7
43Nu eens een marine met de teerste blaauwgroenen
44en gebroken blaauw en allerlei parelachtige
45toonen_
46Dan een herfstlandschap met gebladerte
47van af diep wijnrood tot fel groen/ van af sterk oranje
48tot donker havanah/ met andere kleuren weer
49in de lucht in grijzen/ lilas/ blaauw/ wit/
50met de geele blaren weer tegenstelling vormend_
51Dan weer een zonsondergang in zwart/ in
52violet/ in vuurrood_
53Dan weer grilliger/ zoo als ik een hoek tuin
54van hem zag dat ik nooit heb vergeten/
55zwart in de schaduw/ wit in de zon/ sterk groen/ een vuurrood
56en dan nog een donkerblaauw/ een bitumeusb groenbruin
57en een licht bruingeel_– Waarlijk kleuren
58die nog al iets aan elkaar kunnen te vertellen
59hebben_
60Ik heb altijd gedweept met Jules Dupré
61en hij zal nog meer erkend worden dan
62nu. Want hij is een echt colorist – altijd
63interessant en met iets zoo puissants en dramatisch.
64Ja hij is wel een broer van Delacroix_
65Zooals gezegd vind ik Uw brief over zwart erg goed
66en wat gij zegt van ’t niet maken van
67de lokale kleur is ook juist_
68Doch het voldoet me niet. Er zit veel meer
69achter dat niet maken der lokale kleur m.i_
70Les vrais peintres sont ceux qui ne
71font pas la couleur locale – dat was ’t geen
72Blanc & Delacroix eens bespraken.8
73Mag ik er niet brutaalweg door verstaan
74dat een schilder wel doet als hij uitgaat
75van de kleuren op zijn palet in plaats van
76uit te gaan van de kleuren van de natuur_
 1v:3
77Ik bedoel/ wanneer men een kop wil schilderen
78b.v. en men kijkt de natuur die men
79voor zich heeft eens goed aan/ dan kan men denken/
80die kop is een harmonie van roodbruin/ violet/
81geel/ alles gebroken – ik zal een violet en
82een geel en een roodbruin op mijn palet zetten
83en die breken onder elkaar_
84Ik behoud van de natuur een zekere volgorde
85en een zekere juistheid van plaatsing der
86toonen/ ik bestudeer de natuur om
87geen gekke dingen te doen/ raisonable
88te blijven – doch – of mijn kleur
89precies letterlijk eender is/ geef ik minder
90om/ als zij maar mooi doen op mijn doek even als ze mooi doen in ’t leven_ Veel waarder is een portret van
91Courbet/ mannelijk/ vrij – in allerlei mooie/
92diepe toonen geschilderd van roodbruin/ van
93goudachtig/ van kouder violet in de schaduw/ met zwart
94als repoussoir/ met een stukje getint wit
95linnen als rust voor ’t oog9 – mooier
96dan een portret van wie ge wilt –
97die met afgrijselijke preciesigheid
98de kleur van ’t gezigt heeft nagebootst_10
99Een manskop of een vrouwekop is goddelijk
100'mooi niet waar/ goed [be]daard bekeken_
101Welnu – dat algemeene mooi doen tegen
102elkaar van de toonen in de natuur/ men
103verliest het door pijnlijk letterlijke nabootsing/
104men behoudt het door herschepping in
105een kleurgamma EVENWIJDIG/ maar desnoods niet
106precies of lang niet eender aan ’t gegevene.
107Gebruik maken/ altijd en intelligent/ van
108de mooie toonen die de verven van zelf
109vormen wanneer men ze breekt op ’t palet/
110nog eens – van zijn palet uitgaan –
111van zijn kennis van mooi doen van kleuren/
112is iets anders dan machinaal en slaafsch
113de natuur copieeren_
 1r:4
114Ziehier een ander voorbeeld_– Stel ik moet
115schilderen een herfst landschap/ boomen
116met geele blaren_11 Goed – wat komt ’t er
117op aan als ik ’t opvat als – een symfonie in geel/
118of mijn grondkleur van geel ’t zelfde is of niet van dat wat
119de blaren hebben – weinig doet dat toe of af.
120Veel/ alles komt aan op mijn gevoel
121voor de oneindige verscheidenheid van toonen
122van een zelfde familie_
123Vindt ge dit een gevaarlijk overhellen
124tot de romantiek/ een ontrouw aan “realisme”/
125een – peindre de chic12 – een meer liefde hebben
126voor ’t palet van den colorist dan voor de natuur/
127welnu que soit_
128Delacroix/ Millet/ Corot/ Dupré/ Daubigny/ Breton/
12930 namen meer/ vormen zij niet het hart van deze
130eeuw in zake schilderkunst/ en deze allen/ hebben
131zij niet hun wortel in de romantiek al overtroffen
132zij de romantiek. De roman en het romantieke
133is onze tijd/ en verbeeldingskracht/ sentiment
134moet men bij ’t schilderen hebben. Realisme
135en naturalisme zijn er niet vrij van GELUKKIGERWIJS_
136Zola schept maar houdt geen spiegel voor de dingen/
137schept ze verbazend maar schept/ dicht_ daarom is
137ahet zoo mooi_
138Zooveel voor naturalisme en realisme die
139TOCH met de romantiek in verband staan_
140En ik blijf er bij dat ik ontroerd wordt als ik een
141schilderij zie uit die dagen van 30-48/13 een Paul
142Huet/ een oude Israels als de visscher van Zandvoort/14
142aeen Cabat/ een Isabey_
143Maar zoo sterk vind ik dat woord waar/ ne pas
144peindre le ton local – dat ronduit ik liever een
145schilderij zie dat lager staat dan de natuur/
146dan een dat precies zoo hoog staat als de
147natuur_
 2r:5
148Liever een aquarel die ietwat vaag en onaf is
149van den anderen kant/ dan een die opgewerkt is
150om de werkelijkheid te halen.
151De beteekenis van dat woord is breed – ne pas
152peindre le ton local – en laat den schilder
153vrij kleuren te zoeken die een geheel vormen
154en in een verband tot elkaar staan dat te meer
155uitkomt door tegenstelling met een andere reeks_
156Wat kan ’t me schelen dat ’t portret van
157een braaf burger precies me vertelt wat de water en
158'melk-/ rose-paarschachtige/ nietszeggende kleur
159van s’godvruchtigen mans gelaat is – waar ik
160nooit naar gekeken had_ Maar de
161medeburgers van ’t stadje waar het individu in casu
162zich zóó verdienstelijk heeft gemaakt dat hij meende
163verpligt te zijn ’t nageslacht op de hoogte zijner physionomie
164te houden – zijn zeer gesticht door de sprekende
165preciesigheid_
166KLEUR DRUKT UIT ZICH ZELF IETS UIT/
166adat kan men niet missen/
166bdaar moet men gebruik van maken_
167wat mooi doet, werkelijk mooi – is ook
168juist_– Toen Veronese de portretten
169zijner beau monde geschilderd had in de
170'Noces de cana/15 toen had hij al den
171rijkdom van zijn palet in sombere violetten/
172in prachtig goud achtige toonen er op besteed_ 2v:6
173Toen – was er nog een dun azuur
174en parelachtig wit waaraan hij
175dacht –
176dat niet voorkomt in den voorgrond_
177Hij dondert het er achter – en
178’t was goed/ verandert van zelf
179in de entourage van marmerpaleizen en hemel die eigenaardig
180de figurenrei completeert_
181Zoo prachtig is dat fond dat het van
182zelf/ spontanement ontstaan is
183uit een kleurberekening_
184Heb ik hier ongelijk in_
185Is ’t niet anders geschilderd dan iemand
186’t doen zou die tegelijk aan
187’t paleis had gedacht en aan de figuren?
188als één geheel_
189Al die architectuur en hemel is
190conventioneel en ondergeschikt aan
191de figuren/ berekend om de figuren mooi
192te laten doen_
193Dat is waarachtig schilderen – en komt
194mooier uit dan preciese nabootsing
195der dingen zelf. Aan één ding denken
196en de entourage er bij laten hooren/
197uit te laten voortvloeien_
198Het studeeren naar de natuur/ het worstelen
199met de werkelijkheid – ik wil ’t niet wegredeneeren_
200Jaren lang heb ik zelf haast vruchteloos  2v:7
201en met allerlei trieste resultaten het zoo
202aangepakt_– Ik zou die – fout
203niet willen missen_
204Dat altijd op die zelfde manier
205doorgaan gekkewerk en dom zou zijn/ dat
206bedoel ik – maar niet dat al mijn moeite
207absoluut verloren zou zijn_
208On commence par tuer/ on finit par guerir/
209is een doktersgezegde_
210Men begint met vruchteloos zich uit te
211sloven/ de natuur te volgen en alles is tegen
211aden draad in_
212Men eindigt met stil uit zijn palet
213te scheppen/ en de natuur klopt er mee/
214volgt er uit. Maar deze twee
215tegenovergestelden bestaan niet zonder elkaar_
216Te blokken/ al is ’t schijnbaar te vergeefs/
217geeft een vertrouwdheid met de natuur/
218een degelijker kennis van de dingen.
219En een mooi woord van Doré/ die soms zoo knap is!/ is
220je me souviens_16
221Ofschoon ik geloof dat de mooiste schilderijen
222betrekkelijk vrij uit ’t hoofd gemaakt worden/
223ik kan er niet van afscheiden dat
224men niet te veel naar de natuur
225studeeren/ blokken zelfs kan.
 2r:8
226De grootste/ magtigste verbeeldingskrachten
227hebben tevens dingen naar de werkelijkheid direkt
228gemaakt waar men verstomd van staat_
229In antwoord op uw beschrijving van de studie
230van Manet stuur ik U een stilleven van
231een open/ dus een gebroken wit/ bijbel in leer gebonden/ tegen een
232zwart fond met geelbruinen voorgrond/
233met nog een noot citroengeel.17
234Ik schilderde die in eens/ op één dag_
235Dit om U te laten zien dat als ik zeg dat
236ik misschien niet geheel voor niets geblokt heb/
237ik zulks meen/ omdat tegenwoordig het mij
238betrekkelijk heel grifweg afgaat een
239gegeven voorwerp/ wat den vorm of kleur
240ook zij/ zonder aarzelen te schilderen_
241Dezen laatsten tijd maakte ik eenige
242studies buiten van herfstlandschap.
243Ik stuur U binnenkort het stilleven en een van die
244herfststudies.18 ik schrijf dezer dagen toch
245weer en stuur dezen brief in haast om
246'te zeggen dat wat gij van ’t zwart zegt/
247mij goed beviel. gegroet_

248b_ à t_
249Vincent


100 [be]daard < Text lost due to an ink-blot.
158 melk-, rose-paarschachtige < melk rose paarsch achtige
170 cana, toen < cana.– Toen
246 dat wat < dat ik wat
top