1*Reeds eerder had ik U de goede ontvangst 2van Uw brief en ingesl. frs 150.- willen berigten_ 3Ook heb ik de Lhermitte Septembre ontvangen – 4die is prachtig.1
5Ge schrijft over de Poussins in de Louvre2 – 6ik houd veel van Poussin.
7Doch wat is het lang – al te lang – 8geleden dat ik die schilderijen zag.3 9Wat dat betreft – ik heb eene behoefte om 10schilderijen te zien/ waar ik wat aan 11doen moet. Juist in verband met dat 12ik krachtig hoop door te gaan om lui 13voor mijn eigen werk te vinden/ 14geloof ik dat het goed zal zijn ik 15nu en dan eens op reis ga_–
16Het meest verlangende naar Rembrandt 17en Frans Hals/ ga ik deze week een 18dag naar ’t museum in Amsterdam4 19met een kennis van me in Eindhoven5 20van wien ik U nog studies liet zien. 21Kan ik relaties aanknoopen voor mijn 22eigen werk/ ik zal ’t niet laten – en 23dat met volhouden ik het winnen zal 24geloof ik vast_
25Wat het werk betreft, ik heb den laatsten 26tijd zooals ik reeds schreef/ druk stilleven 27geschilderd6 & dat is mij uitmuntend 28bevallen. Ik zal er U van sturen. 29Ik weet wel dat zij moeielijk te verkoopen zijn – maar 30het is verduiveld nuttig en ik zal er van den 31winter veel aan blijven doen_
32Gij zult ontvangen een groot stilleven van 33aardappels – waar ik getracht heb corps in 34te brengen – ik bedoel de stof uit te drukken_ 35Zóó dat het bonken worden die zwaarte hebben 36en stevig zijn/ die men voelen zou als men 37er mede gegooid werd b.v._–7
39Die kwestie die ik met den pastoor gehad 40heb – daar heb ik niet veel last verder 41van gehad_–8 Er zullen echter op 42’t dorp nog wel godvreezende inboorlingen 43blijven die er mij op blijven aanzien/ 44want dat de pastoor heel 45graag mij de schuld van dat geval 46op ’t lijf zou kruijen is zeker. Daar 47ik er echter geen schuld aan heb 48laten mij de praatjes van dien kant
1v:3 49volkomen koel/ zoolang ze me in ’t schilderen 50niet hinderen neem ik er geen notitie hoe- 51genaamd van_– Met de boeren waar 52’t geval gebeurd is & waar ik veel ging schilderen/ 53ben ik goed gebleven & kan er net zoo 54gerust als vroeger in huis komen.–
55Ik ben nu bezig aan stillevens van mijn 56vogelnesten/ waar ik er 4 van klaar heb –9 57ik geloof dat die door de kleuren van 58het mos/ dorre blaren & grassen/ klei &c. 59wel aan sommige lui die de natuur goed 60kennen/ zouden kunnen bevallen.
61Ik schrijf U nog wel eens aan ’t eind 62van deze week als ik van het togtje naar 63Amsterdam terug ben.
64Daar ik volgende maand mijn huur weer 65te betalen heb/ convenieert de uitgaaf me 66maar half of in ’t geheel niet_– Maar het 67moet eens.– Spoedig meer dus.
70dat ik in mijn werk op den duur er door winnen 71zal als ik meer schilderijen zie/ geloof ik zeker – 72omdat als ik een schij zie/ ik na kan gaan waar 73’t mee gedaan is_–
74Wat Poussin betreft – hij is een schilder 75die bij alles denkt en te denken geeft 76– in wiens schilderijen alle 77werkelijkheid tevens symbool is_–10 78In het werk van Millet, van 79Lhermitte/ is ook alle werkelijkheid 80tevens symbool.
81Zij zijn iets anders dan wat men realisten noemt.
82tegen den winter/ als ik meer tijd er voor heb/ zal ik van dit soort gevallen eenige 83teekeningen maken.11 84la nicheé et les nids daar heb ik hart voor – vooral die menschennesten/ 85die hutten op de hei en hunne bewoners_–