Met een woordje wilde ik U zeggen dat ik een paar dingen gereed heb die ik u wel wilde sturen.
Het boek van Bracquemond heb ik meer dan eens gelezen, & heb er nog al over gedacht.1 Ofschoon wat hij zegt aangaande de kleuren niet nieuw is – ofschoon het neer komt op ’t zelfde – au fond – als de theorieën die Delacroix vond2 – ofschoon wat hij zegt over teekenen – modeleeren is teekenen, teekenen is modeleeren3 – ook niet nieuw is – toch, voor deze & andere waarheden heb ik zelden krachtiger woorden gelezen. Enfin – ik vind het boek zeer mooi – & heb er nog al over gedacht.–
Hetgeen ik voor U heb zijn eenige stillevens – van een mand met aardappels – vruchten – een koperen ketel &c.,4 maar die ik juist maakte in verband tot het modeleeren met verschillende kleuren. & ik wou wel dat Portier ze zag.
Ik zal ze U zenden zoodra ik het geld heb want ben in ’t eind van de maand.
Ben ook nieuwsgierig naar de Lhermitte, als er deze maand een is geweest.5
Ik heb verf laten komen van Schoenfeld in Dusseldorf –6 van een paar kleuren die ik hier niet goed krijgen kan.–
Dat het Schij van de aardappeleters7 van kleur niet goed is, ligt voor een deel althans aan de verf. Ik ben er aan herinnerd omdat ik een groot stilleven schilderde waar ik soortgelijke toonen zocht en, er niet over tevreden zijnde omdat ik er weer dezelfde dingen in kreeg van toen – het over maakte.8 En van die ondervinding uitgaande zou ik het veel beter gekregen hebben met mineraal blaauw, wat ik nu heb,9 dan met hetgeen ik tot nog toe had.