1*Met een woordje wilde 2ik U zeggen dat ik een paar dingen gereed 3heb die ik u wel wilde sturen.
4Het boek van Bracquemond heb ik meer dan 5eens gelezen, & heb er nog al over gedacht_1 6Ofschoon wat hij zegt aangaande de kleuren 7niet nieuw is – ofschoon het neer komt 8op ’t zelfde – au fond – als de theorieën die 9Delacroix vond2 – ofschoon wat hij zegt 10over teekenen – modeleeren is teekenen/ 11teekenen is modeleeren3 – ook niet nieuw 12is – toch/ voor deze & andere waarheden 13heb ik zelden krachtiger woorden gelezen. 14Enfin – ik vind het boek zeer mooi – & 15heb er nog al over gedacht_–
16Hetgeen ik voor U heb zijn eenige 17stillevens – van een mand met 18aardappels – vruchten – een koperen 19ketel &c./4 maar die ik juist maakte 20in verband tot het modeleeren met 21verschillende kleuren. & ik wou wel 22dat Portier ze zag.
23Ik zal ze U zenden zoodra ik het 24geld heb want ben in ’t eind van 25de maand.
26Ben ook nieuwsgierig naar de 27Lhermitte/ als er deze maand een 28is geweest.5
29Ik heb verf laten komen van Schoenfeld 30in Dusseldorf –6 van een paar kleuren 31die ik hier niet goed krijgen kan_–
32Dat het Schij van de aardappeleters7 van 33kleur niet goed is/ ligt voor een deel 34althans aan de verf. Ik ben er aan herinnerd 35omdat ik een groot stilleven schilderde 36waar ik soortgelijke toonen zocht en/ 37er niet over tevreden zijnde omdat 38ik er weer dezelfde dingen in kreeg van 39toen – het over maakte.8 En van die 40ondervinding uitgaande zou ik het veel beter 41gekregen hebben met mineraal blaauw/ 42wat ik nu heb/9 dan met hetgeen ik tot nog toe had.