1*Uw schrijven en ingesl. frs 20 heb 2ik in orde ontvangen & dank U er voor. Nu kan ik 3U berigten mijne kist aan Leurs verzonden te 4hebben met 7 stuks verschillende gevallen 5en om het wat compleeter te maken nog 12 kleinere 6geschilderde studies.1 Ik heb ook aan Wisselingh 7geschreven dat ik deze zending deed & hem verzocht 8ze te gaan zien. Echter blijft het mij spijten dat 9deze zending niet liever naar U is gegaan_ 10Als wij Leurs afbetaald hadden en 11gij deze zending hadt genomen en we hadden dan/ 12als gij er te veel van een zelfde soort kreegt/ uit de 13verschillende zendingen een & ander uitgeschoten 14om in Holland te probeeren/ ware mijns inziens zoodoende 15steeds hetgeen bij U bleef het beste geweest 16en eene kern om gaandeweg uit te breiden naarmate 17we vorderen. Gedane zaken/ zoo als ge zegt/ nemen 18echter geen keer. Om nu voorloopig te antwoorden 19op hetgeen gij schreeft betreffende teekeningen van 20figuren met entourage/ heb ik heden er eenigen 21afgezonden.2 Of die voor het doel van ze te encadreeren 22 geschikt zijn betwijfel ik – en ik zal er als ik 23in ’t veld wat gelukkig ben om iets beters te vinden/ nog 24wel spoedig eenige nieuwen zien bij te voegen.
25Wat betreft dat gij schrijft overtuigd te wezen 26nog niettevergegaante zijn in het bezuinigen/ 27kan uit Uw kasboek/ in geval uitgaven grooter zijn 28dan inkomsten/ U blijken_– Mogelijk ja_– 29Doch de reden???
30Nu ja – t’huis – kerelgij kunt 31het niet volhouden zóó als gij het nu doet_3 32Ik lijd er onder – dat kan ik U wel verzekeren – 33maar ik wil het desnoods goedvinden dat 34ik het er nog armer door gekregen heb dan andere jaren_ 35Maar worden zij er t’huis gelukkiger door en gaan 36zij er op vooruit en – – – de gevolgen voor later/ 37voor henzelf en voor U/ zult gij er gelukkig mede 38zijn_–
39Waarlijk – als ik in mijn eigen ervaring terugdenk/ 40als ik nadenk dat eenige jaren G&Cie 41eindigden met een 42mij zeer sterk getrokken voelen naar t’huis/ 43als ik denk hoe er voor mij een crisis op 44volgde/ verbijsterend/ en waarin ik zoo heel 45gaauw geheel alleen stond en alles en allen waar 46ik vroeger van gemeend had het blijven zou/ veranderde 47en niets er van steek hield_–
48Als ik aan die trieste tijden terugdenk 49vrees ik zoo zeer beslist dat het tegenwoordige 50voor U geen vasten bodem onder uw 51voeten zal blijken.–
52En dan voel ik mij gedrongen – niet als 53verwijt/ niet om U te verschrikken/ niet 54om U den moed te benemen maar 55'als een woord van harde waarheid – dat te 56zeggen/ dat mijne meening is de zon voor U 57kan ondergaan – ja – aan het ondergaan is_ 58Dat wat ik er bij voeg – Vernieuw U 59maar zoek die vernieuwing in het hart van het 60'vak: schilderen/ en handelen ook maar met 61eigen zaken/ is bewijs genoeg ik het niet 62verwijtenderwijs of beleedigenderwijs bedoel. 63Ik spreek als hebbende zelf strijd gekend 64en als midden in mijn gevecht zijnde_ 65Enfin_– Met ieder jaar dat men vordert in het 66leven schijnt de tijd sneller te gaan/ gebeurt 67er meer – hebben de dingen meer vaart. 68Dat ik het ronduit zeg/ is opdat 69ingeval er iets voor U verandert 70ge weten moogt ik het een natuurlijke/1r:4 71zeer begrijpelijke zaak zou vinden/ 72en wel verre van het U te verwijten U 73zou voorstellen slechts om meer zamen 74te doen en geen van beiden ons te 75laten overdonderen. Beiden integendeel 76te toonen dat er pit en energie – en 77liefde tot de kunst van een degelijk/ ernstig gehalte 78in ons zit_–
79Het is met mij zelf telkens zoo dat ik met 80vrij serieuse bezwaren te kampen heb/ wel verre 81van voorspoedig te zijn_– Goed – maar 82naarmate het uitwendige ongunstiger 83'wordt neemt het inwendige/ n.l. de 84lust in het werk/ toe. En openen zich – 85indien al geen nieuwe ressources/ toch nieuwe 86– vernieuwde – kansen_ Enfin_–
87Zooals gezegd/ bij deze kleine zending teekeningen voegde 88ik een paar nieuwen maar ik zal trachten er 89deze maand verscheiden bij te maken in het formaat 90van die erwtendopster/4 die de laatste was welke ik 91maakte_ Gegroet_
94Neem het mij niet kwalijk dat al 95is het het kostbaarste/ ik 96bij de figuren vooral blijf_– Hoe moeielijker 97de tijden zouden worden/ hoe meer ik zou zoeken 98juist dat meester te worden_ Want 99het is voorzien dat als de 100animo om te koopen niet grooter wordt/ 101de lui die nog koopen blijven/ 102hooger eischen stellen en dan is 103het boerenfiguur iets wat nu nog terdeeg 104kans heeft om te blijven_
105En wat den Haag betreft – ik acht het 106mogelijk dat sommige lui die ik 107ken en die nu tegen me zijn/ 108te overtuigen zullen wezen_– 109En al moest het lang duren/ ik zal 110zoo ligt het niet opgeven/ vooreerst/ dat 111kan ik U verzekeren_–
112Het Ingres teekent heel prettig – en 113ik ben blij met die schetsboeken.
114Het boek van Bracquemond heb ik nog gehouden 115omdat bij eerste lezing ik 116hetgeen hij zegt van chaud et froid niet 117begrepen nog heb/ maar
2v:6 118ik geloof het iets belangrijks is dat hij 119van het licht zegt.5
120Dat is waar ik ’t mijne nog nader 121van hebben moet en dien te herlezen_ 122De andere hoofdstukken zijn ook 123belangrijk en zijn definities goed 124doordacht.–