1*Bij mijn 2schrijven van eergisteren1 wilde 3ik nog bijvoegen dat ik gisteren 4een brief van Rappard heb gehad 5en onzen twist geheel is opgemaakt/ 6dat hij mij een croquis zond van 7een groot schilderij van een steenbakkerij 8dat hij makende is.2 Dit ziet er 9heel oorspronkelijk uit – wilde 10men andere schilderijen 11zoeken die in den zelfden geest zijn/ 12het zou b.v. Meunier wezen van wien 13gij de mijnwerkers te Antwerpen zaagt.3 14Hij heeft een huisje buiten Utrecht gehuurd/ voor atelier slechts (en met 15licht van boven voorzien) bij de steenbakkerij/4 16en daar hij ook weder naar 17Terschelling gaat is hij weer diep in de 18natuur in en dat is mijns inziens beter dan 19in stad werken.–
20Ik wilde U echter zeggen dat ik hoop 21dat het met den twist dien wij 22hebben ook zoo zal afloopen 23en dat die zal geschikt worden_–
1v:2 24'Evenmin als ik zijn critiek kan5 25accepteeren/ evenmin kan ik geheel en 26al berusten in den tegenwoordigen toestand 27waarin het werk mij al te zeer belemmerd 28wordt door mijn finantieele moeielijkheden_ 29Dat te herstellen verlang ik niet van U 30alleen/ maar ik wil eenvoudig dat 31zamen (en ook niet ik alleen) wij ons 32best doen de dingen te doen vorderen_ 33Dat het voor U ook moeite is en 34niet makkelijk/ dat weet ik en als 35zoodanig apprecieer ik het ook gaarne/ 36maar moeite voor een doel doen 37is geen ongeluk en te strijden 38hebben is de voorwaarde van alle 39eerlijke overwinning_–
40De kosten bij het schilderen/ zij zijn 41niet altijd te ontwijken en ze 42niet te maken is soms de beste 43politiek niet/ want er zou niets degelijks 44van teregt kunnen komen indien men 45schroomde model of de noodige schilderbehoeften 46te bekostigen. En waar het voor mij 47schraler wordt in plaats van beter/ 48is het eindelijk zoo hoog geloopen dat 49ik bepaald klagen moet.
50En ik zeg nog eens/ laat 51ons het schilderzaakje van mij in orde 52houden want we kunnen vroeger of later 53het terdeeg nog noodig hebben_
54Als er storm aan de lucht is moet men 55de booten in goeden staat houden_ 56De man die ik nu in den Haag heb/ is 57Leurs/ die niet meer in den Practizijnshoek 58woont maar in de Molenstraat.6
59Hij verzoekt mij hem meer dan een schij 60te zenden om meer dan eene kans te 61hebben/ maar presenteert me zijn 62twee ramen_7
63En daar hij zelf zeer verlegen is om geld 64zal hij niet tegen wat moeite doen opzien_– 65Ik stuur hem een paar hutten/8 den ouden 66toren/9 en kleinere met figuren_–10 67En terwijl hij die laat kijken zal ik een 68paar nieuwen maken om hem aan 69den gang te houden.–
70Een tweede te s’Hage 71heb ik ook kans over te halen_–11
72Maar het komt er voor mij op aan 73door te kunnen werken_
74Ik heb sedert uw vertrek nog een 75schilderijtje gemaakt/ zoo groot als de 76knollenpluksters in de sneeuw/12 van
1r:4 77'den korenoogst: een maaier/ een vrouw 78die opbindt/ schoven en den molen/ 79zoo als gij de teekeningen zaagt_–13 Een effekt 80van s’avonds na zonsondergang.
82Ik stel U nu nog eens voor met Portier 83en Serret er eens over te praten dat ik er 84nog al inzit/ hun te animeeren te doen 85wat ze kunnen/ dat ik van mijn kant 86ook weer nieuwe dingen hun zal zien te 87zenden_
88En laat ons zien wij de kist wegkrijgen_15 89Ik heb ook nog 3 studies geschilderd van 90de vrouwtjes in de aardappels/ waar gij er 91reeds de eerste van zaagt.16
92Rappard had Wenkebach gesproken 93en in zijn brief was geen spoor meer 94van den toon die hij begonnen was 95aan te slaan. En ofschoon hij eerst naar 96Terschelling gaat/ schrijft hij er over dat 97hij nog studies hier wil komen 98halen.a Gegroet en voorspoed 99U toegewenscht.