1*In antwoord op Uw briefkaart 2wil ik U een & ander in overweging geven.
3Ik schreef U hoe na het overlijden van mijn vader ik 4hier op mij zelf ben gaan wonen/ en verzocht U te wachten 5dat ik spoedig U remitteeren zou.a
6Maar ziehier/ misschien weet U dat tot heden ik geholpen 7werd door mijn broeder die kunsthandelaar is te Parijs. 8Met mijn werk vorder ik echter/ de kans op verkoop 9staat voor mij beter dan vroeger maar tevens is het 10juist het moment waarop finantieele hulp van anderen geheel ophoudt 11en ik uitsluitend op mijn eigen werk slechts rekenen 12kan. Het overlijden van mijn vader en mijn verlangen 13om geheel op mij zelf te staan zijn twee 14veranderingen die mij voor ’t oogenblik nog armer 15maken dan vroeger_–
16En ziehier – gesteld U trekt op mij een wissel/ 17welnu ik kan niet betalen_ contant geld/ 18indien ik het heb/ is nu eens 10/ dan eens 5 19gulden en om dat nog te verdienen moet ik 20weer op nieuw doek/ verf/ penseelen betalen_– 21Dus indien U disponeerdet/ zoudt U tot het 22uiterste moeten overgaan (indien U uw geld 23vordert) van mijn meubels & wat ik verder heb/ 24te verkoopen.1
25Die bestaan uit een paar oude stoelen/ een 26werktafel van ruwhout en/ in een woord/ 27zijn dermate zonder waarde dat alles 28op een dorp als hier bij elkaar zeker geen 29f_ 10.- opbrengt.
30Wat wint U zoo doende? Wilt U dit 31doen/ zou mij vrij onverschillig wezen/ 32maar de weg om uw geld te krijgen is het 33gedecideerd niet/ maar als U wacht zoo 34betaal ik U ten volle.
35Indien U disponeerdet en deze geweldigen 36maatregel naamt – wel/ ’t ware nog in 37mijn voordeel.
38Ik heb maar één ding 39en dat wordt beter en beter/ dat zijn mijn 40schilderijen en teekeningen.
41'Ik hoor daarvan zoowel goed als kwaad 42zeggen en ieder kan er van denken wat men wil. 43Wat die nu betreft – als zijnde 44'het eenige waar ik U mede betalen kan – 45 wat wilt U_
46Wilt U wachten tot ik wat verkoop en mijne 47rekening vereffenen? goed/ ik ben niet 48oneerlijk/ betalen zal ik U/ als ik ’t maar heb.
54Vooreerst was mijn vader niet rijk en tweedens 55heeft niemand van de kinderen zijn aandeel 56gevorderd.2
57Mij dunkt dat U er niets aan verliest met te 58probeeren of U mogelijk succes hebt met 59mijn schilderwerk. Ik ben bereid U dat te 60zenden en dat zou U misschien niet tegenvallen_ 61En kon zelfs aanleiding worden ik 62niet alleen U betalen kon doch ook nog meer verf 63kon nemen_
64Om verf ben ik even verlegen als om geld 65tegenwoordig.
66Daar ik zeer bang ben voor schuld laat 67ik niet hoog oploopen/ ik koop zeer 68weinig en à contant en gebruik slechts 69verf3 die ik hier laat 70wrijven.
71Indien ik U moet laten wachten/ het 72is omdat ik zelf zeker harder moet 73wachten dan U_
74Wat disponeeren betreft/ ik zeg U 75uitdrukkelijk dat ik U volstrekt niet om 76gratie verzoek maar dat U tot het 77uiterste zoudt moeten gaan/ en 78ik zeg/ ’t ware in mijn voordeel want 79ik bezit letterlijk niets dan mijn gereedschap_ 80Wil in alle geval op mijn schrijven 81antwoorden_ Want weet dit/ dat 82natuurlijk 83indien U disponeert/ U zoodoende 84Uw doel niet bereikt en ik dan later U 85beslist niet betaal/ daar alsdan U Uwe regten 86verliest. Maar U zult betaald worden 87indien U hetzij beproeven wilt Uwerzijds iets van 88mijn werk voor me te plaatsen/ hetzij indien U 89afwacht tot ik wat verkoop van hetgeen ik heb 90staan. Ik betuig er U mijn leedwezen over maar 91de omstandigheden die ik U mededeel zijn mijn excuus_ 92Het gaat mij echter niet slecht en U moet vooral niet desperaat 93wezen over uw geld/ het zal teregt komen doch 94ik moet zelf harder en langer wachten dan U.
99Als ik oneerlijk was/ ware zeker geen moment 100geschikter om van enkele kleine schulden 101af te komen dan U Uw wissel te laten 102trekken en verder te laten komen wat wil_ 103Doch ik behoef nog niet al te zeer te vreezen 104voor het betrekkelijk zeer weinige dat ik te betalen 105heb. Ik werk te hard dan dat ik te vergeefs zou werken. 106Indien ik zeg tot U en tot Leurs/ 107die ook nog een f_ 25 van mij hebben moet/ kom 108met uw wissels! dan zijt U/ niet ik 109de verliezende partij_–
110Weet eens en voor altijd dat 111ik voor wissels bepaald niet bang ben_ 112Ik betaal zoo goed als alles contant 113en ik regel mijn behoeften dermate naar 114mijn geld dat ik er soms weken 115ben zonder een gulden uit te geven/ tenzij voor 116een brood.– Verleden jaar heb ik een leelijke 117zaak gehad met eene decoratie van een 118eetkamer die ik voor iemand maakte die 119mij niet betaalde. Als U nagaat dat 120ondanks alle inspanning ik het te kort daardoor 121ontstaan nog niet te boven ben
2v:6 122– de verf die ik van U en Leurs verleden jaar had 123was daarvoor – begrijpt U het jaar 124voor mij niet gunstig is geweest_
125Vrienden heb ik niet – maar toch 126zeg ik U/ wees niet desperaat over 127uw geld!
128Kunt U echter zelf er iets aan doen 129om mijn werk te laten kijken 130te s’Hage – Dat ware ’t beste/ 131en zoodoende zoudt U tegelijk 132misschien en u zelf en ook mij helpen_– 133Ik vraag geen hooge prijzen/ de som in 134kwestie is niet groot_ En ik stel U voor dus 135het te beproeven. Geld heb ik niet/ 136minder dan ooit/ want het is voor mij 137de periode waarin ik me onafhankelijk maak 138van alle subsidie.