1r:1
1Mijnheer Kerssemakers,
1*Het is met genoegen dat
2ik met Wenkebach heb kennis gemaakt.
3Ik acht het niet alleen mogelijk maar vrij denkelijk
4dat niet alleen hij maar ook Rappard van tijd tot
5tijd hier zullen blijven komen.
6Ten minste/ ik heb Rappard zoo lang gekend
7en zoo goed gekend dat ik geneigd ben het er
8voor te houden hij terug zal komen van zeker
9misverstand/ dat maakte dat wij een tijd koel waren.
10Ik heb hem zoo even geschreven maar ik verlang
11algeheele terugname en zonder voorbehoud van
12zekere dingen die hij van mijn figuren zeide
13en die ik beweer niet te verdienen_1
14Wat ik zeggen wilde in verband met
15Uw nieuwe studies is dat ter wille van
16de voorgronden vooral/ die steeds te
17onsolide mij voorkomen en maken
18er niet genoeg ruimte in komt/ is
19dat het/ stel ik me voor/ heel goed zou wezen
20dat U het ook eens met een perspectiefraam
21probeerdet. Want er is niets dat zoo leert
22kijken en de perspectief zoo leert voelen_  1v:2
23De fout is bij U zóó dat als U
24er één enkele met ’t perspectiefraam
25maakt/ U het dadelijk voelen zult/
26anders dan ik het in woorden
27zeggen kan. Om iets te voelen
28'moet men het weten/ goed en lang
29kennen zóó dat er overtuiging is_
30Wenkebach zei mij dadelijk dat hij vond
31U “heel veel teekenen” moest.
32De kwestie welke hij echter niet oplost is
33hoe?” Hoe?/ wanneer het wenschelijk
34is den aller kortsten weg in te slaan en Uw
35geval eenigzins anders/ heel anders dan dat
36van iemand die op zijn zeventiende jaar begint
37en dan niets anders te doen heeft_
38En ik zie er geen heil in om het U
39al te moeielijk/ al te hard en bar te
40maken. In tegenoverstelling
41en tegenspraak met veel anderen beweer
42ik men/ op later leeftijd beginnende/ ook
43nog bepaald iets goeds kan leeren schilderen
44en daar blijf ik bij_– Ik wou echter
45we meer zamen konden werken – ik vind
46dat/ ik zou zeggen/ bepaald noodig – en  1v:3
47ongelukkigerwijs is er altijd zoowel voor U als
48voor mij vrij veel tijd mee gemoeid om
49bij elkaar te komen. De oude schilders
50hebben het perspectiefraam altijd veel
51gebruikt/ het is de kortste weg_2
52En tenzij men de dingen afsluit/ moet
53men als beginner wel in den war
54gebragt worden door allerlei dingen in
55de omgeving waar men niet naar
56hoeft te zien/ zelfs niet mag kijken.
57Ik kan daar ook niet te sterk dus
58op aan dringen_
59Ik wil U hier ook nog bij zeggen dat
60hetzelfde model dat ik U gisteren
61liet zien/ ook binnenskamers te
62gebruiken is – als men het vastzet
63in een blok door middel van een schroef_3
64En U kunt het dan ook gebruiken
65om koppen te schilderen of te teekenen
66en voor figuren buiten.
67En ik geloof dat het U zóó praktisch
68helpen zou/ ik geloof dat U er zooveel
69nieuwe idees door zoudt krijgen en
70zoo veel meer voelen dat U U zelf er
71een heel eind verder mee brengen kunt/  1r:4
72dat ik regt gaarne de eerste
73keeren er eens voor tot U kom/
74al is ’t een heelen dag/ om U goed
75op dreef er mee te brengen_
76Wil mij dus laten weten of ik
77er hier een voor U bestellen zal
78of dat U er t’huis een zelf wilt
79maken/ wat U wel kunt met
80behulp van eenige schroeven alleen.
81Dan kunt U ’t mijne als model
82krijgen als U ’t noodig mogt hebben_
83Mijn indruk van Wenkebach is zeer
84gunstig maar toch vraag ik me af/
85waarom in godsnaam zitten landschap-
86schilders in stad/ waarom doen ze niet
87als de Franschen en gaan vierkant-
88weg zich buiten installeeren_– En hij
89voor één zou er wel bij varen_– U zaagt
90misschien wel dat ik hem even afsnaauwde toen hij zeide
91dat wat anderen mij ook reeds zeiden/ dat Stengelin “een zonderling
92mensch” was. Dat is een Franschman die midden op de hei
93in Drenthe zich een atelier heeft ingerigt4 – ik heb hem niet
94getroffen toen ik in Drenthe was maar zijn voorbeeld vind ik zóó
95goed en praktisch dat ik het ellendig vind dat de Hollandsche
96schilders die hem bezocht hebben allerlei tegen hem te zeggen
97hadden.– Na groete/ met een handdruk

98b_ à v_
99Vincent


28 men < met
top