Back to site

517 To Anthon van Rappard. Nuenen, on or about Thursday, 16 July 1885.

metadata
No. 517 (Brieven 1990 516, Complete Letters R54)
From: Vincent van Gogh
To: Anthon van Rappard
Date: Nuenen, on or about Thursday, 16 July 1885

Source status
Original manuscript

Location
Amsterdam, Van Gogh Museum, inv. no. b8386 V/2006

Date
We have dated the letter on or about Thursday, 16 July 1885, see letter 515, Date. Letters 518 and 519 were written later on the same day.

Ongoing topics
Meeting with Wenkebach (516)
Van Rappard’s reaction to the lithograph of The potato eaters (503)
The death of Mr van Gogh (486)

original text
 1r:1
Amice Rappard –
ik heb Wenkebach vandaag gesproken – en daar gij er hem ook een woord over gezegd had en hij wel iets van de kwestie bleek af te weten, sprak ik er – ofschoon niet in details – over. Zooveel alleen, dat ik ’t graag als een misverstand beschouwen wilde maar dat ik niet zal toegeven uw verwijten over mijn werk.–1 Wel – met alle pleizier – dat ik dikwijls – net als dat met de meesten wel ’t geval zal zijn – heel dikwijls als ge wilt – een ding verkeerd doe voor ik ’t beter krijg.– Best.– Details van uw aanmerkingen zijn heel precies, als ensemble neen.
W. dacht dan ook ge er van terug zoudt komen.– ik heb hem juist nog gewezen dat als mijn figuren veranderd zijn, het juist ter wille van meer vorm en volheid is en dat waar ik vroeger een vaste lijn zette, dit juist soms maakte het figuur plat bleef – waar ik hoe langer hoe meer ’t land aan krijg.–
Het is nu misschien echter heel goed het eens zoo gebeurd is – want zoo heel ligt zult ge nu niet voor de tweede keer aan wat ge noemdet “’t wankelen in uw vertrouwen” raken.–
 1v:2
Gedurende een heele reeks van jaren heb ik met een heele reeks van personen één zelfde soort onaangenaamheden.– Als ik daar soms tegen protesteerde ik ze niet verdiende, werd het hoe langer hoe erger en wilde men geen woord daar van hooren – mijn ouders & heele familie, Tersteeg en met hem veel lui die ik toen, tijdens ik bij Goupil was, kende, zijn zóó ver gegaan in hun afkeuring van al mijn doen en laten dat in de laatste paar jaar, in plaats van langer tijd te verliezen om te trachten te overtuigen, ik, die geen tijd te verliezen heb, kortweg op mijn beurt hun ook den rug heb toegedraaid. En alles laat zeggen, denken, doen wat men wil, zonder me er iets van aan te trekken.
Op zich zelf staat nu deze onaangenaamheid met U niet, al denkt ge dat soms.– Ge hebt U laten overdonderen in deze door de algemeene opinie.
Als ge dat zelf nu zoo’n beetje voelt en er eens over nadenkt, dan, herhaal ik – kan ’t heel goed zijn we eens getwist hebben.–
 1v:3
Ik sta echter een beetje op mijn stuk want ik wil niet het ding blijve traineeren en ik wil geen slepende vriendschap.
of hartelijk of uit.
Ziedaar dus mijn laatste woord. ik wil dat ge goed ronduit en ten eene male zonder voorbehoud terugneemt wat in Uw laatste brieven – te beginnen met die ik U retourneerde – stond.
Dat is in mijn belang doch ook in het uwe want zoodoende vernietigt ge eene handelwijze welke, indien begrijpelijk, toch niet ten eenemale flink was van U.
Zoodoende vernietigt ge een misverstand dat niet te goeder trouw door U volgehouden zou kunnen worden en waarvan het verder doorvoeren parti pris van hatelijkheid zou wezen.– Op die conditie van algeheele terugname van die brieven beginnen we de vriendschap op nieuw en zal die om dit standje misschien nu steviger worden en beter gaan.
 1r:4
Wil me hierop antwoorden. Wat mijn familie betreft – bij gelegenheid van het overlijden van mijn vader – voorziende dat met hun het misverstand wel eeuwigdurend zou kunnen wezen – heb ik ter wille van de duidelijkheid – eenvoudig gezegd dat wat zaken betreft en manier van leven, ik te zeer andere inzigten had dan dat op den duur we accordeeren konden.– Dat ik verlangde te doen absoluut volgens mijn eigen inzigten voor me zelf echter.– En dat van de nalatenschap ik mijn aandeel afstond2 – omdat, met mijn vader in de laatste jaren groote oneenigheid gehad hebbende, ik mij zelven geen regt toekende noch ook begeerde op wat ’t zijne was.– Dit coupeert kort en bondig verdere onaangenaamheden met mijn familie, zult ge toegeven.– Die zijn dus uit en verder ben ik heel wel met hen. Waar ik echter een zóó krasse maatregel neem aan den eenen kant, begrijp s.v.p. dat als ik ’t met u regt gaarne opmaak, ik er ver van daan ben uw grieven toe te geven, en mijn conditie is en blijft, algeheele terugname van Uw brieven die, al zijn de details hier en daar juist, in zijn geheel bepaald door mij onverdiend zijn. Gegroet.

Vincent

translation
 1r:1
My dear friend Rappard,
I spoke to Wenckebach today — and since you’d also had a word with him on the subject and he seemed to know something about the matter, I talked about it — although not in detail. Only as much as that I would be happy to regard it as a misunderstanding, but that I won’t allow your reproaches about my work.1 I will — with great pleasure — admit that I often — as is the case with most people — very often, if you will — do a thing wrong before I get it better. Very well. Details of your comments are very accurate; as a whole, no.
In fact, W. thought that you would take them back. I’ve just shown him that if my figures have changed it’s precisely to gain more form and fullness, and that where I used to put a firm line, this sometimes actually meant that the figure stayed flat — which I’m coming to detest more and more.
Now perhaps it’s a very good thing that it happened like this, though — for you won’t so easily undergo what you called ‘the shaking of your faith’ a second time.  1v:2
I’ve had the same sort of unpleasantness for a whole series of years with a whole series of people. When I sometimes protested that I didn’t deserve it, it just got worse and worse, and people didn’t want to hear a word about it — my parents and the whole family, Tersteeg and with him many people I knew then, when I was with Goupil, went so far in their condemnation of everything I did that in the last few years, instead of wasting more time trying to persuade them, in my turn I, who have no time to waste, simply turned my back on them as well. And let people say, think, do anything they like without taking any notice of it at all.
This unpleasantness with you is not an isolated instance, even though you may think so. You’ve allowed yourself to be carried away by the general consensus.
If you now feel a little of this yourself and just think it over, then, I repeat — it could be a very good thing that we’ve quarrelled.  1v:3
I’ll stick to my guns a bit, though, because I don’t want the thing to keep dragging on, and I don’t want a grudging friendship.
Either cordial or over.
So there you have my final word. I want you to come right out and take back once and for all, without reservation, what was in your last letters — beginning with the one I sent back to you.
This is in my interest, but in yours too, because in so doing you’ll undo behaviour which, if understandable, was nonetheless not exactly spirited of you.
In so doing you’ll undo a misunderstanding that you couldn’t in good faith persist in, and clinging to it would be prejudiced spite. On this condition, that you take back everything in those letters, we can begin the friendship anew, and because of this rebuke it may now perhaps be stronger and fare better.  1r:4
A reply to this please. As for my family — on the occasion of my father’s death — foreseeing that the misunderstanding with them could have gone on forever — I simply said for the sake of clarity — that as far as practical matters and way of life were concerned, my views were too different for us to able to agree in the long run. That I wanted to act entirely according to my own views, but only for myself. And that I relinquished my share of the inheritance2 — because, having been greatly at odds with my father in the last few years, I didn’t consider that I had any right to nor did I have any wish for what was his. This cut short any further unpleasantness with my family, you’ll admit. So that’s finished, and for the rest I’m getting on very well with them. Where I take such a drastic measure on the one hand, though, please understand that although I would gladly make it up with you, I am far from accepting your complaints, and my condition is and remains complete retraction of your letters which, although the details are correct here and there, I certainly don’t deserve as a whole. Regards.

Vincent
notes
1. The lithograph The potato eaters (F 1661 / JH 737 ).
2. Cf. for this inheritance: letter 506, n. 21.