1*Daar het vandaag Zondag is wilde ik U weder eens 2schrijven. Omdat ik nog verzuimd heb iets te zeggen van het 3schij van Uhde/ Laissez venir à moi les petits enfants_–1 4Ja – ik vind het mooi – maar nieuw – is het niet_– 5Interieurs in helderen toon met boerenkinderen – zonder mystiek 6Christusfiguur/ zooals Israels/ zooals Artz/ vind ik mooier dan dit waar 7men een mystieken christus op den koop 8toe krijgt.– De kinderen zijn zeer mooi 9van karakter – zijn ze echter beter dan die 10van Lobrichon/2 Frère of zelfs Knaus/ Vautier/ zooals zij vroeger waren in hun goeden tijd_
11Meen niet dat dit weinig is want al die lui die ik 12opnoem/ ze waren vooral vroeger enorm knap 13als karakter teekenaars.
14Tegen ’t Schij Uhde heb ik dat er iets kouds 15in is als in de nieuw baksteenen huizen en 16scholen en kerken van methodisten_–
17En ik krijg – vergeef het me – ondanks 18de groote verdiensten van alles in ’t schij/ 19heimwee naar de minder orthodoxe manier 20van schilderen van Decamps of Isabey_3
21Enfin er is iets après tout 22teringachtigs in en ik vind een Corot/ 23een Dupré/ een Millet zoo oneindig gezonder 24geschilderd is_–
25Ik spreek echter naar aanleiding van de 26reproductie/ ik acht het best mogelijk 27dat als ik ’t schij zag/ ik er meer verzoend 28mede zou raken wat de techniek betreft_– 29Ge weet hoe veel ik toch van de heldere lui 30ook houd – maar – ziet ge – ’t wordt te 31erg en Mantz zegt het heel fijn – 32hij zegt/ ceux qui rêvent toujours partout le 33maximum des clairs/ trouveraient d’une intensité un peu 34noire les verts de M_Harpignies_4
35Juist ziet ge: Dat men 36elk effekt tegen een 37krachtig en gekleurd licht in/ elke slagschaduw ketterij 38begint te vinden – dat men nooit meer 39schijnt te wandelen s’morgens heel vroeg 40of s’avonds bij zonsondergang/ dat 41men niets meer zien wil dan 42middag licht of gaslicht en dat nog wel 43elektrisch!
44Neen – dit alles werkt bij mij uit 45dat ik me zelf soms betrap op verlangen 46om dingen te zien – wel/ b.v. zooals de 47verhuisdag van Nuyen/5 zooals een oude 48Leys/ zooals een Cabat – een Diaz/ 49Lepoitevin_–
50Misschien ziet ge hierin niets dan een altijd 51in de contramine zijn van me_–
52Maar ik stel toch op den voorgrond – dat ik het 53schij van Uhde zeer mooi vind – alleen/ 54nadat ik ’t mooi gevonden heb is de nasmaak 55verre van onverdeeld aangenaam – althans niet erg 55aopwekkend in verband met dat die schilders er in latere schilderijen niet beter 55bop plegen te worden_
56Enfin – het is een echt schilderij voor het huis G&Cie/ 57van hun beste_ Knaus hebben ze ook gehad 58bij G&Cie/ en Lobrichon ook_– Ik verzeker U 59dat ik niet systematisch dat alles weggooi – 60verre van daar_– Drukt het uit wat ik bedoel als ik het 61zoo zeg: het is een goed schij van de Heeren Goupil & Cie_ Drukt het 62uit wat ik bedoel als ik zeg: beaucoup – 63mais beaucoup – de talent/ autant que possible – du genie? – non_6 64Dit schij van Uhde – is veel Duitscher 65(zie in ’t artikel van Mantz hoe fijn hij Meyerheim 66railleert “nature-mortier”/7 hebt ge dat opgemerkt)/ is/ zeg ik/ 67veel Duitscher dan ’t lijkt.–
68O die wijze/ die nieuwe/ die alles beter 69wetende lui van de nieuwe vooruitgang 70die Harpignies critiseeren!– ik wed 71toch dat gij dat zelf ook niet uitstaan 72kunt – en in gehalte zijn zij een nieuwe 73editie van M. Prudhomme van Monnier.8
74Om over iets meer opwekkends te spreken – 75ik sluit hierin een houtsnee naar Clausen/ 76die begon vrij Duitsch maar heeft zich overwonnen/1r:4 77zooals Neuhuys zich ook dikwijls overwint. 78ziedaar – dit is de reden waarom ik het prentje u insluit – 79ziedaar eindelijk iets uit de engelsche kunst 80dat mij herinnert aan werk van Pinwell en 81Fred Walker. Het is weer anders dan Millet – 82maar ge zult zien/ al kijkt ge er lang op/ het 83verveelt niet_–9
84Doe het prentje niet weg want men ziet zoo 85zelden iets van die zeldzame kunst. die men 86niet met b.v. Bridgmann10 verwarren moet_ 87En het andere prentje/ minder mannelijk wat betreft de 88opvatting/ is magtig goed wat sentiment betreft. en ook echt 89oorspronkelijk.
90Ik werk dagelijks hard aan figuurteekeningen_– Ik moet er echter 91wel een honderd hebben – nog meer zelfs voor ik er weer eens 92af kan. Het is me te doen om iets anders te vinden dan 93mijn oude teekeningen en om het karakter van de boertjes – 94bepaald die van hier – te vinden.
95En we gaan naar den oogst – en dan moet ik én bij ’t koren 96oogsten én bij ’t aardappels uitdoen er een campagne tijd 97van maken. Het is dan dubbel moeielijk model te hebben 98en toch moet het/ want hoe langer hoe meer word ik overtuigd 99dat men niet te conscientieus kan zijn/ dat men altijd 100en eeuwig zich moet inspannen op wat Daudet (in l’histoire 101de mon livre/ een artikel dat ik pas van hem las over les rois en exil) 102noemt: la chasse au modèle_–11
103Ik zou Serret graag ook de studies van den oogst laten 104zien.12 Ik weet daarom niet precies wanneer ik de portefeuille 105studies naar ’t model zal kunnen zenden. Maar toch 106in elk geval over niet al te langen tijd. En ik zal 107nog een stuk of 3 hutten – geschilderde studies 108'als die van laatst13 – ook zenden/ vóór den oogst 109hoop ik.– Vergis ik me dat er in den ouden toren14 110iets goeds is? Hebt gij die al uitgehaald? 111Ze zijn nu beiden droog genoeg voor een vernisje 112en hebben het hard noodig omdat onder beiden 113iets anders onderzit.15 Weet ge bij raming reeds iets 114betreffende den tijd van uw komst?16 En zijn 115er geen nieuwe L’Lhermittes?17 Gegroet/ met een 116handdruk_
118Ik zeg nog eens dat er voorbeelden zijn/ maar al te veel/ van de 119heel heldere lui/ dat ze later of krijtachtig of olieachtig worden_ 120het is omdat zoo dikwijls ik dat opmerkte/ dat ik een zeker voorbehoud heb/ niet onverdeeld ’t schij Uhde mooi kan vinden. De twee smids van Rafaelli18 121zijn zeer mooi_–