Zooeven heb ik Germinal ontvangen, waar ik onmiddelijk aan begonnen ben. ik heb er een 50 pagina’s van gelezen – die ik prachtig vind. ik heb er ook eens geloopen.–1
Ziehier een croquis van een kop die ik zooeven mee breng.2 Gij hebt bij de laatstgezonden studies dezelfde ontvangen, n.l. de grootste die er bij was. doch glad geschilderd.3
Ik heb nu de penseelstreek niet uitgestreken en de kleur is trouwens ook heel anders. Ik heb nog geen kop gemaakt die dermate peint avec de la terre4 is en er zullen er nu wel meer volgen.
Als alles goed gaat – als ik wat meer verdien zoo dat ik meer op reis kan gaan – welnu dan ga ik, hoop ik, ook de mijnwerkerskoppen eens schilderen. Ik werk echter door tot ik geheel en al zeker van mijn zaak ben – zóó dat ik nog sneller werk dan nu en in b.v. een maand tijds ook een 30tal studies meebreng.
Ik weet niet of we geld verdienen zullen maar als ’t maar genoeg is om verschrikkelijk veel te werken dan ben ik content, datgene te doen wat men wil is de kwestie.
Wat heeft Portier gezegd van de aardappeleters.5 ik zelf weet ook er gebreken in zijn, toch, juist omdat ik zie dat de koppen van nu krachtiger worden, durf ik beweren dat in verband met volgende schilderijen de aardappeleters ook wel blijven zullen.
Ik ben verleden jaar dikwijls wanhopend geweest op de kleur. doch ik werk nu veel geruster. Ge moet maar eens schrijven wat gij ’t beste vindt, of ik mijn werk van nu bewaren wil voor Antwerpen of dat ik het zoodra mogelijk aan u en Portier zend. Want mij is het onverschillig. ik heb nu klaar 7 koppen6 en 1 aquarel,7 dus ik zou weer een kleine zending kunnen doen. Gegroet, nogmaals dank voor Germinal, ik zit er terwijl ik schrijf nog in te lezen. Het is prachtig.