1*Wel bedankt voor Uw brief en voor 2de ingeslotene frs 50, die me deze maand in 3’t bijzonder regt welkom waren met de verhuizing. 4Ik denk dat op den duur ik er heel wat tijd door winnen 5zal met op de werkplaats te wonen/ daar ik b.v. s’morgens 6vroeg al dadelijk aan den gang kan gaan/ terwijl het 7’t huis zóó was dat ik er niets doen kon.
8Ik heb dezer dagen hard gesjouwd op teekeningen. 9De oude toren in de akkers wordt afgebroken_– 10Er was nu een verkooping van houtwerk 11en leien en oud ijzer/ o.a. het kruis_1
12Ik heb daarvan eene aquarel klaar in de 13manier van die houtverkooping doch ik geloof 14beter.2 Ik had tevens een tweede groote 15aquarel van het kerkhof die tot nog toe mij 16is mislukt_
17Doch ik heb het toch goed in mijn hoofd wat ik er 18in wou – en misschien zal ik op het derde 19vel papier nu krijgen wat ik bedoel. En indien 20niet/ dan niet_– Daareven heb ik de twee 21mislukkingen weer uitgesponsd doch ik ga 22het nog eens probeeren.3
28Het een & ander was oorzaak dat ik U van de ontvangst 29van uw brief nog geen berigt zond.
30Ik werk zoo hard ik kan omdat ik er over denk 31met die kennis van me in Eindhoven de Antwerpsche 32tentoonstelling eens te gaan zien/ als ik het lappen 33kan.6 En ik wou dan wel wat werk medenemen 34om er zoo mogelijk ginder nog iets mee te doen. 35Verlangend ben ik te hooren of M_ Portier 36de aardappeleters7 heeft gezien.
37Hetgeen gij zegt van de figuren is waar/ 38dat als figuur ze niet zijn als de koppen er 39van. Ik heb er dan ook over gedacht het heel 40anders aan te leggen/ namelijk het aan te 41pakken van uit de torsen in plaats van 42uit de koppen.
43Doch dan zou het iets gansch en al anders 44geworden zijn_
45Vergeet echter bij wat het zitten betreft niet
1v:3 46dat de luidjes geenszins op gelijksoortige 47stoelen zitten, als in een café van Duval8 48bij voorbeeld.
49Het mooist wat ik zag was dat de vrouw eenvoudig 50op haar knieen lag – dat is in de eerste 51schets die ik U stuurde.9
52Maar enfin/ ’t is nu eenmaal geschilderd 53zoo als ’t geschilderd is en we doen ’t nog 54wel eens over – en dan zeker niet eender. 55Ik ben dezer dagen ook weer druk aan het 56teekenen van figuurtjes_
57Dank ook voor het gezonden No van le Temps 58met het artikel over den Salon van Paul Manz. 59In lang heb ik zoo’n goed artikel niet gezien.10 60Ik vind het zeldzaam goed – den aanhef – 61’t schij van die Laplanders die in hun duistere 62hut na den langen winternacht de zon zien 63verrijzen – hoe in zake kunst men ook zoo 64zit te wachten naar licht_–11
65Dan onmiddelijk daarop zijn wijzen op 66Millet/ die beslist nieuw licht heeft gegeven 67– “et qui restera”_12
68Dan te wijzen op L’Lhermitte als opvolger 69van Millet – ik vind het alles mannelijke 70taal en uitmuntend van juistheid en groot 71aankijken.13
72Doch ik vind het jammer dat hij Roll noemt 73“un commençant”14 – want dat is denigreeren 74en Roll heeft al zooveel moois gemaakt en 75is – hors ligne_–
76Hors ligne sedert zijn Greve de mineurs15 reeds 77althans_– Dat Paul Mantz zegt dat de arbeiders 78van Roll niet erg hard werken en dat het 79“un rêve” is.16 Welnu – het is aardig gevonden en 80er is iets van aan. Alleen is het toch weer juist 81omdat het Parijs is en niet het nuchtere werk 82van ’t veld. Een stadsarbeider is toch ondertusschen 83maar net zoo als Roll hem schildert.
84Rappard heeft een schij in Antwerpen dat ik 85denk zeer mooi zal zijn/ ten minste de schets 86die zoo goed als niemand mooi vond, was mijns 87inziens erg goed. ik vind hem zeer knap.17
88Hebt gij het boek van Zola reeds uit/Germinal_18 89ik zou het erg graag lezen en zal het binnen een 90dag of 14 terugzenden. Is de maand Mei van 91l’Lhermitte er al?19
92ik vind in het artikel van Mantz ook erg goed 93en logisch wat hij over kleur in 4 woorden weet 94te zeggen/ als hij spreekt over “des bleus cendrés 95que nous aimons”20 en “les herbes de la prairie 96sont très vertes/ le taureau est brun roux/ la jeune 97fille est rose/ voila l’accord de 3 tons”/21 98als hij over die zelfde kwestie spreekt betreffende 99l’Hermitte.22
105ik voeg hier nog een woordje bij – ik kan U niet 106genoeg aanraden voor U zelf uit te werken 107die verschillende stellingen van Eug_ Delacroix 108betreffende kleur.
109Ofschoon – niet op de hoogte – ofschoon 110lang uit de kunstwereld – wegens mijn klompen &c_ – 111uitgezet – toch zie ik b.v. aan dat artikel 112van Mantz dat er nog kenners en liefhebbers 113zijn/ ook nu/ die – iets weten – en wel datgene 114wat Thoré/ wat Theophile Gautier wisten_ 115En dat/ de zich noemende beschaafdere 116wereld van vooruitgang daargelaten 117voor wat ze is/namelijk een misleiding/ 118het neer blijft komen op ’t geen in 119b.v. 48 reeds de hervormers in zake 120smaak mannelijk en krachtig hebben 121verkondigd.
122Even als hier in Holland Israels niet 123overtroffen zal worden maar dunkt mij 124blijven zal als de meester. En in Belgie Leys en 124ade Groux.
125Vergis U vooral niet als wilde ik 126aandringen op navolging want ik 127bedoel dat geenszins.24
128Gij hebt veel meer gezien dan ik – en ik wou dat 129ik gezien had wat gij hebt gezien en nog dagelijks onder 130uw oogen krijgt.
131Maar misschien juist door het vele zien wordt 132het moeielijk na te denken. Enfin_–
133Mijn bewering is alleen dat het met U net is 134gesteld als met een massa anderen/ dat 135op later leeftijd gij de grondregels nog eens 136herhalen en op nieuw bestudeeren moet. 137Ik bedoel dat in Uw kwaliteit van kunstkenner gij net zoo 138goed als de schilders zelf – in het theoretische zelfs 139eigentlijk beter dan zij – waar gij moet raden en 140'over schilderijen die onder handen zijn spreken – zekere 141regels van kleurmenging en perspectief moet 142weten. Neem mij dit niet kwalijk want het 143'is waar wat ik zeg: dat zulks U meer praktisch zou 144te pas komen dan ge misschien denkt en U 145verheffen zou boven ’t gewone peil der handelaars. wat noodig is want 145ahet gewone peil is beneden peil. 146Ik weet uit eigen ervaring wel een beetje wat de 147handelaars weten en wat ze niet weten.
148Ik geloof dat ze er dikwijls in loopen en 149zaken maken waar ze later spijt van hebben/ juist 150door dat zij te weinig weten hoe een schij wordt gemaakt_ 151Enfin – ik weet ge U reeds moeite geeft – b.v. door 152het lezen van goede dingen als dat van Gigoux.25 153Studeer nog hard voor Uw eigen over de kleuren 154enz. Ik tracht het zelf ook te doen en ik recommandeer 155mij om ook te lezen al wat gij van dien aard 156vindt. Ik ben dezer dagen bezig om het geen 157Delacroix zei van het teekenen: ne pas prendre par la ligne 158mais par le milieu/26 in praktijk te brengen op het teekenen 159van een hand en arm.27 Men heeft daar gelegenheid genoeg 160om van ovalen uit te gaan. En wat ik er mee zoek te 161krijgen is niet een hand te kunnen teekenen maar 162de geste/ niet mathematisch correct een kop maar 163de groote expressie. Het den wind opsnuiven als een 164spitter even opkijkt b.v./ of het spreken. Enfin het leven.