1*Heden middag ontving ik Uw 2schrijven en wilde er dadelijk op antwoorden_ 3Verlangend ben ik een idee te krijgen van den 4Salon/ vooral ook naar ’t schij van Roll_1
5Het verwondert mij niet dat b.v. Durand Ruell 6nog geen notitie nam van de teekeningen_ 7En zelfs heb ik liever Portier niet overdrijve 8met deze mooi te vinden (ten minste ik voel dat ik ’t beter 8akan) 9omdat ik juist weer aan het veranderen ben 10en wel zoo dat ik geaarzeld vind dat van 11vroeger_–
12Ik denk dat ge zien zult wat ik bedoel aan 13het schij van de aardappeleters.2
14Ik denk dat Portier het begrijpen zal_ 15Het is zeer donker echter en in het wit 16b.v. is haast niet eens wit gebruikt doch 17eenvoudig de neutrale kleur die ontstaat 18als men rood/ blaauw/ geel dooreen mengt/ 19b.v. vermilloen/ Parijsch blaauw en Napels geel_– 20Die kleur is dus op zich zelf een vrij 21donker grijs maar doet wit in ’t schij_ 22Ik zal U zeggen waarom ik dat doe. 23Hier is ’t motief een grijs interieur/ verlicht 24door een lampje.
25’t Graauw linnen tafelkleed/ de berookte 26muur/ de stoffige mutsen waar de vrouwen 27mee op ’t land gewerkt hebben – dat 28alles/wanneer men door de haren van 29de oogen ziet/ blijkt bij ’t licht der 30lamp zeer donker graauw te zijn/ 31en de lamp/ ofschoon geelros schijnsel 32zijnde/ lichter nog – en heel 33wat – dan ’t wit in kwestie.
37Nu de vleeschkleuren – 38ik weet wel dat die bij oppervlakkige 39beschouwing/ n.l. als men niet er bij 40doordenkt/ het lijkenen wat men 41noemt vleeschkleur_
42Doch ik heb ze bij ’t begin van ’t schij 43zoo eens geschilderd – wat geel oker/ 44rood oker en wit b.v.
45Maar dat was veel te licht en 46deugde bepaald niet_–
47Wat toen gedaan_– al de koppen had 48ik af en nog al met veel zorg afgemaakt 49– maar ik heb ze grif overgeschilderd 50zonder genade en de kleur waar ze 51nu mee geschilderd zijn is zoowat de 52kleur van een goed stoffigen aardappel/ 53ongeschild natuurlijk_
54Terwijl ik dat deed dacht ik er 55nog aan dat het zoo juist gezegd 56is van de boeren van Millet – 57“Ses paysans semblent peints 58avec la terre qu’ils ensemencent_”3 59Een woord waar ik telkens onwillekeurig 60aan denken moet als ik ze aan ’t werk 61zie/ buiten zoowel als binnen. 62Ik houd het dan ook voor zeker dat 63als men Millet/ Daubigny/ Corot zou 64vragen een sneeuwlandschap te schilderen 65zonder wit te gebruiken – zij het 66doen zouden en de sneeuw zou 67wit lijkenen in hun schilderij.
1v:3
68Hetgeen gij zegt van de lith./4 dat het effekt 69wollig is/ vind ik zelf ook en is in zooverre 70mijn eigen schuld niet/ daar de lithograaf 71beweerde dat/ omdat ik haast nergens wit op den 72steen had gelaten/ het niet goed drukken zou_ 73Ik heb toen op zijn aanraden lichte plekken 74uitgebeten_ als ik ’t eenvoudig gedrukt had 75zoo als de teekening was zou het algemeen 76donkerder geweest zijn maar niet gerammeld hebben. 77en er zou atmosfeer tusschen de plans zijn 78gebleven_–
79Doch wat moet ik doen met het schij_ het is zoo 80groot als die spinster van verl. jaar_–5 81Ik heb het nu weer in de hut om er 82naar de natuur nog dingen aan te doen_ 83Ik geloof echter ik het af zal krijgen_ 84dit bij wijze van spreken – want mijn 85eigen werk zal ik eigentlijk nooit af of klaar 86vinden zelf.
87Ik kan er een kleiner van maken of 88een teekening echter/ als ge die liever 89hebt/ want ik voel het ding zoo dat 90ik ’t letterlijk droomen kan.
91Kunt ge U niet 92begrijpen ’t geval 93dat ik hier neerkrabbel 94prachtig was_– 95Toen ik vanavond 96naar de hut ging 97vond ik de luidjes 98aan het schoften 99bij ’t licht van 100’t raampje in 101plaats van 102onder de lamp_6
103O het was verbazend mooi. de kleur was 104ook eigenaardig – ge herinnert U die koppen 105tegen ’t raam uit geschilderd7 – op die manier was het 106effekt/ doch nog donkerder_–
107Zoodat de twee vrouwen en ’t interieur zoo wat net 108precies de kleur van donkere groene zeep hadden_ 109Doch het mannenfiguur links werd even verlicht door een 110invallend licht van een deur verderop_– Zoodoende 111werd kop en handen de kleur van b.v. een 10 centime 112stuk/ enfin dof koper_– En zijn kiel het fijnst mogelijk 113verschoten blaauw/ waar ’t licht raakte.
114Als ge weer schrijft/ antwoord dan s.v.p. eens hoe ge 115wilt dat ik met het schij zal doen. Natuurlijk moeten we 116'zorgen Portier iets nieuws krijge_– Doch ik kan 117net zoo goed het overschilderen op halve grootte b.v. voor hem 118en dit grootere b.v. eens n. Antwerpen sturen_
119Wat de heldere schilderijen van tegenwoordig betreft/ 120ik heb in de laatste jaren er zoo weinig van gezien_8 121Maar over de kwestie heb ik toch nog al 122gedacht. Corot/ Millet/ Daubigny/ Israels/ Dupré/ 123anderen – schilderen ook heldere schilderijen – n.l. men 124kan in alle hoeken en diepten door kijken enz_ – al zij 124ade gamma nog zoo diep_
125Maar ze zijn – bovengenoemden – geen van 126allen lui die letterlijk den lokalen toon schilderen/ 127ze volgen de gamma waar ze mee beginnen – 128voeren hun eigen gedachte door – in kleur & toon & 129teekening. En dat hunne lichten meestal vrij 130donkere grijzen zijn – op zich zelf – die in ’t schij 131licht doen door tegenstelling – dat is een waarheid 132die ge dagelijks wel in de gelegenheid zijt op te merken_
133Nu gegroet. Ge begrijpt/ ik zeg niet dat Millet 134geen wit gebruikt als hij sneeuw schildert doch 135'beweer dat hij en de an[dere] toonisten 136als zij wilden en ’t er eens om doen zouden/ 137dat leveren zouden op de zelfde wijs 138als Delacroix zegt van Paul Véronèse – 139dat hij blanke/ blonde/ naakte vrouwen 140schildert met een kleur die op zich zelf 141veel heeft van straatslijk_–9
144Ik denk dat gij in ’t schij wel zien zult dat ik een eigen manier van kijken heb maar dat het toch zich 145aansluit bij anderen – b.v. zekere belgen_–10
34Schandalig dat ze ’t schij van Josephson geweigerd hebben.11 35Maar waarom vereenigen zich de geweigerden niet om zelf wat te doen.–12 36eendragt maakt magt_–
8-8 a (ten minste [...] kan) < Added later; parentheses added by us..