de koppen die ik U beloofde heb ik eenigen van klaar, doch nog niet geheel droog. Doch zooals ik reeds schreef, ze zijn in een donkere hut geschilderd & ’t zijn – studies – in den regelregten zin van ’t woord.
In vroeger dagen reeds had ik een begin gemaakt met U geteekende studies te sturen.–
Dat zulks toen niet is doorgegaan is tegen mijn intentie geweest.–1
Ik werk hard en – stel dat slechts 1 van de 10 of 20 studies die ik maak iets hebbe dat ze de moeite waard doe zijn om te zien – die enkelen, ’t zij meer ’t zij minder in getal, al zijn ze nu niets waard, zijn ’t later welligt wel.–
Niet op zich zelf zoozeer als in verband met andere studies.–
Wat hier ook van zij – ik wil ’t op nieuw eens probeeren en zoodra ze dus geheel droog zijn & ik ze uithalen kan, stuur ik U een paar koppen en ook een schetsje van een garenwindster.2 En daar hoeft het bepaald niet bij te blijven – want daar meer dan een vol jaar ik haast uitsluitend me heb ingespannen op ’t schilderen, durf ik wel te beweeren deze iets anders hebben dan de eerste geschilderde studies die ik U zond.3
Als ik b.v. laatst die prachtige houthakkers van l’Hermitte4 zag, dan weet ik [zeer wel dat] een groote afstand me nog scheidt van zoo iets zelf te maken.– Doch wat betreft mijn opvatting en m[anier] van zoeken – n.l. steeds direkt buiten of in de [berookte],5 arme hut – encourageert mij ’t zien v[an] zijn [werk] want ik zie (b.v. aan detai[ls] in koppen in handen[) hoe] artisten als l’Hermitte ’t boerenfiguur niet alleen van op een vrij grooten afstand maar van heel digt bij bestudeerd moeten hebben, niet nu terwijl ze met gemak
1v:2 en zekerheid scheppen en composeeren, doch vóór ze zulks deden.–
On croit que j’imagine – ce n’est pas vrai – je me souviens – zei een die meesterlijk composeeren kon.–6
Wat mij nu betreft, ik kan nog geen enkel schilderij laten zien, desnoods nog geen enkele teekening.
Maar studies maak ik wel en juist daarom kan ik me heel best voorstellen de mogelijkheid er een tijd kome dat ik ook grifweg composeeren zal kunnen.
En trouwens ’t is moeielijk te zeggen waar studie ophoudt en schilderij begint.
Ik denk over een paar grootere doorwerkte dingen en als het eens was dat ik helderheid kreeg om de effekten die ik op ’t oog heb weer te geven – in dat geval zou ik die studies in kwestie nog hier houden want dan zou ik ze er zeker voor noodig hebben.– het is b.v. zoo iets:7
Ik heb er studies van koppen voor, zoowel tegen ’t licht in als met ’t licht mede en ’t heele figuur heb ik al verscheiden keer onder handen gehad, garen windende naaister of aardappels schillen.– En face en en profil.8 Of ik ’t echter klaar zal krijgen weet ik niet want het is een moeielijk effekt.
Doch ’k geloof wel er een paar dingen mee geleerd te hebben.