1r:1
1Waarde Theo,
1*Wel bedankt voor Uwe bezending
2illustrations/ waar ge me regt veel pleizier mede
3hebt gedaan.1 De diverse teekeningen van Renouard
4vind ik allen mooi & kende ze geen van allen.
5Doch – maar dit is niet om U meerdere moeite
6te geven maar wegens ik er dingen over schreef die
7op de andere teekeningen van hem misschien niet
8geheel & al toepasselijk zijn – doch de eigentlijke
9compositie van R_ die ik bedoelde is er niet bij/
10welligt is dat No uitverkocht. Het breede in
11’t figuur was daar superbe in – het was een oud
12man en eenige vrouwen & een kind geloof ik/ die
13niets zaten te doen in een weversinterieur waar
14de getouwen stil stonden.
15Van Salon 84 had ik nog niets in reproductie gezien
16en kreeg nu althans eenig idee van sommige
17interessante schilderijen door het Salon No_
18Onder anderen van die compositie van Puvis de
19Chavannes.2
20Ik verbeeld me dat de Harpignies met die ondergaande
21zon prachtig moet zijn geweest.3 En de schilderijen
22van Feyen Perrin/ waar croquis van in staan.4
 1v:2
23Wat mij ook trof was een meisjesfiguurtje van
24Emile Levy/ Japonaise/5 en ’t Schij van Beyle/
25Brûleuses de Varech6 en dat van Collin/ l’Ete/
263 naakte vrouwenfiguren.7
27Met ’t schilderen van die koppen ben ik druk
28doende. ik schilder overdag en s’avonds
29teekenen_ Ik heb zoodoende er zeker reeds
30een 30tal geschilderd & evenveel geteekend.8
31Met dit resultaat dat ik kans zie om het over
32een poosje hoop ik nog heel anders te doen.
33Ik denk dat het me voor ’t figuur in ’t algemeen
34helpen zal. Vandaag had ik er een wit
35& zwart/ tegen de vleeschkleur.
36En ik ben ook aan ’t zoeken naar blaauw
37altijd. De boerenfiguren hier zijn in den
38regel blaauw. Dat in ’t rijpe koren of tegen
39de dorre blaren van een beukenheg uit/ zoodat
40de verscholen nuances van donkerder & lichter blaauw weer
41levend gemaakt worden & aan ’t praten gebragt
42door oppositie met goudtoonen of roodbruin/
43is erg mooi en heeft me van ’t begin
44af hier getroffen.
 1v:3
45De lui dragen hier instinktmatig al mee
46van ’t mooiste blaauw dat ik ooit heb gezien.
47Het is grof linnen dat ze zelf weven/
48scheering zwart/ inslag blaauw. waardoor
49een zwart & blaauw gestreept patroon ontstaat.
50Als dat verflenst en wat ontkleurd door weer
51en wind/ is het een oneindig stillen/ fijnen
52toon die juist de vleeschkleuren releveert.
53Enfin blaauw genoeg om
54op alle kleuren waarin verborgen oranje
55elementen zich bevinden te ageeren en
56ontkleurd genoeg om niet te rammelen.
57Doch dit is een kwestie van kleur/ en de
58kwestie van den vorm is ’t geen er nog meer
59op aan komt voor mij op ’t punt waar ik nu me
60bevind. Den vorm uit te drukken gaat – geloof
61'ik – wel ’t best met een bijna monochroom koloriet
62waarvan de toonen hoofdzakelijk in intensiteit en
63in waarde verschillen. b.v. la Source van
64Jules Breton was geschilderd in een enkele kleur
65bijna_9 Maar
66men dient wel iedere kleur op zich zelf te bestudeeren
67in verband met haar tegenstelling/ eer men
68'goed zeker van zijn zaak kan zijn om harmonieus
69te wezen.
 1r:4
70Toen er sneeuw lag heb ik nog een paar studies van
71onzen tuin geschilderd.10
72Het landschap is sedert veel veranderd – we hebben
73nu prachtige avondluchten van lilas met goud
74boven toonige silhouetten van de woningen/
75tusschen de massas hakhout/ dat een rosse kleur heeft/
76waarboven ijle/ zwarte populieren uitsteken –
77terwijl de voorgronden verschoten en
78verbleekt groen zijn/ gevarieerd door strooken
79zwarte aarde en dor/ bleek riet aan de slootkanten_
80Ik zie dat alles ook wel – ik vind het even superbe
81als wie dan ook – maar mij interesseert nog meer
82de proportie van een figuur/ de verdeeling van
83het eirond van een kop en ik heb geen houvast voor
84de rest eer ik ’t figuur nog meer in mijn magt heb.
85Enfin – eerst het figuur – ik voor mij kan de rest
86niet begrijpen zonder/ en ’t is ’t figuur dat de stemming
87er aan geeft. Ik kan me echter begrijpen dat er menschen
88zijn als Daubigny en Harpignies en Ruysdael en zooveel
89anderen die absoluut en onweerstaanbaar worden meegesleept door het landschap op zich zelf/ hun werk voldoet ten volle omdat zij zelf voldaan
90waren door lucht en grond en een plas water en een struik.
92Ik vind het echter een almagtig aardig woord van
93Israels dat hij zeide van een Dupré – het is net een figuurschilderij.11
94Gegroet, en nogmaals dank voor de illustraties_

95b. à t_
96Vincent


61 ik – < ik
68 kan zijn < kan zij
top