Ziehier een paar krabbels naar de koppen waar ik aan werkende ben – die ik in haast & uit het hoofd maak.–1
Ik heb U geschreven hoe weinig ik over hield deze maand2 – ge weet hoe vorige maand het al ongeveer eender was.
Het is met mij zoo – en tegenwoordig meer dan ooit te voren – dat ik doorschilder zoo lang ik maar geld voor model heb.– Die einden der maanden waar ik dingen die eisschen ik er mee doorga soms moet laten zitten, ik kan U niet zeggen hoe ongeduldig en hoe verdrietig ik er over word.
Ik moet een 50tal van die koppen maken – terwijl ik nog hier ben en gedurende de wintermaanden betrekkelijk gemakkelijk de modellen van allerlei soort kan krijgen. Nu passeeren echter de wintermaanden – als ik er niet achterheen zit – zonder dat ik er zooveel maak als ik wil en als moet.
Reden waarom ik dan ook er achterheen zit – en ten allerzeerste er op moet aandringen dat als ’t U ook maar half mogelijk is, ge tracht mijn eind van deze maand te dekken.–
Ik heb niet veel noodig, ik ben met frs 20 of frs 30 een heel eind gedekt.–
Maar die zijn momenteel me meer waard dan frs 50 extra later. Met goed doorwerken komen die 50 koppen dezen zelfden winter af. Doch er is zooveel werk en tobberij aan dat ik ook iederen dag noodig heb.–
En ’t zal me juist hoop ik ’t middel wezen om tusschen U en mij schikking te maken die beter is voor weerskanten dan het tegenwoordige. Waarmee naar ’t me voorkomt we ons moeten haasten – juist om te voorkomen
1v:3 we twisten.–
Gegroet – als ge geleend hebt of leenen kunt, help me hiermede.
Daar ik niet al mijn verfrekening aan ’t eind van ’t jaar wilde hebben, heb ik deze maand zooals gezegd reeds een deel afgedaan.–
Maar dat het werk er onder traineert is iets wat ik niet dulden kan.
ik heb van Rappard een aflevering teekeningen van Renouard gekregen, “le monde judiciaire”, types van advokaten – misdadigers &c. – ik weet niet of ge er op hebt gelet – ik vind ze zeer mooi.3 En hij is iemand m.i. van ’t echte ras der Daumiers en Gavarni’s.