Back to site

472 To Theo van Gogh. Nuenen, on or about Friday, 28 November 1884.

metadata
No. 472 (Brieven 1990 474, Complete Letters 386b)
From: Vincent van Gogh
To: Theo van Gogh
Date: Nuenen, on or about Friday, 28 November 1884

Source status
Original manuscript

Location
Amsterdam, Van Gogh Museum, inv. no. b422 V/1962

Date
Theo must have complied with Vincent’s request for an extra 20 francs (see letter 471), since he thanks him for the money in the present letter. The fact that this thank you is not for the first instalment in December is evident from the start of letter 473. Letter 471 must have arrived in Paris on or about Wednesday, 26 November; assuming that Theo did not delay in sending the money because it was almost the end of the month, we have dated the present letter on or about Friday, 28 November 1884.

original text
 1r:1
Beste broer,
Dank voor Uw brief en het geld.
Aannemende dat waar is wat ge zegt, dat herhaaldelijk ge aan me zijt beginnen te schrijven doch er niet toe kwaamt dien brief eer af te maken – verkeer ik in ’t zelfde geval, daar ik al twee keer in den kagchel gooide wat ik U schreef – om reden ik ’t of te bitter of te lam vond. Wat zal ik U zeggen – uw brief klinkt me zeer correct en heeft een toon als van een goed ministre des Beaux Arts b.v.
Maar – dat neemt niet weg ik er niet veel aan heb en ’t me niet voldoet – en vooral uw “misschien later als ge u duidelijker zult hebben uitgesproken, zullen we in uw tegenwoordig werk misschien ook wat vinden – en dan niet doen zoo als nu”.... mooie belofte – maar – ministerieele fata morgana – in ’t oog van iemand als ik, die liever lager bij den weg een debouché vond mits in ’t tegenwoordige.
Ziedaar – dat débouché in ’t tegenwoordige, desnoods (niet bij verkiezing) bij marchands van 3e rang – is iets wat ik van U niet kan vergen in uw positie – que soit – maar gij kunt van mij niet vergen ik beruste in een ministerieele fata morgana, ik ben daar te praktisch voor après tout. Wil s.v.p. apprecieeren ik u een goed minister noem – en te zeer weet hoe verdomd slecht de lui1 boven den beganen grond in den regel zijn om met regt gaarne enkele lichtpuntjes, zelfs in ministerieele sfeer, op prijs te stellen.– Wat niet intransiganta is en waarom ik bij dezen zeker tegen ’t heilige huisje der intransiganten pis – zoo als ik dat wel meer doe – tegen heilige huisjes in ’t algemeen.
Ter zake echter – hebt ge wel eens bedacht, ik heb tegenwoordig dagelijks over de twee gulden onkosten – reken 1 voor model, 1 voor doek, verf – ’t komt niet goedkooper uit.–
ik heb nog rekeningen te betalen – en – ik moet naar Antwerpen.–
 1r:2
Mijn positie is hier wel wat al te gespannen, ik heb ’t niet prettig tegenwoordig en ’t kost me moeite genoeg om wat men noemt “zijn ziel in lijdzaamheid bezitten”2 vol te houden.–
T’huis vinden ze – al zijn er geen bijzondere standjes – après tout ook geen prettig vooruitzigt ik hier al te lang zou blijven. Wat ik me best kan begrijpen.–3 En ik kan toch niet weg – ’t zij geheel – ’t zij gedeeltelijk (gedeeltelijk als ik mijn atelier aanhoud, wat mijn plan is.) tenzij ik nog heel wat studies maak en – iets nieuws vind om me te caseeren te Antwerpen. Wil dit s.v.p. in consideratie houden. En als ge uw best zoudt willen doen om in ’t finantieele ’t me wat makkelijk te maken, geloof ik dat dan er werkelijk kans is voor later kalmte te bewaren, al zij ’t verre van eendragt. Die ik voor me zelf wensch en ook voor anderen, die bedaardheid.
Wat niet is kan nog komen, zegt ge aangaande mijn werk – en ik betreffende iets anders dan fata morgana zien in uw zeggen van “later zullen we enz. – (zie boven)”: Heden – is ’t me fata morgana en wensch ik, wat er ook van zij, Antwerpen te probeeren. Gegroet, met een handdruk.

b. à t.
Vincent

translation
 1r:1
Dear brother,
Thanks for your letter and the money.
Assuming that what you say is true, that you started to write to me repeatedly but didn’t get round to finishing the letter before — I’m in the same position, since I’ve already thrown what I wrote to you into the stove twice — because I found it either too bitter or too tame. What shall I say to you? — your letter sounds very correct to me, and has a tone like that of a good Minister for Fine Arts, say.
But — that doesn’t alter the fact that it isn’t much good to me and it doesn’t satisfy me — and above all your ‘perhaps later, once you have expressed yourself more clearly, we’ll perhaps also find something in your present work — and then not act as we do now’.... fine promise — but — a ministerial fata Morgana — in the eyes of someone like me, who would rather find an outlet at a lower level provided it was in the present.
There you have it — that outlet in the present, with 3rd-rate dealers if necessary (not from choice) — is something I can’t ask of you in your position — so be it — but you can’t ask me to acquiesce in a ministerial fata Morgana, I’m too practical for that, after all. Please appreciate that I call you a good minister — and know only too well how damned bad the people1 above the ground floor are as a rule, so I’m very willing to treasure a few bright spots, even in the ministerial sphere. Which isn’t intransigent, and it’s for that reason that I herewith certainly piss on the sacred shrine of the intransigents — as I often do — on sacred shrines in general.
To business, though — have you ever realized that I presently have more than two guilders in expenses daily — reckon 1 for the model, 1 for canvas, paint — it can’t come out any cheaper.
I still have bills to pay — and — I must go to Antwerp.  1r:2
My position here is rather too strained, I’m not comfortable at the moment and I have enough trouble sticking it out and ‘possessing my soul in patience’,2 as they say.
At home, after all — although there are no real rows — they don’t find the prospect of my staying here too long a pleasant one. Which I can well understand.3 And yet I can’t leave — either altogether — or partly (partly if I keep my studio on, which is my plan) unless I make a whole lot more studies and — find something new to settle me in Antwerp. Will you please bear this in mind? And if you’d do your best to make it rather easier for me financially, I believe that then there would be a real chance of keeping the peace later, albeit it far from concord. Which I wish for myself and also for others, that calmness.
What is not can yet come, you say, regarding my work — and I, regarding the perception of something other than a fata Morgana in your saying ‘later we’ll etc. — (see above)’: Today — it’s a fata Morgana to me and I wish, in any event, to try Antwerp. Regards, with a handshake.

Yours truly,
Vincent
notes
1. After this it originally said: ‘in a higher sphere’ (‘in hooger sfeer’).
a. Read: ‘Intransigeant’ (intransigent).
2. Cf. Luke 21:19.
3. Van Gogh added ‘Which ... understand’ (‘Wat ... begrijpen’) later.