Back to site

462 To Anthon van Rappard. Nuenen, between about Wednesday, 24 and about Monday, 29 September 1884.

metadata
No. 462 (Brieven 1990 463, Complete Letters R49)
From: Vincent van Gogh
To: Anthon van Rappard
Date: Nuenen, between about Wednesday, 24 and about Monday, 29 September 1884

Source status
Original manuscript

Location
Amsterdam, Van Gogh Museum, inv. no. b8380 V/2006

Date
The previous letters to Van Rappard were written on 21 September 1884 (letters 459 and 460). In the latter, Van Gogh says he hopes that Van Rappard will be able to come to Nuenen in October. Evidently there was no reply to this, since in the present letter he again asks whether Van Rappard already knows when he will be coming to stay, adding preferably in October (l. 41). This indicates that the present letter was written in September, and that some days have elapsed between letter 460 and this one. We have therefore dated the letter between about Wednesday, 24 and about Monday, 29 September 1884.

Ongoing topics
Set of decorations for Hermans (453)
Van Rappard’s visit to Nuenen (452)

original text
 1r:1
Amice Rappard.
Een heel enkel woordje in haast. Mijne ouders vroegen me gisteren of ik al iets naders van Uwe komst wist. Ik zeide ik in ’t algemeen wist naar alle gedachten ge in October kwaamt, maar nog geen nadere tijdsbepaling. Onder ons zeg ik U dat ofschoon ge ten allen tijde even welkom zijt en ten allen tijde kunt gewacht worden – ik geloof dat het ’t huis beter convenieert juist in October dan b.v. in November, in verband met dat later ik meen te weten ze andere logés verwachten, om reden waarvan in November ik zelf misschien een tijdje ergens anders heen ga.–
Gij zult hier in wat ik zeg wel zien dat niet alleen ik maar juist ook mijne ouders op U rekenen en ’t ons eene teleurstelling zou wezen als Uw bezoek afsprong.– Dermate dat ik zelfs spijt zou hebben U dit geschreven te
hebben indien ook maar ’t Uw bezoek verkortte.
 1v:2
Dat mijne ouders er over spraken was meer een wenk voor mij dat zekere lui, veronderstel ik, komen in November die mij liever niet dan wel ontmoeten, een wenk, herhaal ik, tot mij dat ze niet ongaarne zouden zien ik b.v. in November en misschien half December niet hier was.–1
Maar zij zoowel als ik verwachten U bepaald en zouden teleurgesteld zijn indien ge niet kwaamt.
Maar omdat ik reeds gezegd heb dat ik voornemens was in November een uitstapje naar elders te maken, juist met het oog om dan niemand in den weg te loopen, rekenen mijne ouders daarop.
Kom gij dus in October en zoo lang mogelijk. Zoo als trouwens in Uw laatsten brief staat. Maar ik moet weg gedurende November.
Het is hier heel mooi. Stel gij alleen niet al te lang uit. Gegroet – met een handdruk.

b. à t.
Vincent

 1v:3
Mij zelf convenieert het eigentlijk almagtig slecht in November niet hier te kunnen zijn en ik stel me voor ik toch in de buurt blijf, ergens anders in Brabant.–
Maar aangezien ik meen zij logés verwachten dan, wier gewoonte ’t juist is in ’t begin van den winter tot Kersttijd b.v. te komen, heb ik dadelijk zelf iets gezegd van een voorgenomen uitstapje dat eigentlijk geenszins mijn voornemen zou geweest zijn als er nu niet een aanleiding toe ware.
Nog iets – als ge komt, kom dan over Eindhoven, mij schrijvende met welken trein – ik ontmoet U dan aan het station Eindhoven. Dan gaan wij zamen naar dien man voor wie ik die decoratie maak – de 6 doeken waar ’k U reeds over schreef.–2 Die liefhebber is nu ze aan ’t copieeren en ze zijn alle 6 bij hem.– Hij is een heel aardige kerel, van zijn beroep goudsmid en drijver in koper & metaal voor kerksieraden &c.  1r:4 Me dunkt als gij op een morgen vroeg uit Utrecht gaat, zijt ge zoo wat vóór of na 12 te Eindhoven. Dan was ’t net ’t beste moment om zamen daar heen te gaan en tegen den avond met den trein of te voet naar Nuenen.

translation
 1r:1
My dear friend Rappard,
A very brief line in haste. My parents asked me yesterday whether I knew anything more about your visit. I said I knew in general that in all likelihood you’d be coming in October, but no further indication of the date than that. Between ourselves, I tell you that although you’re equally welcome at any time and can be expected at any time — I think that it would suit them at home better in October than in November, say, because I believe that they’re expecting other guests later, for which reason I may perhaps go somewhere else myself for a while in November.
You’ll see from what I say here that it isn’t just me but also my parents in particular who are counting on you, and it would be a disappointment to us if your visit were to fall through. To the extent that I’d actually regret having written to you like this if it even shortened your visit.

 1v:2
The fact that my parents mentioned it was more a hint to me that certain people who would, I imagine, rather not meet me are coming in November, a hint, I repeat, to me that they wouldn’t take it amiss if I weren’t here in November, for instance, and possibly half of December.1
But both they and I are definitely expecting you, and would be disappointed if you didn’t come.
But because I’ve already said that I was intending to go on a trip somewhere else in November, precisely with a view to not getting in anyone’s way, my parents are counting on it.
So do come in October, and for as long as possible. As you already said in your last letter anyway. But I have to be away during November.
It’s very beautiful here. Just don’t put it off for too long. Regards — with a handshake.

Yours truly,
Vincent

 1v:3
It’s actually almighty inconvenient for me not to be able to be here in November, and I imagine I’ll stay in the vicinity anyway, somewhere else in Brabant.
But since I think that they’re expecting guests then, whose custom it is to come at the beginning of the winter until Christmas time, say, I immediately said something myself about a proposed trip that actually wouldn’t have been my intention at all if there’d been no reason for it.
Something else — when you come, come via Eindhoven, writing to tell me which train — then I’ll meet you at Eindhoven station. Then we’ll go together to the man I’m making the decoration for — the 6 canvases I already wrote to you about.2 This art lover is now busy copying them, and all 6 of them are with him. He’s a very nice fellow, a goldsmith by profession, and a chaser of brass and metal for church ornaments &c.  1r:4 I think that if you leave Utrecht early in the morning you’ll be in Eindhoven shortly before or after 12. That would be the very best time to go there together, and go to Nuenen by train or on foot in the early evening.
notes
1. It is impossible to say who these ‘guests’ might have been. The family correspondence has nothing to say on the matter. It may be, however, that this had nothing to do with guests but everything to do with Margot’s return home – on 11 November 1884 Mrs van Gogh wrote to Theo: ‘Margot’s homecoming approaches; what will it be like then’ (FR b2262). Van Gogh consequently expected ‘a fuss’ and wanted to leave his hands free.
2. Van Gogh wrote about these finished studies for Hermans in letters 454 and 459.