1*ik schrijf U er nog een woordje 2over heen, om U te zeggen dat ik wel hoop 3heb de patient er boven op komt – ofschoon 4ik wel voorzie de gevolgen in den vorm 5van zenuwlijden en serieus en langdurig 6kunnen blijken. Veel – heel veel, hangt 7hier af van omstanders en familie – die 8eigentlijk geen beter dienst kunnen 9bewijzen dan haar vriendelijk te behandelen 10als ware er niets gebeurd/ of als ze dat niet kunnen 11maar te zwijgen. Ik heb van daag van haar 12zelf uitvoerige berigten gehad en haar broer1 13vertelt mij hij ook berigt heeft gehad_
14Er zijn hier gevaren van twee kanten 15Theo – aan den eenen kant dat een crisis 16van zenuwlijden zich vormt en losbarst als 17b.v. zenuwzinkingkoorts of hersenontsteking. 18Van den anderen kant bestaat er een gevaar 19voor melancolia of mania religiosa_a 20Nu echter/ wegens de patiente direkt behandeld 21is geworden bij ’t eerste verschijnsel/ wijl 22verder zij in een milieu is on ne peut 23plus geschikt voor iemandb in haar toestand tot zich zelf te brengen/ 24als logee – in ’t privé – bij een dokter 25die zij reeds van lang kent, hem en zijne 26vrouw – om deze redenen is er hoop
1r:2 27dat een crisis in een of anderen vorm kan worden gecoupeerd 28of afgeleid of geneutraliseerd door tijdige 29oppositie – dat het met een sisser 30afloopt/ een sisser in den vorm 31van een tijdlang onder die behandeling 32blijven en dan weer gecalmeerd in 33haar gewone doen terug keeren.
34Dat dit mij sterk agiteert evenwel, die heele 35geschiedenis, zult gij begrijpen als ik U zeg 36hoe juist in dien brief dien ik heden ontving 37ze zegt “dat niemand van haar familie haar 38eigentlijken gemoedsstrijd begrijpt/ dat zij 39probeert om zich af te leiden maar dat 40zij niet goed kan en meestentijds stil 41in haar kamer zit met een boek of een 42of ander dat ze van mij heeft gekregen”_
43Ik weet waarachtig niet hoe met de familie 44B. te doen – die waren eerst zeer 45onaardig tegen haar – en zelfs 46op den dag van haar vertrek lang niet allen 47lief of zelfs alleen maar goed – ofschoon ze ’t eigentlijke niet eens wisten_ Ik heb toen 48door intermediair van haar broer hare 49zusters2 doen weten dat ik 50bepaald hun den raad moest geven hunne
1v:3 51zuster satisfactie te geven voor ongegrond 52wantrouwen en zekere ongegronde verdenkingen/ 53welke te uiten primo voorbarig/ tweedens 54de plank mis/ derdens nagels aan de doodkist 55der patiente waren.– Dit heeft in 56zooverre gewerkt dat hare zusters in 57de laatste/ hare schoonzuster/ de vrouw van 58Louis3 in de eerste plaats/ een schrijven gestuurd 59hebben aan de patiente/ dat van toon heel wat sympathieker 60en heel wat zachter en beter was dan hunne 61eerste uiting. Louis B. zelf/ die de eenige 62der familie is die het naadje van de kous van het gif 63weet – ofschoon anderen soupçonneeren – 64doch juist tegengesproken worden door mij en 65door Louis – die iets meer weten – Louis B_ zelf 66heeft van ’t begin af aan praktisch flink 67en jegens haar sympathiek gehandeld. 68U aangaande/ als ooit iemand van wie soupçonneeren later 69U zou uithooren of gij iets weet 70van poging tot suicide/ houd U dan maar 71leuk_c Doch dit zal trouwens 72niemand doen/ tenzij misschien ooit 73Pa of Moe_–
74Ge begrijpt wel goed dat als ik U 75schreef ’t me denken deed aan een 76passage uit Mm Bovary – 77er hier niets is dat met de tweede 78Mm B_, over wie ’t boek eigentlijk is, 79te maken heeft – doch alleen de 80eerste Mm Bovary/ van wie bijna niets 81staat dan dat eene/ hoe en waarom 82zij stierf – op ’t hooren van een slechte 83tijding betreffende haar vermogen.4 84Hier was de oorzaak tot desperatie 85niet een slechte tijding betreffende 86haar vermogen maar de wijze 87waarop men haar verweet dat zij 88te oud5 was en dat soort van zaken. 89Enfin – binnen kort betrekkelijk/ 90over een dag of 14 of 3 weken/ 91zal ’t zich wel decideeren of er 92al dan niet nog eene gevaarlijke zenuwziekte 93zich openbaart.–
94Gegroet – ik ben altijd nog erg 95ontdaan hierover. Tot Pa en Moe 96moet ge er maar niet over spreken_