1r:1
Amice Rappard,
In lang heb ik U niet geschreven. eerst heb ik gewacht op antwoord op mijn laatsten brief doch heb verondersteld dit uitbleef wegens gij waarschijnlijk naar Drenthe zijt gegaan.1 Toen heb ik het erg druk gekregen zoodat ik de laatste weken niet tot schrijven kwam. Tracht nu echter eens een oogenblikje te vinden om me iets te laten weten van wat ge alzoo hebt uitgevoerd en vooral me iets te zeggen hoe het gaat met uw groote Schij van den Vischafslag.2
Ik ga nu voort over mezelf. Dezen zomer zag ik een huis te Eindhoven dat hoort van een gewezen goudsmid3 die nu rijk is en reeds herhaaldelijk eene verzameling antiquiteiten heeft bijeengebragt & verkocht. Deze man schildert zelf zoo’n beetje en heeft in zijn huis (dat ook weer met mooie en leelijke antiquiteiten is gevuld) eene kamer die hij zelf beschilderen wil. Hij had daarvoor een plan. Toen ik er kwam waren er 6 vakken, ieder van 1 1/2 meter lang bij 60c.m. hoog, die hij nog met iets vullen moest en waarop hij van plan was o.a. een laatste avondmaal te maken naar een plan van een teekening die zoowat in modern gothieken stijl was.
 1v:2
Toen zeide ik hem dat – daar ’t een eetzaal is – het vrij wat meer den appetijt dergenen die daar aan tafel moeten zitten zou opwekken, mijns inziens, als er op de muren in plaats van mystieke laatste avondmalen, scènes uit het boerenleven uit den omtrek waren geschilderd. Dit sprak de brave man mij niet tegen. En na een bezoek op ’t atelier maakte ik hem voorloopige krabbels van 6 motieven uit het boerenleven, Zaaier,4 Ploeger,5 Korenoogst,6 Aardappelpooten,7 Herder,8 Winter met ossekar.9 En die ben ik nu aan ’t maken. Doch derwijze dat ik die 6 doeken maak voor mijzelf, doch dat ik ze maak, wat formaat betreft b.v., met het oog op zijn vertrek toch, en hij betaalt mij mijn onkosten aan model en verf terwijl de doeken echter mijn eigendom blijven & ik ze terug krijg als hij ze gecopieerd heeft. Dit stelt me in staat dingen te maken die als ik voor alle kosten stond me wat te duur zouden worden. En het is een werk waar ik veel pleizier in heb en druk aan doende ben. Ik moet echter me nog al moeite geven om hem bij zijn copieeren dingen te wijzen.
 1v:3
Ik heb reeds geschilderde schetsen op de definitieve grootte van 1 1/2 meter bij 60cm zoowat van Ploeger10 en Zaaier11 en herder.12 Kleinere van Korenoogst13 en Ossekar s’winters.14 Dus kunt ge denken ik niet precies stil zit dezer dagen.
Schreef ik U reeds ik ook eene spinster en een anderen wever nog maakte.15
Ik heb gekregen een prachtig boek, J.F. Millet door Sensier16 en ik heb zelf gekocht een boek van Blanc, Grammaire des arts du dessin, ingevolge van een passage er uit aangehaald in Artistes de mon temps.17 Dit boek handelt over de zelfde kwesties zoowat als ’t boekje van Vosmaer18 doch ik voor mij lees Blanc veel liever. Als ge wilt kunt gij het boek van Blanc lezen en de Millet ook.
Gegroet – ook van mijne ouders – en geloof me

b. à t.
Vincent

top