1r:1
1Waarde Theo,
2Met genoegen vernam
3ik uit uw schrijven aan Pa en Moe dat gij
4plan hebt 4 Aug_ n. Londen te gaan
5en dan van daar naar hier te komen.1
6Ik verlang weer erg naar uw komst
7en om eens te weten wat ge vinden zult
8van ’t werk dat ik sedert gedaan heb.
9’t laatst wat ik maakte zijn een
10paar nog al groote studies van
11Ossekarren/ een zwarten os2 en een
12roodbonten.3
13En ben ook weer doende geweest aan
14den ouden toren in de akkers s’avonds/
15waarvan ik een grooter studie maakte
16dan mijn vroegeren – met de korenvelden
17er om heen.4
18Rappard heeft me teruggestuurd het
19boekje van Vosmaer dat van U hoort
20– ik begon het te lezen doch – ligt het
21aan mij – vind het magtig vervelend
22en eigentlijk in een akademischen preektoon
23geschreven. Misschien gij zelf ook als gij
24’t weer eens inziet_5
 1v:2
25Hebt gij Sapho van Daudet gelezen_
26Het is erg mooi en zoo hoog opgevoerd en
27zoo de natuur serré de près/6 dat het
28vrouwenfiguur leeft/ ademt en men de
29stem hoort/ letterlijk hoort/ en vergeet
30men leest.7
31Als ge komt zult ge ook nog een paar
32nieuwe wevers zien_8
33De natuur is hier wel echt – het atelier
34blijft me ook goed bevallen_
35Als gij komt moeten wij zamen eens
36enkele boerderijen bezoeken en wevers_
37In October zal Rappard nog wel weer eens
38terug komen is zijn plan/9 hij is waarschijnlijk nu
39weer in Drenthe.
40Nu/ ik schrijf nog al in haast want ik zit
41druk in ’t werk/ ik werk nog al veel s’morgens
42vroeg of s’avonds en het is dan alles soms
43zoo onuitsprekelijk mooi_
44Gegroet/ geloof me

44*t. à t_
45Vincent


top