2Ook namens mijne ouders heb ik U 3te vragen of ge trek zoudt hebben – nu 4dezer dagen eens herwaarts te komen_– 5Zoodra ge wilt_–
6Met mijne moeder is ’t nu zoo ver gevorderd 7ze in een makkelijken stoel in de huiskamer 8zit – naar buiten gaat in een wagentje/ 9begint te loopen &c_, &c_–
10Dus is het voorspoediger er mee afgeloopen 11dan in ’t begin men durfde op rekenen_–
12Buiten – bloeien de boomen – en 13is het juist ’t moment waarop het nog 14niet te heet is voor verre togten_
15Heb U dezer dagen nog 3 penteekeningen 16gestuurd/Slootje1 – mastboomen in ’t Ven2 – 17Rietdaken3 – waarvan ik dacht de motieven 18U wel zouden bevallen_– Wat de uitvoering 19aangaat, natuurlijk zoude ik regt hartelijk wenschen 20dat de rigting der penkrassen meer expressief de 21vormen gevolgd hadde, en de krachten die den toon der 22'massa’s daarstellen ook hun modelé meer uitdrukten_1v:2 23Het in elkaar zitten der dingen – het modelé 24'er van – is/ denk ik ge me toegeven zult/ 25ook niet systematisch of opzettelijk verwaarloosd 26– maar ik heb er een ruwen slag in moeten slaan 27om in betrekkelijk korten tijd het effekt van 28licht en bruin – de stemming die de natuur 29momenteel had – ’t aspect in ’t groot – 30eenigzins daar te stellen. Want alle 30adrie zijn bepaalde momenten die men dezer dagen zien kan.
31Ik hoop dat gij komen zult_– 32Natuurlijk brengt ge Uw gereedschap mede 33en hoe meer ge van Uw werk meebrengt 34hoe beter – de schets van de Terschellingsche wijven4 en ’t wevertje5 zou ik 34anog wel eens willen zien_–
38Als gij dan komt is dit dunkt me een goede 39gelegenheid de teekeningen die nu bij U zijn 40mee te brengen.6 We zullen dan met 41een aantal nieuwen als ge wilt het hervatten.
42’t Is altijd goed het werk een beetje te laten 43wandelen – en als de lui er niet 44aanwillen/ dat is niets – toch weer op nieuw 45laten kijken_–
46Als ge nu dezen misschien aan een paar 47lui hebt laten zien en die hebben ze afgekeurd 48of er om gelagchen of wat ze willen van 49gezegd – als ze voortdurend er meer van 50blijven zien/ veranderen ze – niet 51allen – doch enkelen_–
52ik verlang er naar ge mijn geschilderde 53studies ook weer eens zien zult_