2Uw brief ontvang ik daareven 3en ingesloten frs 250_–1 Inderdaad zoude ik 4indien ik Uw brief mag beschouwen 5als antwoord op mijn voorstel/ vrede kunnen nemen 6met hetgeen ge zegt_– Voor mij verlang ik 7kortaf – om geschrijf/ om getwist te vermijden – 8om iets te kunnen zeggen als in ’t dagelijks leven 9men door den een of den ander voor “zonder 10middel van bestaan” wordt gescholden – dat als ik 11het gewone van u ontvangen blijf/ ik ’t moge 12beschouwen als geld dat ik verdiend heb_– 13Natuurlijkerwijs zend ik U maandelijks 14werk_– Dat werk is dan zoo als ge zegt 15Uw eigendom – en volkomen ben ik ’t met 16U eens dat alsdan gij volle regt hebt het 17stil te laten liggen – ja zelfs zou ik 18er niets tegen kunnen zeggen indien gij 19goedvondt het te verscheuren_
20Ik voor mij/ geld noodig hebbende/ 21ben verpligt het aan te nemen zelfs als iemand 22mij zegt “ik wou die teekening 23van je stil laten liggen of verbranden/ ge kunt 24'er zooveel voor krijgen” – in de gegeven 25omstandigheden zou ik zeggen – goed – 26geef mij het geld – daar hebt gij mijn werk –
1v:2 27ik wil verder komen – om verder 28te komen moet ik geld hebben – ik 29zie dat te krijgen – en dus – 30desnoods/ al zou ik ook nog zoo veel maling aan U hebben/ zoolang 31'ik maandelijks geld van U ontvang dat 31a(zonder condities van dat ik dit of dat niet doen of laten 31bmag)2 32mij nuttig en noodig is/ zal ik den 33band niet breken en is me desnoods alles 34wel_–
35Deze manier van mij om U en Uw geld te beschouwen 36balanceerta Uw manier om mij en mijn werk 37te beschouwen – en zoolang het in balans blijft – neem 37aik er vrede mee_–
38Indien ik geld van u ontvang/ gij teekeningen 39of schilderijen van mij – 40en ik iets hebbe om in ’t maatschappelijke 41verantwoord te zijn en we verder desnoods 42niets gemeen hebben met elkaar/ over niets 43schrijven of spreken – zelfs dan is 44het mij voor ’t moment voldoende en 45neem ik er volkomen vrede mede. 46Zelfs ’t zij ge mijn werk blieft te verscheuren 47’t zij ge ’t stil wilt laten liggen ’t zij ge 48er mee werken wilt/ heb ik ’t regt niet meer 49daar aanmerking op te maken zoodra 50ik van mijn kant het als een koop moge 51beschouwen_–
52Wees zoo goed eens mij op te geven 53welk scheldwoord ik in mijn brief over 54Uw vriend Braat heb ingelascht_–3
55In mijn brief staat zoover ik weet over 56Braat niets anders dan dat ik tijdens de 57maanden dat ik bij G&Cie te Parijs zijnde4 58hem gekend heb/ hem reeds ziek vond_ 59In dien tijd/ zoo ver ik me herinneren 60kan/ was ik heel wel met hem en hoe ge 61er aan komt dat ik hem “niet mag lijden” 62begrijp ik niet regt_– Er zijn zoo veel jaren 63over heen gegaan/ er is zoo veel voor mij gewisseld 64in die jaren dat de personen die ik toen kende 65voor mij tamelijk vaag en uitgewischt zijn in 66mijn herinnering en – dat ik zelden of nooit 67aan hen denk – wat niemand me kwalijk 68kan nemen geloof ik_– Doch aangaande Braat/ 69wel verre van dat nu ge er over geschreven hebt 70op die wijs ik er geen speciale notitie van nemen 71'zou: Wil s.v.p. hem verzekeren ik met 72hem, zoo als ik met alle lijders zou zijn, 73begaan ben en hem indien hij soms 74'zich me nog herinnert/ wel groeten laat 75en zooveel vrede en sereniteit als in zoo’n toestand men 76maar hebben kan/ toewensch_– Doch wat heeft hij 77aan zulk een wensch – niet veel – dus houd men/ 78'tenzij men er over aangemaand wordt/ zulke dingen voor zich_–
1r:4 79ik mag U echter wel er bij verzoeken/ indien 80gij tot hem iets gezegd hebt van dat ik over hem 81geschreven had op de wijze welke ge mij verwijt/ 82hem te zeggen gij dat scheldwoord slechts in uw 83verbeelding had gezien_– Want in mijn brief 84zult ge ’t gedecideerd niet vinden_–
85Ge schrijft ge hadt mijn brieven nog trachten te beantwoorden 86doch hadt het daargelaten_– Van mijn kant ook 87had ik U sedert nog eens willen schrijven doch 88liet het ook daar_–
89Weet dat indien gij trek hebt mijn werk ’t welk 90ge van me koopen zult/ te laten liggen of te verscheuren 91desnoods/ dit voor mij geen reden zal zijn 92om er niet mijn best op te doen_–
93Voor deze maand heb ik voor U eenige 94penteekeningen/ vooreerst die bij Rappard zijn 95op dit moment – waarover ik een brief heb van hem/ 96dat hij ze allen mooi vond en het 97sentiment in Achter de heggen5 en de IJsvogel6 98bijzonder mooi_– Dan ook die eerste 3 99Wintertuin/7 waar hij ook mede was ingenomen_ 100Behalve die heb ik eenige geschilderde studies 101die Uw eigendom zijn – om net mee te doen 102wat ge wilt – die ik U sturen kan als gij wilt – 103die ik als ge er toch zelf geen pleizier in hebt 104van wil vragen of ik ze een tijd mag houden 105om nog naar te werken_–
106De eene is een groote wever die een stuk rood goed 107weeft8 – het kerkje in het koren9 – een gezigt op een oud 108dorpje hier in de buurt_–10
109Uw brief over mijn teekeningen – dien 110'gij zegt dat ik alleronmogelijkst heb opgevat – 111wil ik even op terug komen_–
112ik zie daarin 1 dat bij de dingen 113die ge zegt er een paar zijn waarvan de strekking 114is dat in den toon/ in het sentiment er 115dingen waren die U bevielen – tant mieux – 116als ge wilt doet me dat regt veel pleizier_–
1172 staat er in dien brief een vergelijking 118tusschen de rigting van Millet en l’Hermitte_ 119Wat ge over Millet zegt vond ik beter en 120meer gevoelde expressies dan ik van U gewoon ben – 121dit werd echter overschaduwd door de manier 122'waarop ge l’Hermitte nu weer beu waart 123en van die heele beschouwing van U zou ik ook 124al weer willen zeggen/ tu files ton coton trop 125fin – waarom niet breeder van blik 126geweest en voor beiden (die tot elkaar staan m.i. 127als Rembrandt tot Maas b.v.) één enthousiasme 128gevoeld zonder zich te verdiepen in dorre 129muggezifterij over wie de eerste is_–
1303de in dien brief stond iets niet/ 131namelijk antwoord op de kwestie of we 132doorgaan zouden of niet_–
133Die kwestie was aan de orde en daar mijn 134werk afhangt van mijn verf 135'& gereedschap (voor een deel dat ik niet wegcijferen kan) en dat weer van het al dan niet 136ontvangen van geld/ kan ik onmogelijk 137dien brief veel nuttigheid toekennen_
138Het zou mij minder onmogelijk zijn mijn 139bedaardheid te bewaren in onze correspondentie/ 140indien gij als ge op den datum ’t geld niet hebt 141wildet schrijven/ ik heb het niet/ ge krijgt het dan en dan_ 142Nu schreeft ge geen woord in antwoord op mijn 143zeggen: het verwondert me dat/ wegens ge zegt dat als ik 144het noodig heb ik per ommegaande het geld krijgen kan/ ik/ 145na gezegd te hebben ik liever ’t dadelijk heb dan later/ er niets 146op hoor_–11 Hadt ge toen weer geschreven/ ’t spijt me 147maar ik heb het niet/ had ik niet hoeven idees in mijn 148hoofd te krijgen dat ge expres nonchalances begaat 149om mij het leven een beetje moeielijker te maken_– 150En – waar ge ’t niet hebt kan ik niets kwalijk 151'nemen – waar ge negligeert – expres of niet 152expres – is dat iets wat ik wel wenschte ge kondt 153afwennen en iets waar men wel kwaad om moet worden. 154Wat ik zei van b.v. in Antwerpen iets te doen met mijn werk/12 155is wel degelijk mijn plan_–
157De stemming waarin ge nu zijt jegens 158mij/ de stemming waarin ik nu ben 159jegens U/ is koel genoeg om eens 160koelweg te vragen en te antwoorden_ 161Après tout – maling aan elkaar of 162niet – daargelaten – kan ik 163er op rekenen gedurende 1 jaar dit 164vast staat/ dat tegen levering van mijn 165werk maandelijks ik het gewone blijf ontvangen? 166Waarom ik dit weten moet is omdat 167als ik er op rekenen kan/ ik ergens weer 168een ruimer ateliertje zou nemen dat ik 169noodig heb om met model te kunnen 170werken.
171Dat wat ik tegenwoordig heb heeft de volgende 172geographische ligging.13
173en mijn verbeeldingskracht is niet sterk genoeg 174om dit vooruitgang te vinden op den toestand 175van verleden jaar_– Dat neemt niet weg er als 176'ik over iets klaag passages in uw brieven voorkomen als: 177ik (Theo) vind dat Uw positie nu beter is dan verl. zomer_ 178zoo – en ik teeken het kaartje ook als repliek van Uw 179expressie “ik ben me niet bewust” &c./ 155*en ik zou ook geen vrede nemen 156met dezen brief van U indien dat er niet bijstond_–
180Daarop zeg ik – ’t kan me niet schelen 181of gij U bewust zijt of niet dat dit 182of dat niet in den haak is/ zoo lang 183ge maar niet van me vergt ik zelf 184dienaangaande in een roes zal wandelen/ 185en zoolang ge me de middelen geeft 186dingen te verbeteren heb ik er niets 187op tegen ge u van allerlei “bewust” zijt_
188Ik hoop dezen brief zoo koel zij als den 189Uwen – en ik dank U zeer voor het 190gezondene – dat de rest goedmaakt – ten 191minste zoo maakt dat/ waar ik er op zou 192kunnen rekenen ’t een jaar zoo voortduren zal/ 193ik van U niets anders er bij vraag en regt graag 194U mijn werk zal sturen_–
195En U slechts zou voorstellen een kleinigheid nog er 196bij: dat als ik in Antwerpen of zoo iets verkoopen 197kan/ ik U dit berigtte en het worde afgetrokken 198van de frs 150.
199Aan Rappard schrijf ik over zaken niet – 201ten minste ik heb hem 202niet verteld in den laatsten tijd ik met U niet was als vroeger_ 203Denk er nu eens over na of het in den haak is dat 204gij die Rappard kent nooit iets van zijn werk hebt gezien/ 205volstrekt niet weet wat hij uitvoert – geen notitie hoegenaamd van hem meer neemt/ als van hooren zeggen 206misschien van mij_– Toch is hij een van de lui die zich zullen 207'doen gelden – met wie men rekening zal moeten houden – van 208wiens werk men notitie zal moeten nemen_– In der tijd kwam 209Rappard bij U en voelde zich klein tegenover U die zoo veel verstand had van 210kunst_– Sedert dat jaar hij te Parijs was14 – wat is hij enorm gevorderd – maar gij – hebt ge niet 211een beetje op Uw lauweren gerust???
9-10 “zonder [...] bestaan” < Quotation marks added by us.