1*het heeft mij een beetje 2verwonderd dat ik van U niet heb gehoord. 3Omdat ge schrijft: “indien ’t je niet convenieert 4te wachten/ schrijf mij per ommegaande”_
5Goed/ ik schreef U terug dat wat betreft 6’t convenieeren langer te wachten/ inderdaad 7me dit geenszins deed – doch antwoord 8kreeg ik daar minder direkt op_–
9Mijn brief was juist er over dat waar 10er iets wat al te traînants begon te komen m.i. in onze 11vriendschap/ dit niet opwekkend was &c_/ wat 11aik niet hoef te repeteeren.–
12Bezuiniging nu is dit zeer zeker niet 13want tijd is ook geld en waar men 14zelfs op verf moet wachten is de zuinigheid 15meest radicaal/ ABSURD zelfs in mijn oog_– 16Doch weet gij het voor U zelf – mijn zaken 17après tout zijn de uwen niet – en als 18ge niet van zelf begrijpt/ wat zal ik mijn 19geduld en mijn tijd verliezen er over te 20zaniken_– Ge kunt evenwel van mij niet 21verwachten dat zoolang er een beetje fut in 22me zit ik vrede neme met meer en 23meer verslappen_
24Ge moet U maar goed oefenen in 25dat systeem van de omzigtigheid 26en de fatsoenlijkheid en wat dies meer 27'zij/ dan zult ge ’t wel ver brengen; 28in de mediocreteit juist – wel te 29verstaan – Dat leidt daartoe en regelregt_ 30Niet omdat ik dat zeg – maar omdat 31als men zijn oogen opendoet en zich 32de moeite geeft eens rond te kijken 33het tienduizendmaal te zien is_–
35Ik hoor echter dat Uw vriend Braat ziek is 36geworden – (wat ik hem altijd eigentlijk heb gevonden/ 37het korte tijdje dat ik hem eenigzins kende)_ 38is het U daardoor door ’t hoofd gegaan_–1 enfin 39wat er ook van zij/ wees zoo goed mij 40op mijn laatsten brief te antwoorden en 41inlichting te geven in hoever ge al dan 42niet het in dien zin wilt veranderen_–
43Het gaat met Moe geleidelijk vooruit_– 44Gegroet_
46Bij gewone goede verstandhouding zou ’t 47geheel buiten kwestie zijn te stipuleeren men 48in elkaars privé zaken niet zich mengen zal 49en als ge een greintje 50warmte voor mijn werk hadt zoudt ge niet 51absoluut het laten liggen. En nog meer 52schrijf ik zoo als ik schrijf om U een beetje 53te laten voelen hoe ge koud geworden zijt 54voor wat we zamen ondernamen met goeden 55moed en hoe bovendien er te veel koud fatsoenlijke 56politiek in Uw leven insluipt/ dan wel 57omdat ik aan de meerdere of mindere 58beslistheid eener afspraak veel waarde hecht_– 59Den grond der kwestie is een elkaar 60begrijpen of niet begrijpen – een zaak 61van kou of van warmte voor elkaar_ 62En dat wat Zola zegt over traineeren vind 63ik even waar als gij – dat dooft energie 64uit_–2 Doch resteert iets er bij te 65vragen/ waar ligt dat traineeren aan_ 66Ik voor mij/ die liever buiten ben dan in den stad/ 67verlang volstrekt niet er naar om met U te breken_ 68doch zoo als ’t nu gaat/ indien ik al werk ik dag 69in dag uit/ zie dat ik met U niet vorder/ 70'ik kan dat niet uitstaan en zie er in een verwaarloozen 71van mijn eigen zaken waarvoor later après tout ik 72verantwoordelijk zou zijn_– Wilt gij er voor zorgen 73– en voorzeker ge zijt daartoe in de gelegenheid – dat
1r:4 74mijn werk gezien wordt door die lui die/ indien 75niet nu dan toch later/ er de liefhebbers voor moeten 76worden – best – dan kan ik er mijn hart van 77af trekken en occupeer mij slechts met het schilderen_ 78Het zoo laten liggen als ge doet – 79is NEGLIGENCE_– Wilt ge dit pedant 80'van me vinden – dat moet ge voor U zelf 81uit maken – maar ik vind hier U zelf wat pedant waar ’t niet te 81apas komt.
82Juist uit de zaak dat deze maand 83nu ook weer gij het gewone niet hebt – 84moogt ge wel eens nadenken dat wij er 85met ons zoo groot te houden 86niet komen zullen_–
87Had ik het zoo/ dat niet met den dag meer 88ik voelde ik er wat bij noodig heb/ zoo zou ik 89mijn studies stil voor me zelf houden_–
90Zoo als Rappard doet_– Maar gij zegt zelf 91dat wij niet in Rappards geval zijn – en met dat 92al raak ik maar meer en meer in ’t naauw_
93Ik heb van daag mijn 9de geschilderde studie van een wever 94’t huis gebragt3 – schilderen kost geld en waar ik op verf moet 95wachten/ zooals me telkens gebeurt/ verlies ik tijd – en – 96allons – als ge er wat warm voor waart zouden we 97hebben wat er noodig is_– En wat voor impressie 98moet het wel maken indirekt op anderen als gij zoo doet_ 99Voorzeker dit is weinig geschikt om eenig vertrouwen 100op te wekken_–