2Dezer dagen zal ik U nog een nieuwe penteekening 3sturen van een wever – grooter dan de 5 anderen_1 4’t Weefgetouw van voren gezien – die zal maken 5dat dit reeksje teekeningen meer compleet is_–2 6’K geloof dat als ge ze opzet op grijs Ingres/ 7ze ’t best zullen doen_–3
8’t Zou me een beetje teleurstellen deze 9wevertjes terug te ontvangen_– En indien 10niemand anders er aan wil die ge kent/ 11zou ik dit een artikel vinden dat misschien 12ge voor U zelf zoudt kunnen nemen om 13met dit als begin een aantal penteekeningen 14van Brabantsche handwerkslui bij een te brengen. 15’t Geen ik graag ondernemen zou en – in 16de veronderstelling ik nu nogal veel in Brabant 17zal zijn – veel animo in zou hebben_
18Op conditie van dat we er een suite van 19maken die bij elkaar blijft/ zal ik graag 20den prijs laagstellen zoo dat/ al zouden er 21veel teekeningen van dat soort komen/ het in zijn geheel 22kan blijven.
23Evenwel ik voor mij zal mij schikken naar wat 24gij dienaangaande ’t beste vinden zoudt_
25En ge ziet dat het mijn streven niet is 26om de zaken met U af te breken – alleen/ 27ik heb u gewezen er op dat het mij voorkwam 28zijn nut te kunnen hebben de teekeningen 29naarmate ik ze zend ook te laten zien_
30Wat betreft ’t geen ge aan mij schreeft van 31Marie – ik geloof in zoo’n geval waar men 32geen mogelijkheid ziet het door te 33'voeren/ men iets niet moet vergeten.
34Namelijk dat indien de vrouw van u heeft 35gehouden en iets voor u gevoeld en gij voor 36haar/ deze periode van liefde een 37buitenkansje is in het leven_– 38Zij de vrouw mooi of leelijk/ jong of oud/ 39blijke ze beter of slechter/ heeft daar 40slechts indirekt mee te maken_– Op zich 41zelf staat die zaak dat men elkaar heeft 42liefgehad_– Bij ’t scheiden nu – doof dat 43niet uit of tracht het niet te vergeten – 44en de klip dan te vermijden is die van 45eigengeregtigheid – men moet het dan niet laten 46voorkomen als of de vrouw aan den man veel verpligting
1v:3 47had – men scheide als hadde men zelf 48verpligting – is m.i. galanter – en – 49humaner_– Welligt is dat uw zienswijs 50ook_– Liefde brengt altijd in moeielijkheden/ 51dat is waar/ maar heeft voor dat zij energie 52geeft_– Enfin_–
53Van mij zelf geloof ik – en acht het mogelijk ’t met 54U eenigermate ook zoo zijn kan – dat ik nog geen ondervinding 55genoeg heb van de vrouwen. Wat dienaangaande in onze 56jeugd ons is geleerd deugt niets van/ dat’s zeker – was geheel buiten de natuur om_ 57En moet men door ondervinding iets 58zien te leeren – Het zou magtig pleizierig zijn indien 59men goed was en de wereld goed was &c_ – jawel – doch 60het komt mij voor men hoe langer hoe meer tot de 61ervaring komt dat we zelf evenmin deugen als de wereld 62in ’t algemeen – waar we een stofdeeltje van zijn – en de 63wereld evenmin als we zelf – ’t zij men er erg zijn 64best op doe ’t zij men meer onverschillig handele/ 65het wordt altijd iets anders – komt anders uit – dan 66men eigentlijk wou_– Maar wat er ook zij van 67het er beter of slechter/ gelukkiger of ongelukkiger 68afbrengen/iets doen is beter dan niets doen_–
69Enfin, mits men maar zorge, zooals Oom Vincent 70zegt – dat men niet tot een stijve/ eigengeregtige hark 71opgroeije – mag men zelfs zoo goed zijn als men 72wil_– ZEd_ gaf deze wijze les aan de dochter van C.M.4
75Uw brief over Millet heeft goede 76passages – beter gezien dan wat 77ge over l’Hermitte zegt/ voor wien gij 78gerust uw sympathie kunt houden dunkt me. 79Verdiep U niet te veel in die absoluut 80steriele zanikerij over wie de eerste/ wie 81de tweede &c_ is/ dat is niets dan nonsens 82en bête_– Er zijn er genoeg die dat doen/ 83en wees gij een van die die Millet heel mooi vinden 84en l’Hermitte ook/ zòò dat U geen ruimte 85overblijft om te suffen over wie nu het beste/het eerste 86 is – ze zijn beiden boven ’t peil_
87Wat zou men er aan hebben vergelijkingen te 88trekken tusschen Rembrandt en Nicolaas Maas 89of vd_ Meer – nonsens hé – dus laat 90dat daar_–
91over Millet had ik U nog dit te vragen/ 92Zoudt gij soms denken dat Millet 93Millet zou zijn geworden als hij kinderloos 94en zonder vrouw had geleefd?5
95Hij vond zijn inspiratie te makkelijker 96en voelde de eenvoudige lui beter en dieper omdat 97hij zelf leefde als een arbeidersgezin 98– maar met oneindig meer gevoel dan een gewoon 99arbeider_–
2v:6 100Millets gezegde was/ Dieu bénit 101les grandes familles6 – en dat hij dit 102meende klopt zijn leven mee_– 103Zou Millet dit hebben kunnen 104doen zonder Sensier_– Misschien 105niet_– Waarom brak Millet 106met die mannen die eerst zijn vrienden 107waren en van wien hij een jaargeld 108had evenwel_–7 Sensier laat zich daarover 109genoeg uit om te laten merken het hem 110schortte in dat zij en Millets persoon 111en Millets werk onder de mediocreteiten 112rekenden en er zich zelf en Millet 113mee embêteerden tot die kruik 114eindelijk/ na lang te water gegaan zijnde/ 115brak_– En toch Sensier treed niet in bijzonderheden 116van die dagen – net als of hij begreep dat Millet 117zelf dien tijd een ergen zaniktijd vond en er liever niet aan 118dacht_– Sensier zegt ergens dat als Millet dacht 119aan zijn eerste vrouw en die scharrelderij van toen/ 120hij zijn hoofd tusschen zijn twee handen nam met 121een geste als overstelpte hem op nieuw die groote duisternis 122en onuitsprekelijke melankolie van die periode_– De tweede keer 123lukte zijn huisselijk leven beter – doch hij was niet meer met die eerste lui_–8