2Dank voor Uw schrijven – het 3gaat met Moe goed – de dokter sprak in 4't’begin van dat ’t een half jaar zou duren 5eer het been genezen was – nu spreekt hij 6van een goede 3 maanden1 – en hij zeide 7tot Moe – “maar dat is de schuld van 8uw dochter want ik tref het zelden/ heel zelden 9'aan dat er zoo goed gezorgd wordt als zij doet”. 10Wat Wil doet is ook voorbeeldig/ voorbeeldig/ 11ik zal dat niet ligt vergeten_–
12Bijna alles is van ’t begin af op haar neergekomen 13en zij heeft moe veel misère bespaard_–
14Om nu maar eens iets te noemen/ dat Moe zoo 15weinig is doorgelegen (wat in ’t begin heel erg begon 16en een eind ver gevorderd was) dat is haar schuld 17gedecideerd_– En ik verzeker U het niet altijd 18pleizierige karweitjes zijn die ze te doen heeft.
19Hoor eens – toen ik nu uw brief gelezen had 20over de teekeningen heb ik dadelijk U gestuurd 21een nieuwe aquarel van een wever en vijf 22penteekeningen_–2 Van mijn kant ook/ 23franchement zal ik U zeggen dat ik 24geloof dat het waar is wat gij 25zegt/ dat mijn werk veel beter moet worden/ 26maar tevens ook dat Uw energie om er wat 27mee te doen ook wel wat beslister mag worden_ 28Ge hebt nog nooit een enkele van me 29verkocht – voor veel of voor weinig 30niet – en het EIGENTLIJK NOG NIET GEPROBEERD_ 31Ge ziet/ ik word daar niet boos 32om – maar – we hoeven nu eenmaal elkaar 33geen mietje te noemen.
34Op den duur zou ik zeker niet 35daar het hoofd bij neerleggen_
36Ge kunt van Uw kant ook franchement blijven 37spreken_
38Betreffende verkoopbaarheid en onverkoopbaarheid/ 39dat is een oude vijl waar ik me de tanden 40niet van plan ben op stomp te bijten_3
41Enfin ge ziet mijn antwoord is dat ik 42eenige nieuwen stuur – en regt gaarne wil ik 43dit blijven doen – niets liever dan dat_– 44Alleen ge moet uw franchise er maar eens 45heelemaal uitgooien – dat heb ik het liefst – 46of gij er u mee denkt te occupeeren voor 47’t vervolg of dat uw waardigheid dit niet 48toelaat_– Het verleden daargelaten – 49sta ik voor de toekomst/ en afgescheiden van 50wat gij er van denkt heb ik gedecideerd plan 51te trachten er iets mee te doen_–
52Ge hebt me onlangs zelf gezegd dat gij 53handelaar zijt – goed – men vervalt met een 54handelaar niet in ’t sentimenteele/ men zegt/ 55mijnheer als ik u teekeningen in commissie 56geef/ mag ik er dan op rekenen U ze laat 57kijken_– De handelaar moet voor zich zelf
1v:3 58weten of hij daarop ja – neen – of 59'iets tusschen beiden zeggen wil_
60Maar de schilder zou mal zijn als hij ze 61in commissie stuurde als hij merkte dat de handelaar toch als iets 62wat het daglicht niet zien mogt zijn werk beschouwde_
63Nu kerel – we zijn beiden in de 64werkelijkheid – en juist omdat wij elkaar 65niet in de wielen rijden willen/ moeten we 66ronduit spreken_– Als gij zegt – ik kan 67er me niet mee occupeeren – best/ ik zal daar 68niet boos om worden – doch dan ben ik niet verpligt 69te gelooven dat gij gansch 70en al een orakel zijt ook/ niet waar_–
71Ge zegt/ het publiek zal zich ergeren aan dit en dat 72vlekje &c_ &c_– Hoor eens – dat kan wel zijn doch 73U/handelaar/ hindert dit of dat nog meer dan ’t publiek in kwestie/ 74zoo dikwijls reeds heb ik dat opgemerkt – en gij begint er mee_ 75Ik moet er me ook doorslaan Theo en met U ben 76ik nog precies/ precies op de zelfde hoogte als een 77paar jaar geleden_ wat gij zegt van mijn werk van 78nu – “het is bijna verkoopbaar doch” – is woordelijk 79hetzelfde als wat ge me schreeft toen ik uit Etten
80u mijn eerste Brabantsche schetsen stuurde_–4 81 Dus zeg ik – het is een oude vijl_
82En mijn redenatie is dat ik voorzie ge altijd 83’t zelfde zeggen zult – en dat ik/ die tot heden 84eenigzins systematisch zuinig was met demarches 85te doen bij handelaars/ nu van taktiek zal 86veranderen en heel ijverig worden om te trachten 87mijn werk aan den man te brengen_–5
90Ik begrijp nu wel dat mijn doen & laten U niet schelen 91kan. maar indien het U niet schelen kan/ ik voor mij vind 92het altijd ietwat beroerd en zie eenigzins op tegen dingen 93die alligt zich presenteeren zullen – n.l. dat men mij 94vraagt: hé doet ge geen zaken met je broer of met Goupil_ 95Nu/ ik zal dan zeggen – het is beneden de 96waardigheid van ces Messieurs G&Cie/ van Gogh & Co_ 97Dit maakt alligt een slechten indruk voor mij – waar ik nu 98wel op geprepareerd ben – maar toch voorzie ik 99er koeler en koeler door zal worden jegens U ook_–
100ik heb het oude kerkje nu geschilderd6 en weer een 101nieuwen wever_–7 De studies uit Drenthe/ zijn die 102dan zoo bijzonder slecht?–8 ik voel mij niet 103geanimeerd U de geschilderde studies van hier te 104sturen, neen daar zullen we maar niet aan 105beginnen – ge kunt ze zien als ge in ’t voorjaar 106misschien eens hier komt_–
107Wat ge schrijft over Marie is wel begrijpelijk – als eene 108'vrouw niet erg water- & melkachtiga is kan ik er zeer wel in 109treden zij weinig animo heeft zich te verkniezen bij kwaadaardige 110vaders mitsgaders geestelijke zusters, althans en voor eene 111vrouw en voor een man is de verzoeking zoo tamelijk 112pressant quand même die stagnatie te breken_–9
113Stagnatie die begint met eene op zich zelf misschien mooie 114resignatie doch waar men helaas wel spijt van moet 115hebben meestal als men voelt men zou bevriezen 116op den duur_– Las een woord uit Daudet over geestelijke 117vrouwen/ Ces deux visages 118se regardèrent – elles echangèrent un regard méchant/ froid/ 119fermé – qu’a-t-il/elle?– Toujours la même chose_–10 120ziedaar dien eigenaardigen blik der phariséers en devote 121dames_– Ja wij mankeeren dan ook altijd – la même chose_
122Ja – wat moet ik er van denken/ van wat ge 123zegt van mijn werk. b.v. ik zal nu eens komen 124juist op de studies uit Drenthe – daar zijn er bij die 125zeer oppervlakkig zijn/ dat zeide ik ook zelf – maar 126wat krijg ik op mijn boterham voor die welke 127stil en bedaard eenvoudig buiten zijn geschilderd/ 128trachtende niets te zeggen er in dan wat ik zag_ 129ik krijg er voor: preoccupeert Michel u niet 130te veel?– 130a(ik heb ’t hier over die studie van het hutje in ’t donker11 130ben over de grootste der plaggenkeeten/ n_l_ 130cdie met het groene veldje op den voorgrond_)12 130Ge zoudt zeker precies ’t zelfde 131zeggen van het oude kerkhofje_
132En toch/ noch voor het kerkhofje noch voor 133de plaggenkeeten dacht ik aan Michel/ 134ik dacht aan mijn motief waar ik voor zat_– 135Motief inderdaad een geval dat geloof ik 136als Michel er langs was gekomen hem zou hebben 137staande gehouden en getroffen_–
138ik voor mij stel me volstrekt niet met meester Michel 139gelijk – maar Michel imiteeren dat doe ik 140nu daarom gedecideerd ook niet.–
141Nu/ ik ga misschien eens probeeren in Antwerpen 142wat te verkoopen en 143juist een paar van de Drentsche studies wil 144ik wel eens in een zwarthout lijstje zetten – 145die ik hier bij een timmerman aan het zoeken 146ben – ik zie mijn werk het liefst in een diep zwart 147lijstje en hij maakt ze goedkoop genoeg_13
148Ge moet het me niet kwalijk nemen 149broer/ dat ik er over spreek_–
150Ik zoek in mijn werk iets stils en iets leuks_b 151evenmin als dat ik goed vind ze geheel 152stil blijven liggen/evenmin verlang ik naar 153dat mijn werk in de eerste winkels in cannelurelijsten 154zullen geetaleerd zijn/ ziet ge_–
155En nu is dien middenweg te beginnen 156mijns inziens en ik moet eenigzins 157beslist weten hoe ik het met u heb/ of liever 158ik zeg u eens dat ofschoon in uw woorden 159gij er nog omheendraait/ ik geloof gij inderdaad niet 160het laat kijken. en ik geloof zelfs niet gij 161vooreerst daarin zult veranderen_
162Hebt ge hierin gelijk of ongelijk/ ik treed daar 163niet in_ Ge zult me zeggen dat ik door 164andere handelaars zal behandeld worden precies 165als door U/ behalve dat gij/ ofschoon ge met mijn 166werk u niet occupeeren kunt/ toch me geld fourneert 167en andere handelaars dit zeker niet zullen doen en 168ik toch zonder geld geheel vast zal raken_
169Ik zeg daartegen dat in de werkelijkheid de dingen 170zóó scherp niet zich profileeren als dat/ en 171dat ik bij den dag levende zal zien hoe ver 172ik kom_
173Ik heb U van te voren gezegd dat in deze 174maand ik in dezen iets wenschte te beslissen 175en dat moet dan ook_–14 Nu/ doordat ge welligt 176plan hebt in ’t voorjaar reeds te komen dring ik er 177niet op aan ge direkt geheel en al beslist/ maar 178weet dat ik geen vrede kan hebben met zoo als het 179nu is – ik voor mij/ overal waar ik kom 180en speciaal t’huis ook/ word altijd op de vingers 181gekeken_ wat ik doe met mijn werk/ of ik er iets voor 182krijg &c_/ enfin in de zamenleving let bijna ieder 183daar altijd op en wil er ’t zijne van weten_–
184En dit is heel begrijpelijk. Nu/ het is voor mij heel 185beroerd als ik altijd in een scheeve positie ben_
186Allons – het kan niet precies blijven zoo als ’t nu is_ 187Waarom niet? daarom niet_–
188Indien ik zoo koel als ’t maar kan ben 189tegen Pa – tegen C.M_ – waarom zou ik me 190anders voordoen tegenover U indien ik in U 191zou opmerken precies de zelfde taktiek van 192zich nooit prononceeren. Reken ik me beter 193dan Pa of dan U_– Best mogelijk van niet/ 194best mogelijk ik minder en minder de 195dingen in goed en kwaad splits – doch ik 196weet wel dat deze taktiek voor een schilder 197niet passend is en men als schilder zich moet 198prononceeren en sommige knoopen doorhakken_2r:8 199Enfin – ik geloof qu’une porte doit être ouverte 200ou fermée_–15
201Nu/ ik denk toch dat gij wel begrijpen zult dat 202voor de schilders een handelaar niet neutraal kan 203zijn – dat het precies dezelfde impressie maakt 204of ge neen zegt met of zonder doekje er om/ en zelfs 205krijgt men misschien meer het land als het zoo in 206complimenten gewikkeld gezegd wordt_
207Ziedaar iets wat ge misschien later meer zult 208inzien dan nu – ik beklaag de handelaars 209als ze oud worden – al hebben ze nog zoo hun 210schaapjes op ’t drooge – dat helpt niet voor alles – dan althans niet_ 211Tout se paye en een ijskoude woestijn 212wordt het veel malen voor hen dan_
213Nu – maar ge zult daar misschien anders over denken. 214En ge zult zeggen dat als een schilder in een gasthuis 215crêveert en begraven wordt met de hoeren in de 216'fosse commune – waar er après tout veel liggen – 217dit ook zoo tamelijk triest is/ vooral als men bedenkt dat het sterven 217amisschien niet zoo moeielijk is als het leven zelf_–
218Nu/ dat een handelaar niet altijd geld heeft om 219te helpen is niet kwalijk te nemen maar wel 220is het m.i. kwalijk te nemen als men merkt/ 221deze of die brave handelaar spreekt 222heel vriendelijk maar in zijn hart schaamt hij zich 223voor me. en mijn werk laat hij glad liggen. 224Franchement dus/ ik zal ’t u niet kwalijk nemen indien 225ge ronduit zegt dat ge mijn werk niet goed genoeg vind of wel 226er nog bovendien andere redenen zijn waarom ge er u 227niet mee kunt occupeeren/ doch als ’t bij U in een 228hoek wordt gelegd en ge laat het niet zien is niet aardig 229als ’t gepaard gaat met de verzekering – DIE NIET AAN 230TE NEMEN IS – dat voor u zelf ge er iets in vindt. 231Ik geloof dat niet – ge meent daar zoo ± niets van. 232En juist omdat ge zelf zegt dat ge beter dan eenig ander 233mijn werk kent/ mag ik wel aannemen ge nog al heel 234slecht er over moet denken als ge er uw vingers niet 235aan vuil wilt maken_– Waarom zou ik me aan U 236opdringen_ Nu/ gegroet_
238Wat er ook zij van een paar jaar die ik me van 239me zelf moeielijk kan begrijpen/ toen ik door 240godsdienstige idees – een soort mysticisme 241in de war ben gebragt – die periode daargelaten/16 242heb ik altijd met een zekere warmte geleefd_– 243Nu wordt het al barder en kouder en saaier 244om mij heen_– En als ik U zeg dat ik het zoo 245niet uithouden WIL primo/ laat staan of 246ik het al dan niet kan/ beroep ik mij op mijn 247gezegde in het heel eerste begin onzer relatie_ 248Wat ik op U tegen heb gehad in ’t laatste 249jaar is een soort terugvallen in het 250koud fatsoenlijke/ dat ik steriel vind. 251en waar men niets aan heeft – lijnregt opposiet 252aan al wat actie is/ aan al wat artistiek is 253speciaal_
254Ik zeg het U zoo als ik ’t meen/ niet om U 255beroerd te maken maar om U te doen zien 256en voelen zoo mogelijk waar het hem aan schort 257dat ik niet meer met ’t zelfde pleizier van 258vroeger aan U als broer en vriend denk. 259Er moet meer animo in mijn leven komen/ 260wil ik meer brio krijgen in mijn penseel – 261met geduld oefenen kom ik geen haarbreed verder_ 262'Indien gij voor U zelf terug valt in het bovengenoemd[e]/ 263neem het mij dan niet kwalijk ik jegens U 264niet ben als in ’t eerste jaar b.v.
265Over mijn teekeningen – op dit moment komt het mij 266zelf voor dat de aquarellen/ de penteekeningen wevers/ 267de laatste penteekeningen waaraan ik nu doende ben/ 268niet algeheel zoo saai zijn dat het geheel niets is_– 269Doch als ik zelf tot de conclusie kom/ er deugt 270niets van en Theo heeft gelijk dat hij ze aan 271niemand laat zien – dan – dan – zal het mij bewijs 272te meer zijn dat ik mijn reden heb iets 273niet goed te vinden in onze scheeve positie van nu 274en zal te meer trachten naar verandering 275quand même – beter of erger/ maar niet 276hetzelfde_–
277Indien ik nu zag dat gij er/ indien ge mij niet 278'ver genoeg gevorderd rekent/ iets aan deedt om mij 279verder te krijgen/ b.v. door wegens Mauve vervallen 280is eens met een ander flink schilder me in kennis te brengen/ 281of enfin iets/ het een of het ander teeken dat 282mij bewees ge werkelijk in mijn vooruitgang 283geloofdet of dien behartigdet_– Doch neen/ 284er is – ja het geld – maar voor de rest 285'niets behalve dat “werk maar voort”/ “heb geduld” – 286even koud/ even dood/ even dor en even 287onuitstaanbaar als of b.v. Pa het zeide_– 288Ik kan daar niet op teeren – het 289wordt me te eenzaam/ te koud/ te hol 290en te suf_
291Ik ben niet beter dan een ander/ in zoover 292dat ik mijn behoeften en verlangens heb als iedereen/ 293en tegen zeker weten dat men aan een al te 294kort lijntje gehouden wordt/ in een doofpotje/ 295is het zeer begrijpelijk men reageere_–
296Valt men van kwaad tot erger – dit zou 297in mijn geval niet onmogelijk zijn – wat doet het 298er dan nog toe_ Een kans om het beter te 299krijgen moet men wel wagen als men het slecht heeft.
300Broer – ik moet U toch nog eens in 301herinnering brengen hoe ik was heel in ’t begin 302van dat wij het begonnen_– Van het begin af 303aan is het geweest dat ik U op de vrouwenkwestie 304ook heb gewezen/ ik weet nog dat ik U naar ’t station te 305Rozendaal heb gebragt in ’t eerste jaar en dat ik U 306toen heb gezegd dat ik op alleen zijn zóó tegen was dat 307ik liever met een slechte hoer was dan alleen. 308Misschien herinnert gij U dat.17
309Het is mij eerst een haast ondragelijk idee geweest 310dat onze relatie niet duren zou_– En ik had zoo 311ontzettend graag gehad het eenvoudig te wijzigen 312ware geweest_– Mij zelf wijs te maken dat dit 313kan tegen den draad in/ ben ik echter ook niet 314altijd toe in staat_–
315De gedruktheid er over is dan ook wel een van 316de oorzaken geweest dat ik U uit Drenthe zoo 317beslist heb geschreven/ word nog schilder_–18 318Wat direkt bekoelde toen ik zag dat uw 319onvoldaanheid over de zaken verdween toen 320gij weer op beter voet waart met Goupil_–
321Ik vond dat eerst maar half opregt – toen 322later/ en nu ook nog vind ik het zeer begrijpelijk 323en vind het meer een vergissing van mij 324ik U schreef/ word schilder/ dan van U dat gij 325uw zaken met animo hervattet toen ze meer 326hervatbaar werden en het ophield dat men 327machineerde om ’t u onmogelijk te 328maken_–
329Op zich zelf blijft evenwel dat ik mij gedrukt 330voel door het scheeve der positie tusschen ons beiden_ 331Op dit moment is het voor mij van meer 332belang voor f_ 5 te verkoopen dan f_ 10 333te krijgen bij wijze van protectie_ Nu, 334eigentlijk meest gedecideerd, schrijft ge herhaaldelijk 335dat primo niet als handelaar (dat laat ik 336nu daar en neem ’t u althans niet kwalijk) maar 337secundo niet in ’t privé ook (dat neem ik U 338wel een beetje kwalijk) ge de allerminste of geringste 339demarche hebt gedaan/ doet/ of vooreerst meent te kunnen 340doen/ voor mijn werk_–
341Ik mag in dezen niet suffen of een lamlul 342zijn/ dus vierkant weg/als ge niets doet 343met mijn werk begeer ik uw protectie niet_ 344De reden zeg ik ronduit en zal ik ook 345precies zoo zeggen als ik moeielijk kan 346vermijden er reden voor op te geven_
347Het is hier dus niet dat ik Uw hulp 348van af ’t begin tot nu negeer of verminderen 349wil_ Het is hier de kwestie dat ik 350meer heil zie zelfs in ’t armzaligste/ ellendigste 351'scharrelen dan in protectie (waar het in aan ’t ontaarden is)_
352Het aller allereerste begin kan men niet zonder/ 353maar nu moet ik dan maar in godsnaam/ 354god weet hoe/ gaan scharrelen danc bewilligen 355in iets wat toch ons niets verder zou brengen_ 356Broederlijk of niet broederlijk/ als 357ge niets anders kunt dan absoluut 358alleen het finantieele moogt ge dat ook 359voor u houden_– Zoo als ’t nu in ’t laatste 360jaar, durf ik haast zeggen, geweest is/ bepaalde 361het zich uitsluitend tot geld_–
362En bleek het mij dat/ ofschoon ge zegt ge me 363geheel vrij laat/ au fond toch als ik dit of dat b.v. 364met een vrouw doe dat gij en anderen niet goed vinden
4v:13 365'(misschien teregt niet goed keurt/ maar daar heb ik wel eens maling aan) er zoo’n kleinen ruk aan den teugel van 366het geld komt om mij eens te laten voelen 367dat het “in mijn belang” is ik mij schikke 368naar uw opinie_–
369Ge kreegt in zake met de vrouw ook uw zin 370en het was uit/19 maar – – – – – – wat kan 371’t mij verdommen een beetje geld te krijgen 372als ik dan de zedelijkheid moet betrachten_ 373Toch op zich zelf vind ik het geen 374absurd iets in U gij toen dezen zomer niet goed 375vond dat ik het nog had willen doorvoeren. 376Maar in vervolg van tijd voorzie 377ik het volgende: ik zal wederom eene relatie 378hebben in wat gij lieden noemt den minderen 379stand – en op nieuw/ als ik dan nog in 380relatie ben met U/ dezelfde oppositie krijgen_ 381Oppositie welke alleen dan gijl. met eenigen schijn 382van billijkheid zoudt kunnen doorvoeren indien 383ik van U ontving zóóveel dat ik anders 384zou kunnen_– Wat gij niet geeft 385en niet geven kunt of wilt après tout – noch gij 386noch Pa noch C_M_ of zoo/ die haantje de 387'voorste zijn om dit of dat niet goed te vinden – 388en ik après tout ook niet van U 389'begeer/ daar den minderen 390stand of den meerderen ik niet veel over denk_
391Ziet ge waarom het van mij geen 392overmoedige handeling was of zijn zou indien 393ik ’t weer probeerde_–
394Omdat ik de pretentie niet heb primo/ de roeping gaard niet gevoel/ 395en secundo niet de middelen ontvang van wie dan ook/ of verdien/ om een 396soort stand of wat ge ’t noemt op te houden – 397reken ik me volkomen vrij het te houden 398met minderen zoo genaamd/ als dit voor de hand ligt.
401Vraag nu u zelf eens af of ik het alleen 402ben/ onder die in ’t zelfde vak ben/ die 403meest beslist bedanken voor protectie 404als die medesleept verpligtingen om een 405soort stand op te houden terwijl het geld 406beneden ’t peil is om het te kunnen/ 406azoo dat men er schuld bij maakt in plaats van vordert_ 407Was het te doen met het geld zoo zou 408ik misschien even min als anderen weigeren 409mij te plooien_– Doch zoover zijn we 410vooreerst zeker niet – ik heb een 411reeks jaren voor de borst/ volgens uw 412eigen zeggen/ dat mijn werk al bitter 413weinig handelswaarde zal hebben_– 414Goed – DAN VAL IK LIEVER IN 415HANDEN VAN SCHARRELEN en 416van manger de la vache enragée20 – wat 417'ik wel eens meer heb gedaan – dan in handen 418van de heeren Van Gogh.
419Dat ik in der tijd heb getwist met Pa heeft mij 420alleen in zoover berouwd dat ik het niet 10 jaar 421eerder heb gedaan_– Indien gij door gaat op ’t voetspoor 422Pa &c_ – zult ge eens zien hoe ge U embêteeren zult 423gaandeweg – en – hoe ge ook voor zekere personen 424embêtant worden zoudt_– Doch dat zijn mauvais coucheurs21 425en/ zult ge zeggen – die leggen geen gewigt in de schaal_–
4 dat < da’t
9 doet”. < doet.
59 zeggen < op zeggen
108 water- < water
216 liggen – < liggen
262 bovengenoemd[e] < Text lost due to the edge of the paper.