Volgens afspraak schrijf ik U heden ook weer, nu de dokter terug is geweest.1 De eerste nacht was zeer rustig, en daar van rust hier veel afhangt was de dokter zeer tevreden Moe het been geheel en al zoo had kunnen stilhouden dat alles nog op zijn plaats was gebleven wat gezet is.
Wij hebben ’t nog eens bepaald gevraagd wat het was, en is het dijbeen wel degelijk gebroken even onder het gewricht.
Ge weet ik juist op ’t punt stond om met het geld dat gij stuurdet een & ander af te doen. Natuurlijkerwijs heb ik nu echter gezegd dat, daar er nog al wat zal komen kijken van buitengewone uitgaven voor Pa – Pa het gerust moet gebruiken en het andere moet dan maar worden uitgesteld (en het is toevallig ik het nog niet had weggestuurd).2 Het zal zeker lang duren eer Moe beter is. Pa schrijft U zeker wel meer in bijzonderheden. Met een handdruk in gedachten.
[Wil]de nog hier bij voegen dat ook den afgeloopen nacht rustig is geweest en Moe nog al heeft geslapen. Zij laat U nog eens groeten. Maar er zal nog veel in te voorzien zijn broer – voor alles weer op orde is. Willemien houdt zich fameus goed en het is gelukkig dat zij in huis is.–
Lies is maar zwak – gisteren had zij het weer erg benaauwd.
Theo denk er nog eens goed over na of gij soms op een idee kunt komen of ik op de een of andere wijs wat verdienen zou kunnen. Er zal geld noodig zijn en ook de kans om met mijn werk iets te doen moeten we nog eens nagaan. Al zij het alleen maar zóó dat ik zelf betalen kan wat ik voor verschottena heb bij ’t werk, en gij ’t geen ge anders voor mij geeft nu voor Moe kunt bestemmen. Pa zal U zeker wel hebben geschreven de dokter zeide dat op zijn gunstigst ’t een half jaar zal duren eer ze loopen kan.
Ik schreef U reeds ik aan aquarellen van de wevers hier bezig ben.3 Ik zal zien er eenigen af te krijgen.– Doch ik kan nu niet al mijn tijd er aan geven en dien veel ’t huis te zijn – althans den eersten tijd.4
Nu, als de dokter er weer geweest zal zijn heden, stuur ik nog een briefkaart. Gegroet.–