1*Gisteren avond ontving ik 2Uw brief alsmede ingesl. frs 100_– 3Ik kan U mededeelen dat/ door mijn 4tijdelijk verblijf hier minder 5kosten gehad hebbende/ ik nu sta op een punt 6waar ik mijn te kort van verl. jaar dekken 7kan_–
8Ik wijs U hier op als kunnende gij er uit 9zien hoe ik evenzeer als gij ’t land zou 10hebben aan wanordelijkheid in zaken en 11tegenover de lui ook er op sta aan mijn 12verpligtingen te voldoen_–
13En niet ben in een stemming om onverschillig 14voor zaken te zijn – – integendeel – 15dat verzeker ik U.
16Ik zal juist mijn werk wel degelijk trachten 17door te voeren en gij moet ook niet meenen 18ik ten opzigte van dagelijks bezig zijn hier 19anders ben dan vroeger_–
21betreffende nu dat ik U heb geschreven over 22bezwaren die ik had om op den zelfden voet 23voort te gaan met geld aannemen van U/1 24wij kunnen nu sluiten op een moment 25waar ik er af kom zonder te kort/ 26en reden te meer ik niet anders kan doen 27of zal doen dan in ’t finantieele Uw 28handelwijs met mij genereus vinden. En indien 29aan ’t eind v.h. jaar ik een te kort had/ beweer ik 30ook geenszins dit Uw schuld was. Ik zeg echter ’t mij 31verheugt tegenover leveranciers er nu op dit moment 32niets onbetaald is.
1v:2 33Leveranciers van verf of wat ook 34heb ik eerlijk behandeld en betaald_2
35Tegenover U echter heb ik een groote schuld/ 36en ging ik voort precies op den zelfden voet 37zoo zou ik dat erger en erger 38maken.
39Nu heb ik U een voorstel te doen voor 40’t vervolg. Laat ik U van mijn 41werk sturen en neem gij er van wat gij hebben 42wilt doch het geld dat na Maart ik zou ontvangen 43van U sta ik op ik moge beschouwen als door 44mij verdiend geld. En ik vind het heel best 45in ’t begin dit geringer zij dan het geen tot dusverre 46ik ontving.
47Van mijn kant zeg ik beslist 48dat/ wat gij ook denkt van het geen tot dusverre 49ik ontving van U/ ik voor mij het beschouw 50als iets dat zoo mogelijk ik zal rembourseeren_ 51Lukken de zaken mij/ zoo zal ik het afdoen 52wel degelijk. Vooreerst kan daar geen 53kwestie van zijn en zullen we daar ook niet over 54spreken.
55Tegen Maart zal ik U eenige 56aquarellen sturen van hier. Wilt ge die niet 57hebben zoo ga ik er mee naar een ander doch 58liever doe ik zaken met U. Die aquarellen 59zullen fouten hebben maar toch/ 60ik geloof niet dat het gek van mij is als ik een 61begin maak mijn werk te laten kijken 62om het de wereld in te sturen_1v:3 63Rappard deed op een zeker moment ’t zelfde 64en voerde het door van af dat hij ’t begon. 65Ik voor mij doe ’t betrekkelijk à contre coeur 66doch ik moet het doen_
67En van Maart af aan dus zal ik geregeld beginnen 68werk hier & daar heen te zenden. En naar U 69’t eerst – doch reken U niet verpligt 70iets van me te nemen waar ge voor U 71zelf niet eenig hart voor zoudt hebben. 72Ik zou meenen dat dit zou maken 73wij/ welk verschil van gevoelen 74er ook zijn mogt of komen mogt/ 75'er niet over hoefden te spreken zelfs/ veel minder 75atwisten.– 76Wat mijns inziens men wel moet doen als men 77eene relatie heeft met iemand 78zoodanig als de onze is tot nu toe.
79Ik herzeg/ ik zou bezwaren hebben om op den zelfden 80voet voort te gaan_ Maar regt gaarne wil 81ik op eene eenigzins gewijzigde manier met 82U in relatie blijven.
83Ik zeg niet eens dat ik wil gij wat gij van 84mij nemen mogt dadelijk moet beschouwen als 85iets wat gij zult trachten te verkoopen_
86Wilt gij voorloopig niet in Uw kwaliteit 87van handelaar zoozeer maar meer in 88Uw kwaliteit van hart hebbende om juist ook voor 89lui zooals ik/ die nog in hun begin zijn/ iets te doen/ 90werk van mij nemen/ dat is mij genoeg_ 91Maar ik wil na Maart niet of 92althans absoluut zoo min mogelijk geld van U 93aannemen voor ’t welk ik geen bepaald werk 94zou leveren_–
95Met opgewektheid zou ik niet op den zelfden voet 96kunnen doorgaan – 97maar met opgewektheid wil ik wel dat andere 98beginnen op ’t zelfde momenta het eerste moet 99worden gecoupeerd m.i.–
100Wilt gij in dat andere voorstel niet treden zoo 101moet gij het laten_
102Ik wil wel vrij zijn tegenover U doch tevens 103wil ik evenzeer gij vrij U voelt tegenover mij_ 104Is er iets in mijn werk dat U bevalt/ het zal me 105veel pleizier doen en als ’t U niet bevalt en 106gij er buiten zoudt wenschen te blijven kan 107ik daar niets op zeggen_
108Bovendien wat er ook zij van verschil 109in gevoelen betreffende dit of dat/ dat wij 110broers zijn en als broers ons zullen gedragen is iets dat hoop ik wel degelijk blijven 111zal.
112Ik hoop ook dat gij en Pa mij niet zult tegen 113werken in dat ik voorloopig geen ander atelier 114neem dan ’t mangelkamertje hier.
115Ik zal een ander nemen en niet meer bij Pa in 116huis zijn zoodra mijn werk mij genoeg oplevert 117om weer op nieuw zelf een woning te 118bekostigen.
119Sedert ik hier ben is er geloof ik geen dag geweest 120waarop ik niet bij de wevers of boeren van 121s’morgens tot s’avonds zit te werken.
122Indien ge goed vind wat ik voorstel zal 123’t me veel pleizier doen. Alsdan worden m.i_ 124extremes vermeden en het roer 125regt gehouden. 126Weet gij iets beters/ gaarne wil ik ’t hooren_ 127Gegroet en ik bedank U voor ’t gezondene.