2Uw brief ontvang ik daareven_ 3Misschien doordat Uw brief kruistte een 4schrijven van mij in denzelfden toon als hetgeen 5heden door U wordt beantwoord/a zult gij 6zien dat ik hier spreek in eene andere 7stemming dan de overijling door U 8verondersteld_– Juist omdat ik bedaard 9zeg wat ik zeg/ al zij het niet den toon welken 10'zoo dagelijks wordt gebezigd (hier is het een ernstige zaak)/ kan ik geen 11gebruik maken van Uw welwillendheid om 12het als “in haast” gesproken te beschouwen_– 13Juist die opvatting van U (dat ik in haast en 14zonder nadenken zou gesproken hebben) is mij 15bewijs genoeg wij hier staan op een 16punt waar meer woorden ons niet verder 17zouden brengen en vind ik het goed we deze 18kwestie laten rusten.
19Gij zegt gij moet komen op het finantieele. 20Ik ook.
21Broer/ weet ik herhaal wat ik vroeger zeide, 22zonder verandering, betreffende dat gij mij nobel 23hebt geholpen – en dat:
24money can be repaid/ but not kindness such as yours_1
25Maar – ziehier wat ik wil en wat gij in 26mij billijken zult dat ik wil.
27Ik moet een maatregel nemen zóó dat 28ik hebbe wat ik heb.
29Ik bedoel dat ik slechts dat geld accepteeren 30kan ’t welkb ik zonder iemands opinie 31te behoeven te vragen mede doen kan wat 32ik goedvind_–
33Ik heb liever frs 100 per maand er 34vrij mee zijnde/ dan frs 200 er niet geheel 35vrij mee zijnde_–
36Indien in zienswijs wij het meer eens 37waren zoo zoude ik een accoord als het 38tot heden tusschen U en mij afgesprokene 39verreweg ’t beste achten.2
40Maar bij te veel verschil van zienswijs/ 41bij te weinig elkaar begrijpen is een 42'accoord als het tusschen U en mij afgesprokene 43niet bestaanbaar of verstandig_ 44Veronderstellende dat après tout en Uw 45en mijn karakter vermijden willen 46wanorde of eclats/ zoo zullen wij het 47breken stil en bedaard – maar beslist 48zóó dat noch op U noch op mij aanmerking 49van dwaasheid of overijling kan worden 50gemaakt.
51'Ik zoude wenschen tot Maart het 52bleef bij ’t gewone_– Dat zal 53mij in staat stellen alles te betalen wat 54ik te betalen heb en van nog een en ander 55mij wat te voorzien van benoodigdheden. 56Eerste maatregel van orde die moet 57behartigd worden.
58Het laatste jaar/ n.l. 83/ was een hard/ triest 59jaar voor mij en vooral ook ’t einde triest/ bitter & bitter. 60Goed/ daar komen we niet op terug_– 61Na Maart zijn wij van weerskanten 62vrij. Doch indien voor een tijd 63nog gij aan Pa eenige 64tegemoetkoming kondt geven 65wegens ik niet te zeer tot last wil zijn/ zoo 66is dit wijs en goed m.i. Doch dit zij dan 67tusschen Pa en U_
68Ik zal dan desnoods er iets bij 69gaan doen_ Wat/ kan me niet eens veel 70schelen/ alleen niet met U in een zelfden handel_ Alleen weet het wel dat 71ik het beslist meen/ staande tegenover 72de daadzaak dat wij blijkbaar verder 73voortgaande het niet genoegzaam eens zouden kunnen 74blijven/ ik er op werken zal van U geen
1r:4 75gunsten in den vorm van geld meer te 76accepteeren/ waar die in mijn levensopvatting 77mij niet geheel vrij laten kunnen.
78Gij zult zeggen gij laat 79mij vrij – ja maar er is toch een 80zekere gêne_
81En liever heb ik minder bij een ander 82als ik in dingen die niemand anders 83raken dan mij persoonlijk alleen/ 84après tout niet vrij ben.
85Gij moet hier niet in zien dat ik 86met U niet meer te doen wil hebben/ 87het tegendeel is waar – gij zijt 88handelaar_ goed/ als ik iets verkoopbaars 89maak in uw oog zoo wil ik het zelfs 90liever aan U dan aan een ander verkoopen 91doch het moet eene schikking zijn zóó 92dat mijn positie er niet scheef door 93wordt. dus een verkoopen wil ik wel degelijk in den letterlijken zin_ Gij kunt ook dit opvatten 94net precies zoo als ge wilt/ ik geloof 95dat wat ik zeg verstaanbaar is.
96Ik dank U voor Uw schrijven/ ik apprecieer 97er veel dingen in. Gegroet en geloof me