3Met een woord wilde ik U berigten ik, 4naar aanleiding van de schikking met Pa 5en Moe om het vertrek dat tot heden tot 6mangelkamer diende mij te laten 7gebruiken tot atelier & bergplaats voor een 8& ander1 ik heb, naar den Haag ben gegaan 9om mijn studies/ prenten &c_&c. in te pakken 10en te verzenden.2 Wat ik zelf 11dien te beredderen_
12Tevens ben ik een dag bij Rappard geweest/3 13die zeer hartelijk was en mij nog al geruststelde 14betreffende sommige bezwaren die ik had om 15het als iets dat van blijvenden aard kon zijn te 16beschouwen.
17Nu/ ik zag teekeningen (aquarellen) en geschilderde 18studies van hem die ik zeer goed vind_
19Vooral het oude vrouwen huis op Terschelling_4 20Wat zoudt ge hem veranderd vinden in zijn werk_– 21Nog eens – wat ik zeide betreffende de 22Rappards – daar bedoel ik niet mede dat 23ik ooit heb gewenscht of nu wensch dat men 24t’huis voor mij kosten zou maken aan het 25atelier. Dat niet – maar wel dat
1v:2 26op de meest eenvoudige manier 27er een vertrek zij waar ik althans een 28pied à terre heb/ zoo dat in moeielijke 29tijden ik er beter door kan 30komen.
31Juist omdat wij armer zijn dan de Rappards 32is het nog meer reden om voorzigtige maatregelen 33te nemen_
34Enfin als de tijd er eens over heengegaan is zal 35geloof ik het bevorderlijk zijn 36om tot een solide resultaat te komen.
37Ik heb de vrouw5 terug gezien/ waar ik 38zeer naar verlangde_–
39Ik gevoel wel degelijk dat het moeielijk 40op nieuw te beginnen zou zijn_
41Maar dat neemt niet weg ik 42geenszins mij zou willen houden als kende ik 43haar niet of zoo_–
44En ik wenschte wel dat zij t’huis 45konden inzien dat de grenzen van 46medelijden niet liggen daar waar de wereld 47ze stelt. Gij trouwens verstondt in deze zaak 48mij. Zij heeft zich gegeven de 49omstandigheden sedert dapper gehouden/ 50reden voor mij om wat ik voor moeielijkheden 51gehad heb bij wijlen met haar/ te vergeten_
52En juist omdat ik nu bijna niets meer 53voor haar doen kan/ althans haar moed 54in ’t hart trachten te spreken en te sterken. 55Ik zie in haar eene vrouw/ ik zie in 56haar eene moeder en ieder man 57die een beetje mannelijk is 58geloof ik zulken moet beschermen als de 59gelegenheid er is om iets te kunnen 60doen. Ik heb er me nooit voor geschaamd 61noch zal er me voor schamen.