1*Ik gevoel hoe Pa en Moe instinktmatig 2(ik zeg niet verstandig)a denken over mij_
3Er is een soortgelijk opzien tegen mij in huis te 4nemen als er zou wezen om een grooten ruigen 5hond in huis te hebben. Hij zal met natte pooten 6in de kamer komen – en dan/ hij is zoo ruig_ 7Hij zal iedereen in den weg loopen_– Enhijblaft 8zoohard_–
10Goed – maar het beest heeft eene menschelijke geschiedenis
11en ofschoon een hond zijnde/ eene menschenziel/ 12en nog wel een fijngevoelige/ om zelf te 13voelen hoe men over hem denkt/ ’t geen een 14gewone hond niet kan.
15En ik/ toegevende dat ik een soort hond ben/ 16laat hun in hun waarde_
17Deze woning is ook te goed voor mij/ en Pa en 18Moe en de famielie zijn zoo bijster fijn (niet 19gevoelig er achter evenwel)1 en – en – het zijn dominés – veel dominés_ 20De hond ziet dus in dat indien 21men hem hield het te veel een hem verdragen/ 22een hem “in dit huis” dulden zoude wezen/ dus 23hij zal zich ergens anders een hondehok 24zien op te sporen.
25De hond is nu wel Pa’s zoon eigentlijk eens in der tijd geweest 26en Pa zelf heeft hem wel wat al te veel 27op straat gelaten/ waar het niet anders kon 28of hij werd ruwer/ maar aangezien Pa 29dat zelf al jaren geleden vergeten is 30en er eigentlijk nooit diep over gedacht heeft 31wat den band tusschen vader en zoon beteekende/ zoo 32kan men daarover zwijgen.
33Dan – de hond zou wel eens 34kunnen bijten – als hij eens 35dol werd – en de veldwachter er bij 36moest komen om hem dood te schieten_– 37Goed – ja dat alles/ zeer zeker/ het is 38wel waar_–
39Er staat tegenover dat honden wachters zijn_ 40Doch zulks is overbodig/ het is vrede en geen 41gevaar/ van niets is kwestie zegt men_– Dus ik zwijg daarna_
42De hond heeft alleen spijt dat hij niet 43weg gebleven is want het was niet zoo eenzaam 44op de heide als in dit huis – ondanks alle vriendelijkheid_ 45Het bezoek van het beest was eene 46zwakheid die hoop ik men vergeten 47zal en waarin hij zal vermijden op 48nieuw te vervallen.
49Daar ik in der tijd van mijn hier zijn 50geen onkosten had en wegens ik hier tweemaal 51geld van U ontving/ zoo heb ik de reis zelf 52betaald en de kleeren die pa kocht omdat de mijne niet goed genoeg waren ook zelf betaald/ doch tevens de f_ 25 van vriend 53Rappard afgedaan.
54Ik denk dit U pleizier zal doen dat 55dit is gebeurd/ het stond zoo slordig_
56*Inliggend den brief dien ik bezig was te 57schrijven toen ik Uw letteren ontving_2 Waarop ik/ 58na aandachtig gelezen te hebben wat gij zegt/ wil antwoorden_ 59Ik begin met te zeggen ik het nobel van U vind dat 60gij/ meenende ik het Pa lastigmaak/ zijn partij 61trekt en mij een frisch standje maakt.
62Ik beschouw dit als iets dat ik in U apprecieer 63ofschoon gij te velde trekt tegen iemand die 64noch Pa’s noch Uw vijand is doch die wel 65degelijk evenwel Pa en U eenige serieuse 66kwesties in bedenking geeft. 67U zeggende wat ik zeg als gevoelende 68ik zulks/ en vragende/ Waarom is dit zoo_
69In veel opzigten verder doen mij Uw 70antwoorden op verschillende passages in mijn 71brief zien kanten der kwesties die mij 72zelf ook niet vreemd zijn_ Uw bedenkingen 73zijn voor een deel mijn eigen bedenkingen/ 73amaar niet afdoende_ 74Ik zie er dus alweer in Uw goeden wil/ 75Uw begeerte tevens tot verzoening en 76vrede – waaraan ik trouwens niet twijfel. 77Maar broer/ op Uw wenken zoude 78ik ook weer zeer veel bedenkingen 79kunnen maken/ alleen ik meen 80dit een langdradigen weg zou zijn en 81'dat er een korteren weg is.
82Begeerte tot vrede en tot verzoening 83is er 84en bij Pa en bij U en bij mij_ 85En toch schijnen wij er niet toe te kunnen 86komen om een vrede tot stand te brengen.
2v:4 87Ik geloof nu dat 88ik het struikelblok ben3 en dus ik moet trachten er iets op te 88avinden ik noch U noch Pa “het lastigmaak” verder_
91Ik ben nu bereid om het en Pa 92en U zoo gemakkelijk mogelijk/ zoo 93rustig mogelijk te maken.
94Gij vindt dus ook dat het van mij is een 95het Pa lastigmaken en dat ik laf ben. Zoo – 96welnu ik zal voor Pa en voor U 97alles in mij trachten op te sluiten_ verder/ 98ik zal Pa niet weder 99bezoeken en mij houden aan mijn 100voorstel om (ter wille van wederzijdsche 101vrijheid van gedachten/ ter wille van 102het Uookniet LASTIG maken/ 103wat ik vrees onwillekeurig Uw opvatting reeds 104begint te zijn) tegen Maart/ indien gij het 105goedkeurt/ het einde te stellen van onze afspraak 106betreffende het geld.
107Ik houd juist eenige tijdruimte ter wille van 108orde en opdat ik tijd hebbe tot eenige 109demarches die wel heel weinig kans hebben 110op reussite/ maar die ik toch gewetenshalve 111niet uit mag stellen in de gegevenen_
112Dit moet gij kalm opnemen en met 113goedheid opnemen broer – het is niet een 114U een ultimatum stellen. Maar als onze 115gevoelens al te zeer uiteenloopen/ welnu/ wij moeten 116dan niet ons zelf forceeren om toch alles blaauw blaauw 117te laten. Is dat Uw opinie ook niet eenigzins_
118Gij weet toch wel dat ik het beschouw als dat 119gij mij het leven hebt gered/ dat vergeet ik 120'nooit/ ik ben/ooknadatwijeen 121einde maken aan relaties die vrees ik eene 122scheeve verhouding zouden te weeg brengen/ 123Uw broer/ Uw vriend niet alleen/ maar 124tevens heb ik verpligting totinhetoneindige 125van trouw voor die daad van U in der tijd 126om mij de hand te reiken en het vol te houden 127mij te helpen.
128Money can be repaid/ not kindness such as yours_–4
129Laat mij dus ook begaan – alleen 130het is mij een teleurstelling dat er niet 131een verzoening door en door is tot stand gekomen nu – 131aen ik zou wenschen dat het nog kon/ alleen gij lieden begrijpt mij niet en zult me misschien nooit vatten 131bvrees ik. 132Als gij kunt/ stuur mij dan het gewone 133per ommegaande/dan behoef ik Pa niets te 134vragen 134aals ik wegga/ wat ik 134bzoodra mogelijk dien te doen_– 135'
De f_ 23.80 van 1 Dec. gaf ik in zijn geheel aan Pa (voor f_ 14 geleend/ en schoenen en broek samen f_ 9.-)_ 136'De ,, 25 ,, 10 ,, ,, ,, ,, ,, ,, ,, Rappard_
137ik heb in mijn zak nog een kwartje en eenige 138centen. Ziedaar de rekening die gij nu begrijpt/ 139als ge nog bovendien weet ik betaalde van het geld 140'van 20 Nov./ dat 1 Dec. kwam/ het verblijf 141in Drenthe van langen tijd/ wegens toen er eenige stoornis was 141adie later teregt kwam/ 142en van de f_ 14 (die ik leende van Pa en terug gaf sedert) betaalde 143ik mijn reis enz_
148Er is te veel in mijn rondborstig uitgesproken 149oordeel over Pa dat ik niet kan terug nemen5 150in de gegevenen. 151Uw bedenkingen apprecieer ik/ maar 152velen er van kan ik niet afdoendb beschouwen/ 153anderen dacht ik zelf ook reeds aan ofschoon ik schreef wat ik schreef_
154Mijn gevoelens zette ik in krachtige woorden 155en worden natuurlijkerwijs gewijzigd door 156appreciatie van zeer veel goeds in Pa – natuurlijk 156ais die wijziging aanmerkelijk.
157Mag ik U zeggen ik niet wist iemand van 15830 jaar “een jongen” was/ vooral niet 159indien hij misschien meer ondervonden heeft 160in die 30 jaar dan de eerste de beste_– 161Beschouw gij evenwel indien gij wilt 162mijn woorden als jongenswoorden_
163Uw opvatting van wat ik zeg ben ik niet 164aansprakelijk voor/ niet waar_– Dat is Uw zaak.
165Wat Pa aangaat/ ook wat hij van mij 166denkt zal ik zoo vrij zijn mijn hart 167af te trekken zoodra wij van elkaar 168gaan.
169Het moge politiek zijn om te zwijgen 170wat men gevoelt/ het is mij evenwel altijd voor 171gekomen dat vooral een schilder sinceriteit 172tot pligt had – of men begrijpt wat ik zeg/ of 173men mij juist óf onjuist beoordeelt/ hebt gij 174zelf mij eens op gewezen aan mij zelf 175niet toe of af deed.
176Nu broer/ weet dat al komt er scheiding in wat 177dan ook/ ik misschien nog 178veel meer dan gij weet of voelt Uw vriend ben en Pa’s vriend zelfs_– 179Met een handdruk_
182Sedert ik inliggenden brief schreef heb ik op nieuw 183gedacht over uw opmerkingen en ik heb ook op nieuw 184gesproken met Pa_– Mijn besluit om hier gedecideerd niet 185te blijven stond zoo goed als vast – onverschillig hoe dat 186zou opgenomen worden of wat er van komen mogt – toen evenwel het gesprek 187eene wending nam doordat ik zeide: ik ben hier nu 14 dagen 188en gevoel me niet verder dan ’t eerste halfuur/ indien 189we nu elkaar beter begrepen hadden/ hadden we nu 190al dit en dat in orde en op zijn pooten gehad – ik 191kan geen tijd verliezen en ik moet beslissen_
192Een deur moet open zijn of digt_6 Iets tusschenbeide 193begrijp ik niet en is eigentlijk niet bestaanbaar_– 194Het is nu daarmee geeindigd dat 195het vertrekje t’huis waar nu de mangel staat/ zal 196disponible zijn voor mij tot bergplaats van een 197en ander/ tot atelier ook in gevallen dit 198door de omstandigheden wenschelijk 199mogt zijn.7 199aEn dat men nu er aan begonnen is het vertrek 199bleeg te maken/ wat eerst niet ’t geval was en de zaak nog hangende.
200Ik wil wel U iets zeggen dat ik sedert meer heb ingezien 201dan toen ik U schreef over wat ik van Pa dacht_– 202Ik ben verzacht in mijn oordeel ook daardoor dat 203ik in Pa meen te bespeuren (en een uwer wenken 204zou eenigermate daarmee kloppen) bewijzen 205dat inderdaad hij mij niet volgen kan wanneer 206ik iets tracht uit te leggen. Blijft hangen aan een 207deel van wat ik zeg/ dat onjuist wordt wanneer men het 208uit zijn verband rukt. Dit kan wel aan meer dan een 209oorzaak liggen maar den ouden dag heeft er 210zeker ook voor een groot deel schuld aan. Nu/ den 211ouden dag en zijn zwakheden respecteer ik ook alsgij/ 212zelfs al schijnt het U misschien anders of al gelooft gij 213dit niet van mij_– Ik bedoel dat sommige dingen 214die ik een man met zijn volle denkkracht zou kwalijk 215nemen/ waarschijnlijk ik toegeef aan Pa – om die 216reden voornoemd_–
217Ik dacht ook aan het woord van Michelet (die het 218van een dierkundige heeft)/ “le mâle est très sauvage”_–8 219En wegens nu ik in dezen tijd van mijn 220leven weet van mij zelf dat ik sterke hartstogten heb 221en ook m.i. moet hebben – zoo zie ik mij zelf 222er dan ook op aan ik misschien “très sauvage” ben_ 223En toch/ mijn hartstogt bedaart waar ik sta 224voor een zwakkere/ dan vecht ik niet_
225Ofschoon overigens in woorden of over beginselen strijden met 226een man die nota bene in de maatschappij 227eene betrekking van der menschen zieleleven 228leiden bekleedt/ voorzeker gepermitteerd 229is niet alleen maar ook geenszins laf kan 230zijn. Immers toch/ men is gelijk in wapenen_ 231Denk als gij wilt hier 232eens over na/ te meer als ik zeg ik wil om 233veel redenen ook zelfs een woordenstrijd opgeven 234omdat ik wel eens denk Pa niet meer ten volle 235de kracht van zijn gedachten op een enkel punt 236te concentreeren heeft.
237In zekere gevallen toch is s’mans ouderdom een 238kracht te meer.
239De kwestie in het hart tastende zeg ik bij deze 240gelegenheid tot U dat ik geloof gij juist door 241Pa’s invloed meer U geconcentreerd hebt op handel 242dan in Uw natuur lag_
243En dat ik geloof dat al zijt gij nu nog zoo 244zeker van Uw zaak dat gij handelaar moet blijven/ 245een zeker iets in Uw oorspronkelijke natuur nog 246nazalwerken en misschien meer reageeren 247dan gij wel op verdacht zijt.
248Sedert ik weet onze gedachten elkaar gekruist 249hebben in onzen eersten tijd bij G&Cie/ dat namelijk 250en gij en ik toen gedacht hebben om schilder te worden/ 251doch zoo diep dat toen wij zelfs tegen elkaar het 252niet ronduit durfden zeggen/ zoo kan het wel 253zijn in deze latere jaren wij meer tot elkaar komen_ 254Te meer door werking van omstandigheden en 255toestanden in den handel zelf die intusschen reeds 256veranderd is vergeleken bij onzen eersten tijd en m.i. 257steeds meer en meer veranderen zal_
258Zóó heb ik me geforceerd in der tijd en zoo drukte 259mij ook een prejugé dat ik zeker geen schilder was/ 260'dat zelfs toen ik bij G&Cie van daan ging ik 261mijn gedachten er niet op bragt maar op iets anders 262(wat weer een tweede vergissing/ nog boven op de eerste was)_ Alstoen 263gedecourageerd zijnde omtrent de mogelijkheid 264'doordat beschroomde/ zeer beschroomde demarches 265bij een paar schilders niet eens opgemerkt waren. 266'Dit wat ik U zeg is niet omdat ik 267'U forceeren wil te denken als ik – ik forceer 268geen mensch – alleen het is in broederlijk/ 269in vriendschappelijk vertrouwen dat ik U het 270zeg.
271Mijn beschouwingen mogen soms uit de 272proportie zijn/ dat kan wel. ik geloof toch dat er iets 273waars moet liggen in het karakter er van en de actie en rigting. 274Dat ik zelf er nu op heb gewerkt om 275hier het huis weer open te krijgen/ zelfs 276zoo ver als er een atelier te hebben/ 277dat doe ik niet in de eerste of voornaamste 278plaats uit eigenbelang_–
279Ik zie er in dat al begrijpen wij elkaar 280in veel dingen niet/ er hetzij altijd hetzij bij vlagen 281goeden wil is om zamen te werken tusschen U/ Pa en 282mij zelf_– Daar het nu reeds zoolang geduurd heeft 283er verwijdering was/ zoo kan het geen kwaad er op 283ate werken 284eenig gewigt aan den anderen kant te leggen/ 285opdat ook voor de wereld wij niet meer verdeeld 286zouden schijnen dan ’t geval is/ om voor de wereld 287niet in extremes te vervallen.
288Rappard zegt tot mij “een mensch is geen turf/ 289in zoover dat een mensch er niet tegen kan om als een 290'turf op zolder gegooid en daar vergeten te worden” – 291en hij wijst er op dat hij het 292voor mij een groot ongeluk vond dat ik niet 293t’huis kon zijn_– Denk als ge wilt hier eens over na_ 294Ik geloof dat het een 295beetje te veel beschouwd is als handelde ik in 296willekeur of in overmoed of/ enfin gij weet het zelf beter dan ik/ 297terwijl ik tot een en ander meer geforceerd was en niet 298'anders kon dan men wilde inzien.
299En juist het parti pris van opvatting om 300in mij lage doeleinden &c_ te zien maakte mij jegens 301menigeen zeer koel en tamelijk onverschillig_–
302Broer nog eens – denk veel na in dezen tijd 303van Uw leven/ ik geloof dat gij in een 304gevaar zijt om veel zaken scheef te zien en 305ik geloof gij de perspectief van Uw leven nog 306eens verifieeren moet en dat dan Uwleven 307HET BETER DOEN zal. Ik zeg het niet als 308of ik het wist en of gij het niet wist/ ik zeg het omdat 309ik hoe langer hoe meer begin in te zien dat 310het zoo ontzettend moeielijk is om te weten 311waar men gelijk en waar men ongelijk in heeft_–
81 dat < ik dat
120 ben < ben U
135 (voor [...] f. 9.-). < Added later; parentheses added by us.
136 10 Dec. < 1 Dec. Van Gogh must have been mistaken in the date.