1*Mag ik er U eens opmerkzaam 2op maken dat de post van Maandag 26 Nov. zooeven 3passeert zonder Uw brief te hebben gebragt_1 4Dat wegens ’t nog naar Hoogeveen moet & 5terug2 wij nu op een punt gekomen zijn 6dat het bijna gelijkstaat of ik een keer ’t gewone 7niet had gehad/ want gesteld eerst volgende post 8brengt den brief/ ontvang ik ’t geld niet voor 28 Nov. 9s’avonds laat of 29 Nov. s’morgens.
10Gevolgelijk is dit eigentlijk een tekort want 11Uw volgenden brief/ n.l. die ik anders tegen 121 Dec. zou hebben meenen te verwachten kunnen/ 13zal dan wel niet komen. Wegens nu sedert 14ik hier op Nieuw Amst. ben telkens de brieven 15later & later kwamen.
16Indien ik een woordje tot waarschuwing had 17ontvangen overeenkomstig onze afspraak/ zoo 18zou het in mij niet die stemming opwekken 19die ik onwillekeurig wel gaandeweg ietwat 20krijgen moet. Namelijk dat er ietwat dubbelzinnigheid 21begint in te sluipen in onze verhouding die begon 22opregtelijk te zijn/ 23wederzijdsch elkaar begrijpen en respecteeren.
24Nu/ dat het boven vermelde mij een teleurstelling 25is en zeer voelbaar mij hindert/ ook afgescheiden 26van gedachten die ik niet precies helpen kan bij me 27opkomen/ is toch niet wat mij heden ’t meest op 28t’harte drukt_–
29Veeleer is het een onbestemde onrust betreffende U/ 30ondanks – misschien juist wegens – ik pas gisteren 31van t’huis verneem zij een goeden brief van 32U hadden gehad_– Hieruit zou ik dus opmaken 33dat die bewuste crisis onderdrukt/ afgewend/ 34gestopt is/ enfin hoe ge ’t noemen wilt. En dus
1v:2 35dit eene bevestiging zou zijn van Uw woordje aan mij/ 36“ik geloof wel dat voorloopig de dingen zóó blijven zullen”_ 37Waarvan ik echter reeds liet doorstralen het mij maar 38half beviel/3 of liever veeleer te meer verontrustte in 39plaats van geruststelde betreffende uw toekomst_– 40Ik hoop nu maar dat gij mij verstaan zult en 41niet mis verstaan.
42Op dit moment verdenk ik U niet van onoprecht- 43heid – houd s.v.p. dat vast als mijn 44uitgangspunt_–
45Omdat ik in U geloof dus als eerlijk man 46zoo reken ik U betrekkelijk veilig tot nog toe quand même – 47zelfs in geval van catastrophe_–
48Maar nu komt het punt waar ik vrees 49gij een gevaar loopt – kwetsbaar zijt_– 50Gesteld al wat dreigde is afgewend/ 51gesteld alles is gecalmeerd, zoo wilde ik U 52herinneren aan ’t gezegde: don’t fear the storm 53but dread the calm/treacherous/enchanted ground_4 54Gesteld zachtjes aan en onmerkbaar wordt gij door 55een stillen stroom meegevoerd in een ander vaarwater 56dan regt door zee_ Gesteld dat wat ik zal noemen – vergeef me 57'de expressie – vergift van de Parijsche atmosfeer – 58het jesuitisme van dien dampkring – dringt zoetjes aan 59in uw porien – onmerkbaar voor u zelf – 60maar toch is uitwerking gij over eenige jaren 61het zelf begint te bespeuren – ik ben van den koers af – 62ik ben te onopregt/ te weinig me zelf uitgedraaida 63en ik heb teveel toegegeven aan het den voorspoed 64maar volgen_
65Broer – indien gij onlangs schreeft “ik geloof ik 66op finantieel gebied een nieuwe opvatting op ’t spoor 67'ben”5 – dacht ik er van kortweg: dat’s kwaad genoeg_– 68Dat zou ik niet gedacht hebben indien ge b.v. hadt 69kunnen schrijven/ ik ben iets op ’t spoor op ’t gebied 70van drukkerij b.v./ of – ik heb eenige flinke 71nieuwe artisten ontdekt met wie ik wel wat zal 72kunnen doen – enfin al wat ge wilt op ’t gebied 73van werk of kunst hadde ik opperbest gevonden 74maar – finantieel gebied – neem me niet 75kwalijk – dat is mij te veel in de lucht.
76Nu kerel – neemt gij ’t mij kwalijk ik niet 77volkomen gerust ben U aangaande? en tweedens/ 78gelooft ge dat ik hier ook niet de dingen U aangaande 79verwar met mijn eigen zaken als zijnde in zekeren zin 80van de Uwen afhankelijk_– al zijn mijn zaken van de 81Uwen afhankelijk/ toch het is niet daarover dat ik ongerust 82ben nu – mijn ongerustheid is regelregt over U – over 83U als mensch – als man – als regtschapen/ eerlijk man_– 84En mijne vraag/ zult gij geen schade lijden en 85'achteruitgaan – als mensch – indien ik er toe kom die vraag te stellen/ 86het is omdat Parijs Parijs is_–
87Ik zeg niet dat ik van mij zelf weet ik altijd 88die geestkracht zou hebben/ dus ik spreek niet van mij 89zelf maar van een persoon uit ver verleden. 90Die/ zegt men/ toen hij voelde dat hij op een 91betooverden grond in een betooverde atmosfeer was waar 92hij voelde hij ontzenuwd werd/ kort en bondig 93op een balk of vlot van het bewuste eiland in volle 94zee zich waagde/ denkende: de zee is zóó gevaarlijk niet 95als dit en dat. En mijns inziens was die man magtig wijs_–6
96'Dit en dat moet ge mij permitteeren 97ik het niet defineere maar alleen er van zegge/ 98er zijn dingen waarvan men weten moet dat 99ze iemand zachtjes aan betooveren en in 100korten tijd veranderen kunnen tot het precies 101tegenovergestelde van waar men heen ging zoolang men 102opregt was_–
103Mijn woorden mogen somber zijn – goed_– 104Voor mij zelf heb ik wel oogenblikken dat alles mij 105zeer duister is in eigen vooruitzigten – toch/ zooals ik 106U reeds schreef/ ik geloof niet dat mijn lot 107afhankelijk is van wat er tegen schijne. Zij tegen 108mij van allerlei/ er kan iets zijn magtiger dan 109’t geen ik zie dreigen_– Ik noemde ’t woord 110fataliteit7 – bij gebrek aan een beter woord – 111wie nog niet vallen moet zal ook nog 112niet vallen_– Zoo betreffende mij zelf geef ik het 113over en doe als of er niets gaande was_–
114Betreffende U/ zoo als ik zeide/ zoolang ik 115geloof in Uw opregtheid/ en nu geloof ik het 116tegendeel nog niet/ geloof ik ook dat ondanks geluk 117of ongeluk gij veilig zijt/ al ware het alleen 118in die bewuste werkelijkheid die zweeft boven den schijn der 119dingen.
120Maar ik moest glimlagchen over wat zij t’huis schreven 121over een “goeden” brief – met een enkel algemeen woord 122waar ik overigens niets van weet – en dat het scheen de zaken 123weer een gunstiger keer hadden genomen. Ik dacht: 124goed – indien gijlieden zegt dat gij 125gerust zijt/ wees gijlieden dan gerust_– Meer 126dacht ik er echter niet van als dat_–
127Indien de enkele zin in bewusten brief over U eindigde met: 128“doch in ’t volgende jaar verwacht men8 er belangrijke gebeurtenissen 129zullen plaats hebben en wij hopen maar dat hij (n_l. dus gij) daar 130geen schade door lijden zult”/b zoo kwam ’t mij voor 131die gebeurtenissen in kwestie aan U als man zooveel 132niet af of toe zullen doen/ doch de kwestie zal veeleer 133zijn een what shall he do with it9 – met zijn 134karakter/ aanleg – ziel in een woord – 135kwestie in mijn oog tot heden onbeslist_– 136Afhangende van eigen nadenken en eigen willen 137zeer zeker voor een hoogst belangrijk deel_–
138Maar weet dit eene broer – dat welke 139keuze gij doen moogt of welke beslissing nemen of 140niet nemen – dat ’t zij gij in mijn oog beter 141worden mogt of slechter – 142en tevens of al dan niet er ten opzigte van 143geld of zaken direkte rapporten meer of minder 144zullen blijven tusschen ons/ dit door mijniet 145zal worden opgevat als een elkaar den rug toe 146draaien_– Verschil van 147zienswijs/ verschil van levensopvatting/ verschil 148'van beginselen zelfs (gesteld die later ons blijken mogten – nu zijn ze zoozeer nog niet gebleken) zijn voor mij nog geen 149redenen om weg te cijferen wat daadzaak is/ dat 150wij broers zijn n_l. en in veel punten overeenkomsten 151hebben_– Ik druk hier eens op/ juist tot wederzijdsche 152geruststelling hoop ik_
153Gij hebt Uw vrijheid/ ik heb mijn vrijheid om te 154handelen zooals het ons het meest raisonable 155toeschijnt/ niet waar_ En blijft men dit steeds 156op den voorgrond stellen/ dat men ’t elkaar 157niet kwalijk neemt of vijandig is 158of hatelijk wordt of elkaars leven bemoeielijkt 159wegens eventueel verschil van inzigt/ zoo blijven 160de dingen ondanks er eens een tijd van 161meerdere koelheid moge ontstaan ten minste 162goddank buiten dweeperij of intrigue. 163Wat helaas niet altijd met iedereen ’t geval is_
164Zoo ook betreffende ’t geld waarover ik begon 165'te schrijven/ wat ik PRIMO bedoel is/ laat er 166nooit twist komen tusschen ons daaromtrent 167en weet dat ik natuurlijkerwijs niet in ’t minst het 168u kwalijk neem als gij het niet hebt/ ook niet al 169ben ik soms fameus in moeielijkheden er over_
170En betreffende het kapitaal er reeds ingestoken 171door U en door mij/ want ik steek er toch mijn werk/ 172enfin mijzelf met huid & haar in – betreffende dat 173een & ander – ik heb steeds nog wel degelijk hoop 174op teregtkomen daarvan in de toekomst – ofschoon/ 175ofschoon – misschien niet alleen ik maar gij ook van 176Uw kant in een paar dingen ons vergist hebben – die evenwel 177in elk geval nog niet fataal of onherstelbaar zijn – en 178waarop ik nu niet eens komen wil_–
179Zie gij in dit schrijven als in voorgaande brieven 180niet een wantrouwen/ niet een verdenking/ niet 181een beleediging/ zie er in een waarschuwing betreffende 181asommige Parijsche dingen 182die ik U in bedenking geef/ niet als of ik 183onfeilbaar ware/ niet als of ik eischen 184zou van U het met mij eens te zijn – maar 185wegens ik zekere symptomen zoo meen te 186bespeuren die mij van raadselachtigen en onheil- 187spellenden aard voorkomen te wezen.
188En ja – moet het er nu uit – ik vraag niet 189eens om een antwoord – zelfs/ ik verzoek U het 190niet eens als een vraag te beschouwen maar als een 191woord/ om U volkomen duidelijk te maken ik een 192ongerustheid heb nog inde algemeene ongerustheid_– Enfin 193de kern van veel is – de vrouw van U/ is zij goed? is zij 194opregt?
194aIs zij eenvoudig/ staat zij op den gewonen grond/ 194ofwel loopt er een onkruidje van een wat gevaarlijke 195 zucht naar wat ik nu maar grootheid zal noemen onder haar 196tarwe_–10 Ik dacht aan lady Macbeth_–11
197Macbeth was eerlijk man maar – – – – maar – 198werd betooverd en stond toen hij en zij wakker werden voor 199meer en erger kwaad dan hun bedoeling geweest 200was_– En Macbeth viel – maar met een grooten val.12 201Als het kan stel me gerust – betreffende calamiteiten/ 202dat is niet waar ik zoo bijzonder bang voor ben – over 203’t geheel moet men niet vreezen dan alleen voor slechter 204worden_– Gij weet nu ’t allervoornaamste ook 205waar ik soms zorg over heb als ik aan U denk_–
208Ziedaar/ ik ben nu ruw omdat ik ronduit wou 209zeggen ik zoo heel dankbaar zoude zijn 210indien ik op dat punt gerustgesteld was_–
211Naar bijzonderheden herhaal ik ik in ’t allerminst 212niet vraag. Maar er zijn nu eenmaal mannen 213die vallen op die manier. En er zijn mannen 214die in tijds keeren_– Is eene vrouw eenvoudig 215goed zoo is ’t een zegen – maar er is gevaar waar 216de vrouw schitteren zou willen voor de wereld/ dat 217zij een man laaghartig make_– Deze ziekte 218te noemen is iets anders dan te zeggen dit Uw 219geval is/ niet waar/ en integendeel ik vraag/ zeg 220één woord en ik zal volkomen gerust zijn en niet 221verder vragen_–
222De vrouw met wie ik was/ wie is ze – eene hoer/ al 223geschonden van de pokken/ al verwelkt en verouderd/ 224al moeder van 2 kinderen – o – 225zij is geen goede vrouw/ que soit – maar hier heeft het ongeluk 226die hoogte bereikt dat zij geen lady Macbeth meer 227zou hebben kunnen wezen/ en betreffende verleiding 228dus/ indien in vroeger jaren zij misschien leelijk slecht 229is geweest/ juist het ongeluk heeft de kracht tot kwaad doen 230'zóó gekortwiekt (gesteld die had bestaan en ik ben daar niet eens zeker van) dat verleiding zoo moeielijk 231'ooit in de termen zou hebben kunnen vallen nu_
232En ik zeg dus niet tegen U wat ik zeg als wilde ik rapporten 233maken/ juist omdat er zooveel verschil is zou er 234geene kans zijn van het bovengenoemde 235lady Macbeth achtige in mijn betrekking met de vrouw van mij/ 236doch gij staat tegenover eene persoonlijkheid die 237een magt van charmeeren heeft en die charme 238kan fataal zijn indien aangewend in rigting 239wereldsche ambitie.
240Betreffende mij/ juist omdat de vrouw met wie ik was 241iemand is door en door ongelukkig en zoo zwaar belast met 242een slechten naam/ 2 kinderen/ armoede &c./ zou ik/ al vond
2r:8 243ik haar niet goed/ niet alle banden breken willen en ter wille 244van niemand zou ik het laten haar te zien/ te spreken/ te 245schrijven/ wat geld te zenden als ik ’t eventueel had_ 246Laat de menschen daar iets van denken of zeggen/ best/ 247ik heb al lang ’t hun niet eens meer kwalijk genomen_–
248Maar ziehier/ bij U kan er zijn een invloed van charme 249dat misschien zeer gewigtige hartesnaren/ die van gevoel 250voor regt en onregt/ verdoofd. Ik zeg niet dat dit zoo is/ 251'herhaal ik nog eens/ ik vraag zelfs niet: is het zóó/ 252herhaal ik nog eens/ ik noem het als een wenk 253dien ik wenk/ maar dien gegeven hebbende 254wegens er een soort van mogelijkheid zou kunnen 255zijn ik ’t er ook bij laat en niet volg met 256mijn gedachten verder. En ook meen deze 257zorg van mij geexcuseerd zal worden door 258U en mij niet kwalijk genomen in 259geval van geen raison d’être hebben er van/ welk 260geval ik hoop wij hier mee te maken hebben.
261Hebt ge mijn studies ontvangen_–13 Sedert 262maakte ik eene groote geschilderde en een groote 263geteekende studie van een ophaalbrug en nog een 264tweede geschilderde er van zelfs/ met ander effekt.14 265Die zoodra wij sneeuw krijgen ik hoop te 266gebruiken om met meer juistheid het sneeuweffekt eens 267aan te pakken/ namelijk dezelfde nu gevonden 268lijnen & in elkaar zitten houden. Nu/ ik hoop 269spoedig van U te hooren – welken invloed deze of 270die gebeurtenis die nog niet eens precies aan den horizon is 271hebben zal op U/ denk ik bijzonder weinig over doch 272wel denk ik zoo als ge ziet over U zelf als mensch/ 273over ’t what shall he do with it – met Uw werkkracht 274en persoonlijke energie ook. Met een handdruk/ 275geloof me
276Gisteren berigt dat Furnee door zijn laatste examen is en nu weer zijn 277handen vrij heeft om door te gaan met zijn begonnen schilderen.15
206ofschoon het niet mijn eerste preoccupatie moge zijn/ toch ’t is me verre van onverschillig 207hoe het in elkaar zit van die kwestie van bijna10dagen verschil in ontvangst van het geld.