1*ik heb nu sedert een poos ondanks 2me zelf mijn gedachten laten gaan over 3een & ander. Coming events cast their 4shadows before1 en We know not what 5a day may bring forth_–2 Genoeg/ ik 6voor mij heb een voorgevoel dat het blijken 7zal gij weggaat bij G&Cie omdat G&Cie 8onuitstaanbaar/ overmoedig/ heel leelijk 9zullen doen/ enfin doorzetten zullen ’t er 10op te brengen ’t u onmogelijk te maken. 11Tenminste dat’s de historie van ’t weggaan 12van de eerlijke lui die bij G&Cie niet gebleven 13zijn – ook niet al waren zij nog zoo gehecht aan 14het huis. Enfin_ Wacht den loop der dingen 15af maar vlei U zelf niet met veel hoop 16op verzoening_– Theo met mij zelf is het zoo 17dat ik altijd hoop op verzoening in 1000 gevallen 18van ’t leven niet kan laten te hebben/ doch mijn ervaring zegt mij 19dat meestal/ ook niet als er alle redenen 20zijn om iets op te maken en veel verkeerds in 21het verzuimen van ’t op te maken – mijn ervaring 22zegt me dat meestal ’t niet gebeurt_
23Nu kerel/ als het dus eens gebeurde dat 24binnen kort/ als door een plotseling 25verbazende proporties aangenomen hebbenden 26storm gij op een goeden morgen U 27ontworteld bevondt en hoe langer hoe 28meer begont te voelen dat het U diep 29geknakt had kerel/ want zoo iets is ontzettend/ 30en zoudt zelf beginnen te twijfelen of gij 31'nog hart hadt voor handel –
32Wees gij dan wijs/ wees gij dan kalm/ wees 33gij dan verstandig en luister naar wat ik U zeg 34van het doornige paadje van schilderen/ dat 35aanvankelijk allerlei vernedering meebrengt enz_ doch 36evenwel op een solide overwinning en meer definitieven 37vrede dan den handel ooit geven kan/ uitloopt.
38Gij en ik zijn broers en wat meer is/ vrienden/ 39en als nu het ongeluk die banden eens nog 40een beetje sterker toehaalde en ons meer tot 41elkaar bragt/ ik zou daar zoo magtig veel 42goede kanten aan zien dat het mij alles 43in een ander licht dan een ongeluk zou 44voorkomen.
45Theo ik heb wel eens gedacht dat de grootste 46armoede als artist dragelijk zou zijn en productief ook/ als men 47maar niet alleen was_–
48Weet het wel/ dit voorgevoel dat gij niet zult blijven bij 49G&Cie heb ik sedert ik U ’t eerst schreef 50coming events cast their shadows before/ voortdurend gehad/ 51niet tegenstaande ik mij zelf opdrong “zoo zal het niet 52loopen/ hij zal er in blijven”_ En tevens is het idee fixe 53geworden dat gij U zòò ontworteld/ zoo gedesorienteerd/ 54zoo défait zult voelen/ dat om weer achter een 55andere toonbank te gaan staan gij eenvoudig zult voelen 56“ik kan niet”/ “het zou me toch mislukken”/ 57'“voor handelaar deug ik nu niet meer”/ “’t was goed bij G&Cie 58waar ik van jongs af was/doch nu is ’t UIT ook”.
59Ziedaar/ mijn voorgevoel zegt me dat 60ongeveer zoo au fond ge U voelen zult_–
61In dat geval zie ik er niets roekeloos’/ niets 62onpraktisch/ niets mals in dat gij 63en ik onze energie/ ons zelf 64eens voelen/ onze liefde tot de kunst ons 65inboezeme een foi de charbonnier3 om 66te zeggen wat anderen vòòr ons zeiden en 67nog na ons zeggen zullen_– Namelijk dat 68al zijn de omstandigheden onheilspellend en al zijn 69we heel arm &c_ &c./wij toch een enkel ding vast 70ons op rigten/ op schilderen natuurlijkerwijs.
71Ik heb wel alle gevoel over wat gij zegt/ dat ter wille 72van zoo veel dingen gij uw hart getrokken voelt 73om op nieuw u in de zaken te werpen/ niet zoo zeer 74voor Uw pleizier als voor veel anderer welzijn.
1v:3 75Goed/ maar mijns inziens houden die verplichtingen 76op om zoo te doen/ als de handelsgeest U ontzinken 77zou. En nu/ mijn voorgevoel is kerel, zelfs 78ondanks me zelf, dat die geest van U zal 79veranderen en dat juist uw pligt U zal 80brengen op het andere.
81Beste broer gij hoeft Uw streven om 82in ’t algemeen al wat ons t’huis is er boven 83op te houden/ in ’t allerminst niet op te 84geven. Integendeel/ ofschoon tot nu toe 85ik niet vond dat ik in de termen viel er een 86woord in mee te spreken/ de tegenwoordige stand 87der zaken doet mij komen op het voorstel dat 88gij en ik voortaan zamen het eens een keer meer over 89die dingen zullen hebben_– Wij geven niets van 90het onderhanden zijnde op maar iedereen t’huis/ 91Pa/ Moe/ Wil/ Marie en wij zelf ook moeten 92een ding goed begrijpen_ Dat wij zamen moeten 93werken en door de calamiteit G&Cie op dit moment 94staan voor een paar jaar waarin wij moeten:
96In die paar jaar moeten wij het er op brengen dat 97aan ’t eind er van gij en ik zamen weer even veel 98verdienen als gij nu alleen. En al moet nu de tusschenruimte 99voor ons allen een beetje een mauvais passage 100zijn/ wij moeten dat dan maar door wat 101hartelijkheid en liefde onder elkaar zoeken goed 102te maken.
103Doch ik zie er geen heil in gij U zoudt forceeren 104tot nieuw werk tegen Uw zin/ integendeel 105ik zie dat uit zou loopen op een mislukken 106van den heelen boel_
107maar gij moet hebben FOI DE 108CHARBONNIER – brutaal beginnen 109met IDEE FIXE SCHILDER_–
110Ik zou vreezen kerel/ dat indien gij in nieuwe dingen U steekt 111gij primo tijd zult verliezen/ secundo ’t U mislukken zal daar 112de schok van ontworteling U te sterk zal blijken/ tertio ge zult er 113meer aan verspelen dan verdienen.– Wilt gij nu toch dien 114weg gaan en op nieuw U in Parijsche/ amerikaansche of 115wat voor ook handelszaken ook steken/ wel dan zou ik 116U stilletjes Uw gang laten gaan/ doch mijn voorgevoelens 117daaromtrent zeg ik duidelijk genoeg op ommezijde_– 118Maak gij het uit voor U zelf of ik dat mis zie/ voor mij is 119het tamelijk klaar en duidelijk dat die consequenties 120hoogst waarschijnlijk zijn_
121Nu kerel/ het is iets heel nieuws dat ik U aanraad. 122Foi de charbonnier in de kunst in plaats van dat 123(voor mij is het een gezanik) ik kan niets/ ik ben geen artist/ 124schrijf mij geen kwaliteiten toe die ik niet heb/ en wat dies meer zij. 125Ik zeg/dat is een zinsbegoocheling/ en nu 126kerel/ de dingen zijn zóó serieus en Uw en mijn toekomst 127hangen er zoo almagtig van af dat gij het mij niet 128kwalijk moet nemen als ik het een beetje bar zeg dat 129de regte weg is in gegeven omstandigheden met 130foi de charbonnier doorzetten met schilderen_–
131'T’huis moet men weten één ding – dat U en mij 132bij alles zal voor oogen zweven hetzelfde doel van nu/ n.l. 133niet alleen ons zelf maar ook de dingen in ’t algemeen 134er boven op te houden. Maar dat een weg ons is afgesneden 135en wij ons een nieuwen moeten créeeren en daarvoor 136noodig hebben hun er over stil zwijgen en ons 137niet van streek brengen en integendeel ons er mee 138helpen als het mogt te pas komen. Ons plan 139moet t’huis gerespecteerd worden en niet er aan 140getornd. Ziedaar kerel/ ik kan niet anders 141spreken. Het laat mij rust noch duur dat 142ik U niet mag vleijen met te zeggen 143andere dingen teregt zullen komen_–
144Het is misschien/ of liever zeker/ een vergissing van 145ons geweest wij niet vroeger begonnen doch die 146vergissing is begrijpelijk uit onze opvoeding en invloeden 147waaronder wij stonden en nu is dat eenvoudig een 148reden nu te werk te gaan met eene vastheid en 149beslistheid welke in jonger dagen ik betwijfel ons 150eigen zou zijn geweest_– Dus het doet zich aan 151mij voor in den vorm dat alle kracht moet 152geconcentreerd worden in rigting schilderen. met de meeste 153vastberadenheid en als zijnde het vlot om aan wal te komen na 154de schipbreuk. Het ondernemen in volle opgewektheid. Adieu kerel/ 155met een hartelijken handdruk_