1*ik kan niet de korenkorrels 2in een zak koren tellen enkel door er eens 3aan te ruiken – ik kan niet door 4de planken van de staldeur heen zien – 5maar wel kan ik soms aan de bulten zien 6of het een zak aardappels dan wel koren is/ 7of wel/ al is de staldeur digt/ aan ’t geschreeuw 8hooren het varken geslagt wordt_–1
9'En dus de omstandigheden 10waarin gij U op ’t moment bevindt in te zien/ kan ik 11slechts, wil ik slechts, voor zoover ik gegevens 12heb/ al zijn het ook vaage/ om een touw aan vast 13te maken/ en het is niet bij wijze van voorspellen_
14Doch ter zake_– Ga gij eens koelbloedig na 15of gij hier te doen hebt met wat men op ’t slagveld 16fataliteit noemt_– Ga eens na de gezigten van 17uw vrienden/ schijnvrienden/ vijanden/ ga eens 18na alle – je ne sais quoi’s – ga eens na 19of er een zeker ledig rondom U zich vormt 20zóó dat gij nergens meer houvasten hebt/ 21althans minder makkelijk affaires kunt 22aanknoopen_– Ga kortom na of de fataliteit 23Vóór is of gedecideerd Tegen_
24Vertel me eens dit eene/ of het een vergissing 25van me is als ik meen aan sommige verschijnselen 26te zien gij hier te doen hebt met een van die 27kwaadaardige crisissen2 28welke in de groote zaken en de groote steden 29zich soms plegen te 30formeeren_ Nog eens/ is ’t aspect der dingen – 31fataal?– voelt gij/ hier is niet aan te doen?– 32of voelt gij/ er is redresseering mogelijk/ 33hier is nog geen reden tot verandering?
34'Ik voor mij/ tenzij gij zelf mij zoudt schrijven: 35neen het is zoo erg niet – ik voor mij zie de 36zaak een tamelijk fataal aspect heeft_–
37Denk er over in koelbloedigheid – ik weet 38dat gij uw kalmte/ uw tegenwoordigheid 39van geest hebt – ik weet dat gij het tracht 40te analyseeren en dus ik wou wel 41eens weten of gij zelf iets ziet van dat wat 42ik vrees ’t geval is.
43Nu kerel – zoolang de toestand houdbaar 44was – zoolang de zaken te doen waren/ 45wel nooit heb ik geheel en al durven zeggen/ 46ga er uit/ respecteerende bovenal 47Uw positie wegens niet voor eigen pleizier doch 48ter wille van ons aller welzijn gij het deedt.3 49Doch Uwe vroegere pligten/ die gij bovendien vrijwillig op U hebt genomen/ houden op pligten te 50zijn in geval van stand der zaken zóó dat 51doorgaan vechten tegen de bierka niet alleen zou 52zijn/ doch tevens onvermijdelijk Uw eigen 53'verplettering zoude ten gevolge hebben.
54Kortom er is een tot hiertoe en niet verder/ 55en mijn voorgevoel zegt gij er digt bij 56zijt_–
57Ziehier – betreffende nu of ooit – 58zich verdonkeremanen of verdwijnen – 59noch gij noch ik moeten ooit dat doen/ 60evenmin als een zelfmoord_– 61
Ik zelf heb ook mijn momenten van 62groote melankolie doch de gedachte 63verdwijnen/ zich verdonkeremanen/ moet/1v:3 64herzeg ik/ en door mij en door U worden 65beschouwd als ons niet passend.
66Het toch wagen door te gaan als 67men voelt/ het kan niet/ door te gaan 68met het wanhopig gevoel dat het 69moet uitloopen op een verdwijning/ 70daartegen staat in ons geweten een
72Vergis ik me/ zijn mijn voorgevoelens 73niet in overeenkomst met de daadzaken 74waaromtrent ik U vraag/ hebben ze al dan 75niet het gedecideerd fataal aspect – welnu 76ik zal Uw eenvoudig woord van “ik 77'zie wel kans op teregtkomen van een & ander” (of soortgelijke inlichting) 78gelooven wanneer gij ’t me schrijven zult_– 79Indien het een fait accompli is dat 80ge hier te doen hebt met een van die venijnige 81crisissen zooals Parijs/ Londen ze oplevert – 82is dat zóó gedecideerd in de lucht dat gij 83voelt het een magt is die verpletteren zou 84indien men door een manoeuvre van 85er toch tegen in willen het ergste forceeren zou 86te komen – welnu verlaat dan het wrak 87en concentreer Uw aandacht en energie 88niet op ’t behoud uwer tegenwoordige positie 89doch op ’t creeeren van iets geheel nieuws_
90Uw pligt kwam mij al lang te gecompliceerd voor – 91Uw pligt moet een eenvoudig iets zijn en 92het tegenwoordige zou hoe langer hoe ingewikkelder 93worden/ en twijfelachtiger of het al dan niet pligt 94waarachtig was/ is mijn meening/ verder dat 95door schilderen weldra gij een zeer klaren 96pligt/ een zeer eenvoudigen/ regten weg voor uw voeten zult 97vinden_–5
98Mijn gedachte is dat het tegenwoordige toch 99doorvoeren niet alleen meer en meer onhoudbaar 100doch bovendien minder en minder winstgevend 101zou blijken te zijn. Ik zeg dit niet van G&Cie alleen 102doch van U als handelaar in ’t algemeen ook_– 103Ik zeg niet dat gij en ik zamen rijk zullen worden 104doch wel zullen we ons aplomb en equilibre 105kunnen bewaren/ ofschoon – dat kan ik niet 106'ontkennen – wij in de eerste jaren een zeer harden 107dobbel hebben zullen_–
108Doch ik zie boven onze onderneming van 109schilderen niet de fataliteit tegen doch vóór/ 110maar gij zoudt niet alleen U zelf doch ook 111mij vrees ik verpletteren door te willen 112doorvoeren wat mijns inziens fameus tegen 113den draad in is_– Primo kunnen wij dan 114'elkaar niet steunen en staan ieder te veel op ons zelf_ 115Secundo wij maken elkaar aan ’t wankelen 116door in lijnregt tegenovergestelde rigting te 117werken zóó dat wij bij wijlen ondanks onze vriendschap 118elkaar den rug toedraaijen_–
119Nu kerel/ en het schilderen is mij te logisch/ te 120raisonable/ te regt dan dat ik van mijn kant 121over mag stappen. Nu/ het idee handwerk 122hielpt gij mij zelf doorvoeren/6 ik weet au fond 123’t uw eigen idee ook is dus wij moeten dunkt 124mij verder zamenwerken. Mijn rede/ 125mijn geweten dringt mij U te zeggen wat 126gedeeltelijk ook Uw eigen gedachten zijn/ er is 127niet aan te doen anders dan een radicaale hernieuwing_ 128Ik weet dat mijn woorden zonderling zullen afsteken bij 129wat/ indien ge anderen raadpleegdet/ anderen zeggen zouden die 130er zich met een “’t zal wel teregt komen”/ “de gewenschte 131veranderingen zullen wel komen” afmaken_– Ik was U niet 132te vleijen/a goed ik vlei niet_– En betreffende moed U inspreken/ 133ja ik durf dat doen/ ik durf U den allerhoogsten/ vroolijksten 134moed en sereniteit inspreken doch slechts voor ’t schilderen_ 135en betreffende Parijs slechs dit – kijk gij eens uit Uw oogen of ge de 136fataliteit niet tegen hebt op dat slagveld_– Nu/ met hartelijken handdruk
139Gesteld eens U werd de vraag gedaan/ zoudt gij 140schilder willen worden indien gij plotseling kondt 141verplaatst worden in het tijdperk van 40 jaar terug/ 142toen de dingen zóó waren als tijdens Corot &c_ jong 143waren_ tevens er bij gij niet alleen zoudt zijn doch 144kameraad hebben. Waarom ik zulks zeg_ wegens 145voor het land hier/ waar men nog niet verder is dan 146dilligence en trekschuit/ waar alles veel meer vierge 147is dan ik op eenige plaats nog heb gezien/ ik 148mij net precies voel als was ik zelf overgeplaatst 149op voornoemd tijdstip_
150Gij hebt Drenthe gezien – uit de spoor/ in haast/ 151lang geleden_–7 Maar achterhoek Drenthe/ indien 152gij er komt/ zal nog een heel andere impressie 153op U maken en zelfs gij zult U net voelen als 154leefdet gij in tijd van v. Goyen/ Ruysdael/ Michel/ enfin 155in dat wat men nu misschien zelfs in het 156tegenwoordige Barbizon ter naauwernood vindt. 157Dit is iets van belang dunkt mij/ want een zoodanige 158natuur kan wel eens dingen wakker maken in 159een gemoed die anders nooit wakker zouden 160geworden zijn_– Ik bedoel iets van dien vrijen/ 161vroolijken geest van vroeger/ ik bedoel dat tot zwijgen 162kan gebragt worden daardoor het zenuwachtig 163wankelen_–
164Toch ik geloof dat in zoo’n streek alleen men 165zou kunnen stuitten en dof worden door gebrek 166aan aanspraak. En voor mij zelf verlang ik 167verbazend naar Uw medewerken.
168Ik denk aan U/ evenwel niet in de eerste plaats ter 169wille van mij zelf/ ik denk aan U in de eerste plaats 170'ter wille van U zelf/ al loopt dit ook ineen/ al vult 171dit ook elkaar aan_– Ik zie er in dat doorzetten te 172Parijs/ al zij het vol te houden nog voor jaren/ toch niet 173U tot vrede zal brengen en ook niet tot zóó nuttig zijn voor 174anderen als het schilderen_–
175Ik zie dat Parijs U zal brengen in wat ik zou willen 176noemen een scheeve positie tegenover Uw eigen pligt_ 177laat ik nu daarlaten het nuttig zijn voor anderen/ 178wat ik niet weet of op den duur waarachtig degelijk 179zou blijven wegens gij anderer meer bête gemoed 180rigt op Parijs/ welke gedachte juist hun van streek brengt omdat 181zij er dronken van zouden worden_–
182Versta me wel: Tot nu toe had alles zijn reden 183maar teekenen der tijden wijzen op verandering 184van rigting nu mijns inziens/ op een wijs 185heel anders en veel beslister dan ooit vroeger 186zich voordeed_–
187Het is hier geen verslappen of opgeven/ 188het is hier integendeel een de calamiteit 189in ’t harte tasten/ een hetzelfde energieke 190beginsel van naar boven willen planten 191in beter aarde.
192De calamiteit laat ons 193onze zelfden moed en ernstig willen_
194Laat de wereld venijnig zeggen wat ze niet in gebreke zouden blijven 195te zeggen/ dat kan U en mij koel laten_– 196En integendeel/ voor ons zelf rekenen we op een 197moeielijk leven dat een ander doel heeft dan 198zooveel geld verdienen als misschien wij zouden 199kunnen doen_– 200Ons doel is primo een zelfhervorming door handwerk en omgang met de 200anatuur/ 200geloovende 201wij dat primo verpligt zijn juist om regt te kunnen 202blijven tegenover anderen en consequent_–
203'Ons doel is een “wandelen met God”8 – in tegenoverstelling 204van leven in de affaires der groote steden_–
206Ons geloof is dat/ ja – al lijkt het schijnheilig dit te zeggen in 207sommiger begrip – ons geloof/ zeg ik/ is dat god diegenen 208helpt die zichzelf helpen9 in zoover ze hun streven en aandacht 209daarop rigten en daartoe handen uit den mouw steken.
210Millet/ zie ik hoe langer hoe vaster/ gelooft 211in een quelque chose là-Haut_–10
212Hij spreekt er heel anders over dan Pa b.v_ – want 213hij laat het meer vaag/ toch dat vaage van Millet 214'zie ik meer in dan in Pa_ En datzelfde van 215'Millet zie ik in Rembrandt/ in Corot/ in Breton/11 in Brion/ 216enfin in verscheidener werk/ al hoor ik hun niet er 217over uitweiden_–
218Het eind der dingen hoeft ook niet te wezen 219een het kunnen uitleggen maar een er zich 220effektief op baseeren_–
221Kortom Theo/ een zeker onbestemd maar 222toch vast gevoel in mij zelf dat het de eerste 223pligt is het hart naar boven te rigten/12
224brengt mij er toe/ als broer en als vriend tot 225een broer en een vriend/ U het in bedenking te 226geven U zelf te rigten op een leven op 227meer eenvoudige beginselen gegrond.
228Beginselen die ik niet anders kan defineeren 229'dan: voelen pligt moeielijk iemand 230tot de Parijsche zaken kan brengen maar veeleer wijst 231op zich retireeren er uit_
232Kunt gij dit gevoelen eeniger mate deelen_ 233Denk er over/ bezin er U op/ hebt ge tijd daarvoor 234noodig/ beproef U zelf en neem er Uw tijd voor_ 235Eene aarzeling in den vorm van “ik ben geen 236artist” komt evenwel in zoover slechts mij billijk 237voor als zij niet in den weg staat datgene te doen 238wat gij doen moet en ik doen moet om het te worden_ 239In hoever wij het niet zijn/ in hoever wij het wel 240zijn/ kunnen noch wij zelf noch anderen volkomen 241ophelderen_ Alleen het How to do it systeem13 242brengt mee te zeggen ik zal mijn best er voor 243doen/ asking no such questions/14 het How not to do it systeem slechts 244is het in mijn oog dat zegt “ik weet vooruit 245'dat ik het toch niet kan”_–
246Men is niet in eens zeker van zijn zaak/ men weet niets 247vooruit anders dan zeer in ’t vaage/ maar toch is 248iets wat men geweten noemt een soort kompas voor 249den mensch om te onderscheiden tusschen deze rigting 250en die – tusschen Noord en Zuid, tusschen regts en 251links – in ’t breede.15 Gevolgelijk ondanks toevallige 252stroomingen/ ondanks zekere bedriegelijk vriendelijk 253schijnende kusten/ te zeggen/ ja maar het is au 254fond de rigting niet. En ziedaar/ het geld verdienen 255te Parijs/ zelfs voor anderen/ is vooral gegeven 256Uw laatste ervaringen voor mij een bedriegelijke 257fata morgana/ een kust die al verder en verder 258zou terugwijken naar mate gij er verder op zoudt 259doorgaan om daar aan te landen/ intusschen U 260verder en verder afbrengende van Uw eigentlijke rigting_–
261Ik respecteer al Uw aarzelingen en twijfel/ ik 262respecteer Uw wikken en wegen/ ik wil U niet 263zoeken te dwingen in eens te beslissen. Maar 264ik wijs U alleen en zeer/ zeer ernstig en beslist 265op dat het mij een daadzaak voorkomt gij 266op een tweesprong staat en moet verzinnen eer 267gij begint/ voor en aleer gij zoo maar doorzet 268te Parijs. De teekenen der tijden/ niet ik/ zeggen 269U: Halte-là! wat wilt gij? Wilt ge 270'Parijs/ goed – indien gij kunt make up your mind 271voor dat/ het zij zoo – dan zou ik niet er aan tornen doch 272dat zal zoo makkelijk niet gaan en ik vrees gij zult op een 273fataliteit kunnen stuiten_– Ik betwijfel het almagtig 274of gij daar vrede bij zult behouden_
275Het schilderen zie ik alles tegen behalve de fataliteit/ 276Parijs zie ik alles voorbehalve de fataliteit_–
277Fataliteit waarin ik met een onuitsprekelijk 278gevoel zie God Die is “le Rayon blanc”16 en ’t laatste 279woord heeft: wat niet door en door goed is/ is niet goed en duurt niet/ 280en bij wien zelfs le rayon noir geen steek houdt_
281Het is iets ontzettends/ iets awfull’s/ waar ge voor 282staat – de dingen zijn zóó onuitsprekelijk dat ik er 283geen woorden voor heb/ dat als ik niet Uw broer en Uw 284vriend was die zwijgen voor ondankbaar en voor weinig 285'humaan zou houden/ ik niets zou zeggen. Nu/ wegens gij zegt: 286'spreek me moed in primo/ vlei me niet secundo/ zeg ik: welnu ik zie 287er dit en dat in/ hier op de stille hei waar ik God voel hoog boven U en mij_