1*Nu ik er reeds eens over 2geschreven heb/ dacht ik er sedert buiten op de 3hei nog eens over. ’t Zelfde wat reeds 4menigmaal ik gedacht heb.
5En onder de oude en onder de moderne schilders doet 6zich telkens ’t verschijnsel voor van twee broers die 7schilder zijn/ waarvan het werk uiteenloopt minder 8dan evenwijdig loopt_ Ze zijn heel verschillend doch 9vullen elkaar volkomen aan. Neem de Ostades/ 10Adriaan & Isaac. Enfin ge begrijpt vanzelf/ een 11menigte gevallen. De van Eycks ook al_ 12 En Jules & Emile Breton in den tegenwoordigen tijd/ om 13maar enkelen te noemen.
14En zoo heel dikwijls reeds heb ik gedacht het zoo almagtig 15pleizierig werken moet zijn zamen en men beiden 16ook juist daarom zoo productief kan zijn omdat men 17elkaar steunt en veel melankolieke tijden vervallen. 18Ik kan niet genoeg U herhalen kerel – op zijn 19dertigste jaar begint men pas. Ga de historie 20van de lui na/ zelfs veel die van jongs af 21schilderden veranderen dan eerst/ worden eerst 22dan zich zelf_– Ik wil alleen dat gij 23dat een & ander in aanmerking neemt. Nu weet 24ik men staat voor de kwestie – brood_–
25Niet verkeerd maar heel regt vind ik de redeneering/ 26ik moet eten/ ergens wonen_–
27Goed/ best/ maar een ding vraag ik elkeen die 28zegt/ ik heb de middelen niet – die vraag 29is: Vriend wat zijn uw eischen/ hoe hoog stelt 30ge Uw peil_ Is uw karakter er naar dat ge 31er zoo over denkt als b_v_ Corot/ die zich niet 32geneerde om als hij uit dineeren kon een brood 33bij den bakker te koopen en in ’t veld op te eten_1 34Enfin zich weten te behelpen en niet in ’t minst 35hechten aan de routine van ’t leven_
36Gij zijt au fond juist zoo en zoudt in een massa 37dingen perfect U schikken_ En al is dan de kwestie 38“brood” niet beslist/ ze is een boel opgehelderd_
39Als ik nu denk over de mogelijkheid of onmogelijkheid 40van Uw komen naar hier/ nu of later/ en 41ga berekenen/ dan kom ik tot de conclusie dat wij 42zamen weinig meer of niet meer noodig hebben dan 43ik alleen. En bovendien/ ik voor mij geloof 44vast dat ik door U in zoo veel dingen opwekking 45zou krijgen/ steun zou vinden door met U te praten 46en te overleggen/ wrijving van gedachten &c_/ 47dat ik beter zou kunnen werken.
48Nu is er om zoo te zeggen geen dag of ik maak 49’t een of ’t ander. Juist al doende leerende 50kan ’t niet anders of ik moet toch vorderen/ iedere 51teekening die men maakt/ iedere studie die men schildert 52is een stap_ Het gaat nu wel als op een weg/ men ziet 53het torentje aan ’t eind doch ’t terrein golft/ 54zoo als men denkt er te zijn is er alweer een eind 55dat men eerst niet zag en ook al weer er bij komt_ 56Evenwel men nadert_– Over nog een tijd/ 57langer of korter/ ik weet het niet hoe lang/ dan zal 58ik op een punt komen dat ik aan ’t verkoopen ga_– 59Goed/ is ’t eenmaal zoo ver/ zal dit niet ten halve zijn 60want ik werk niet ten halve. En ik voer verschillende 61dingen tegelijk op/ ik zal meer dan een pees op mijn 62boog/ meer dan een pijl hebben ook daarom_– 63Ziedaar wat ik van mijn kant in de kloof “brood” 64kan werpen. Het kan verkeeren met mij en als 65ik nu met al mijn sjouwen niets nog verkoop – ik 66herzeg/ dat kan verkeeren_–
67Wij zouden moeten hebben/ laat ons stellen als 68minimum/ 150 frs per maand/ liever 200_
69Daarvoor zou crediet gevonden moeten worden/ 70niet zonder waarborg maar dien waarborg zou zijn 71ons werk_
72Laat ons nu stellen wij nog 2 jaar moeten 73werken voor het verdienen grif gaat en meer wordt 74dan de uitgaven zóó dat we kunnen aflossen.
75200 frs per maand over 2 jaar is 24 x 200 frs = 2400 frs_ 76Ziedaar/ maak er 1500 gulden van.2
77Tot waarborg daarvan is/ dat – ik spreek nu van 78'U & mij als zamen doende – wij al zelf veel 79er in geworpen hebben en een zekeren grondslag 80hebben gelegd. Dat wat ik kan/ kan ik/ 81sommige dingen van teekenen/ ja ook sommige 82dingen van schilderen zelfs zijn bij mij er vast in 83en niet in ’t minst toevallig maar door opregt 84werken verkregen. Ik zeg/ een waarborg te meer 85dat wij niet in de lucht schermen_
86Hoor eens Theo/ ik zou niet met U kunnen praten 87als gij niet een zeker zelfvertrouwen/ een zekere 88zelfkennis hadt_– Als ik U wel eens heb gezegd vroeger 89reeds dat gij au fond artist zijt/ hoe langer hoe 90meer word ik in dat gevoelen versterkt. Ge zult 91'zeggen “ik kan niets maken” – ja nu natuurlijk niet 92maar werk eens een jaar/ laat de eerste dingen 93eens wat opgehelderd zijn en met de grootste 94sereniteit zult ge het voelen dat ja/ niet ieder 95misschien door eigen sjouwerij schilder kan worden 96als zekere geestesrigting de zijne niet is/ doch 97van U zelf zoudt gij ontwaren die geestesrigting 98van bespiegeling/ van denken en analyseeren/ 99van voelen van ’t schoone in de natuur wel 100degelijk de Uwe is en gij daarom artist zijn kunt 101wegens gij activiteit en energie hebt/ die echter 102nu een andere rigting uitgaat zoo dat voor 103de kunst niets kan overschieten. Maar die zelfde 104activiteit beweegkracht zijnde voor uw gevoel 105voor het schoone/ zou tot resultaat geven een 106waarachtig schilder.
107Ik zal nog eens even terugkomen op de kwestie 108“brood”_ Een boel dingen waar men van zegt/ het 109kan niet/ die kunnen toch_–
110Laat ik nu eens voor een oogenblik mogen veronder- 111stellen dat gij op een moment waart waarop 112gij veranderen moest – (ge zijt nu nog niet op dat 113moment/ ik veronderstel het maar voor een oogenblik)_ 114Dan kunt ge een betrekking krijgen in een andere zaak. 115goed/ maar Uw toekomst verder op/ niet den voorgrond 116'maar het tweede plan/ den horizon/ is die helder_ 117Hij komt mij magtig in duisternis voor_
118Neem eveneens als gij schilder wordt de verdere 119toekomst/ de duisternis is daar niet doch wel is 120die vlakbij/ onmiddelijk op ’t eerste plan_
121Eigen activiteit kan U schilder maken en 122anderen zullen U dat niet verhinderen kunnen doch 123eigen activiteit kan in zake kunsthandel wel eens 124niet ’t artikel zijn zekere/ ook nieuwe/ patroons 125mogten verlangen op momenten waarop ze zelf 126in den rats zitten vooral. Met al Uw eigen activiteit 127zoudt ge kunnen vervallen in ’t geval van Wisselingh 128die ook wel degelijk actief is en was bij G&Cie_3
129Veel dingen waarvan men zegt/ het kan niet/ kunnen 130au fond toch zeide ik. Waarom zouden wij als 131de omstandigheden het meebragten dat het moest/ 132niet kunnen wonen bij Pa_– Ik zeg niet voor 133niets/ doch in geval wij eens niet voor zooveel 134als noodig zou zijn om het hier in Drenthe uit te vieren 135konden crediet krijgen. Maar laat dat daar en 136houd U aan het eerstgenoemde. Een harden 137dobbel zouden we hebben doch door ’t pleizier 138van zamen te zijn/ door zamen in die onuitsprekelijk 139schoone natuur te leven/ bovenal door ’t bewustzijn 140van twee handwerkslui te zijn/ kerel wat 141zou het almagtig pleizierig zijn. Zoo almagtig 142pleizierig dat ik er niet aan durf denken haast 143en het toch niet laten kan al komt dat geluk 144mij te enorm voor/ voor U zoowel als voor 145me zelf/ daar wij er niet aan gewend zijn dat 146we pleizier in ons leven hebben en iets voelen als 147was dat meer voor anderen – niet voor ons.
148Wij zouden moeten hebben f_ 1500 crediet_ Waar en 149hoe/ ik weet het niet of er aankomen aan zijn zou_ 150Waar die goed voor zouden zijn zal ik U nader 151berekenen. Wij zouden met den man hier een accoord 152maken voor 2 jaar/ vast een deel vooruit betalen 153desnoods/ ik denk dat hij voor f_ 1000 het doen zou ons 154beiden gedurende die twee jaar te eten te geven/ ons 155deze kamer waar ik nu woon te laten/ enfin van 156alle huisselijke zorg zouden wij dan af zijn gedurende 1572 jaar en rustig & kalm kunnen werken.
158twee jaar is heel wat/ is al wat in de gegevenen gij zult 159noodig hebben om op een zekere hoogte te komen. 160Wij hebben dan nog over om een groote partij verf 161op te doen/ ons flink te installeeren.
162Weinig dingen kunnen dan ons van streek brengen 163'of van ons plan af/ of iets ande[rs]_ Wij moeten 164dan en kunnen dan.
164aWij hebben ons leven verzekerd voor zooveel 164bvoedsel & dak aangaat en kunnen niet meer 164cterug maar moeten/ moeten/ moeten vooruit en het winnen_4
165U aangaande zoo zou ik denken gij anders moest 166doen dan ik deed_– Het mijne is nu gepasseerd/ 167ik heb ’t gedaan tot heden zoo als ik ’t gedaan heb maar 168ik wou dat gij direkt gingt schilderen vooral/ 169ik weet wel wat gij hier maken zoudt willen_ 170Ik zou willen dat gij direkt aanpaktet 171landschappen in den geest van Michel die ik 172telkens en telkens zie/ geheel en al Michel/ absoluut 173dat is het hier/ zoudt opvatten. Ik maak mij 174sterk U daartoe op den weg te kunnen helpen. 175Wat gij dan later wilt/ het zal zich uitwijzen 176doch ik zeg/ ik meen U daartoe op den weg te kunnen 177helpen omdat ik zelf dezer dagen dingen in dat 178genre aangreep/ waarvan ik niet beweer het 179Michels zijn doch wel durf zeggen dat als gij 180dat zoover weet/ gij van zelf Uw weg wel vinden zult 181verder_
182Ik voor mij/vooral als gij hier waart/ zou 183'meer en meer op figuur me concentreeren_ 184Ik zal U even die landschappen op krabbelen 185die ik op ’t ezel heb.5
186Ziedaar ’t genre van studies die ik zoude verlangen 187gij direkt aangreept. Het landschap groot leeren 188aankijken in zijn eenvoudige lijnen en tegenstellingen 189van licht & bruin. ’t Bovenste zag ik heden/ was 190geheel & al Michel. Die grond was superbe 191in de natuur. Mijn studie is mij nog niet rijp genoeg 192maar het effekt greep mij aan en was wel qua 193licht & bruin zoo als ik het U hier teeken_
194Het onderste is/ met een teer groen korenveldje op den 195voorgrond & verwelkte grassen achter ’t huisje & hoopen turf/ 196weer een doorkijkje op de heide en de lucht heel licht. 197Zie/ waar ik op komen wil is/ in dat genre zoudt gij moeten 198beginnen en zoudt dunkt mij wel doen van ’t begin 199af aan volstrekt niet uitsluitend te teekenen.
200Ik meen in vollen/ vollen ernst al wat ik U hier 201schrijf/ ik heb er al zoo lang over gedacht_
202En zou er niet over gesproken hebben als alles goed gebleven 203was met G&Cie doch nu in de gegevenen ligt het alleen 204aan mijn eigen miserable finanties dat ik niet nog 205veel beslister zeg/ kom direkt naar hier_ Meer 206woorden dan dat zou ik anders niet gebruiken_ 207'Het land is superbe/ superbe/ alles roept U toe: 208schilder! Zóó echt en zoo gevarieerd_– 209Zie kerel/ hoe ’t ook loope/ zijn er niet altijd 210overal finantieele bezwaren en waar zijn ze 211minder groot dan hier/ en waar of hoe ter 212wereld kan een tijd van strijd tot meer definitieven 213vrede leiden. Tot grooten vrede die geen mensch 214meer verstoren kan. Ik voor mij kan niet 215meer zeggen dan dat ik al mijn eigen studies in 216pand tot waarborg wil geven tot teruggave van 217hetgeen we voor de eerste twee jaar absoluut 218noodig hebben. Bovendien het geld hebben 219wij niet alles in eens noodig. Mij dunkt het 220moet kunnen gevonden worden_ Ik stel het 221minimum omdat en gij en ik zeer zuinig ’t zouden 222aanleggen.
223Nu/ mij aangaande/ ik heb een boel plannen maar 224ik wou ook wel voor mij zelf dat ik nog eens een 225uitgaaf van een honderd gulden kon doen om 226mijn gereedschap te verbeteren_ En ik wou ik vast 227wist dat ik hier b.v_ twee jaar quand même zou 228kunnen zijn_ Ik heb nu nog zoo weinig vastigheid voor 229die toekomst en wenschte ik dat zeker wist/ dat ik niet weer 230weg zou moeten over een tijdje_
231Het plan dat ik zoo hier opstel kan gewijzigd worden_ 232De grond er van blijft/ dunkt me/ wij moeten ons voor 233twee jaar zóó bolwerken dat we rust hebben kunnen_ 234Als die twee jaar om zijn zal ik wel zoo ver zijn dat ik 235'ger[ege]ld verdien en hoop ik vast werk heb tegen zulke 236condities dat en gij en ik op de zelfde wijs voortgaan kunnen. 237Het plan is eenvoudig genoeg_ U aangaande zou er 238ook wel wat gepraat worden maar er zouden 2396 uren gaans Michels liggen tusschen het armzalige 240stadje Hoogeveen en U dus zoudt ge er wel geen 241de minste last van hebben niet waar_ Gij zoudt uit alles 242uit zijn en tegen dat ge 30 jaar waart zou zelfs het 243huis Goupil iets als een droom U toeschijnen en gij niet 244begrijpen gij in der tijd daar chef op den Boulevard waart 245en beleefd behandeld werd/ altijd beleefd door M. l’administrateur 246general. Betreffende dat ik n. Parijs zou komen/ och 247’t is ook al de mijl op zeven dunkt mij/ ofschoon als 248’t beter schikt/ best – maar dat staat zoo geheel & al in verband 249tot de verandering van U/ en als gij verandert anders als 250schilder worden/ zou ik zoo vreezen in ’t eind het er toch 251van komen moest & intusschen ’t al weer bezwaarlijker was_ 252En zou het dan niets zijn dat gij geheel & al zoudt 253opfrisschen en U vernieuwen hier_– Door & door/ weet 254ge – door en door alles/ alles vernieuwen_
256Gij zijt man van zaken/ juist omdat gij het zijt 257geloof ik niet gij met prejugé dit een & ander wegwerpen 258zult. Er zijn toch altijd overal finantieele bezwaren 259en zorgen/ ontloopen kan men die nergens en in den 260grond is dit iets solides daar het U tot handwerksman 261maakt_ Is dat achteruit – neen het is niet achteruit 262en mij dunkt het is de regte weg_– Het zou een 263mannendaad/ een daad die foi de charbonnier6 264vereischt zijn_ Welnu ik zeg/ heb die foi de 265charbonnier. Nu kerel/ met een handdruk
269Denk om Barbizon/ die historie is subliem_ 270Die daar oorspronkelijk begonnen toen ze er 271kwamen – lang niet allen waren uiterlijk wat ze au fond 272wel waren_ Het land vormde hen/ zij 273'wisten alleen: in stad deugt het niet/ ik moet 274'naar buiten/ zij dachten/ stel ik me voor: 275ik moet werken leeren/ iets heel anders/ ja tegenovergestelds 276worden van wat ik nu ben. Zij zeiden/ nu deug ik niet/ ik 277ga mij vernieuwen in de natuur. Voor mij zelf redeneer 278ik ten minste zoo/ en al zou ik n. Parijs gaan als het absoluut 279moest & ook daar wel wat te doen vinden – oneindig/ oneindig 280beter vind ik mijn toekomst hier. Theo Uw geval is curieus/ 281almagtig interessant. Durven – wagen – ja dat moet ge/ 282foi de charbonnier hebben quand même en malgre/ 283ja dat moet ge_ Maar denk nu in alle koelbloedigheid 284'over Uw hoogst curieuse positie_– Ik kan nu 285niet ten halve spreken kerel – houd het mij ten goede – 286ik moet het maar zeggen zoo als ’t me voorkomt_– Ge ziet een 287weg in den kunsthandel – dat maakt U voor zoover 288'ik mij voorstel tot iets/ om een goede te noemen/ als Wisselingh_– 289Ik heb veel respect voor Wisselingh/ ik houd van hem/ al wat 290ge wilt doch ik zou zelfs nu nog tot hem willen zeggen/ kerel 291wordt nog schilder_ Ge zijt veel te eerlijk voor den tegenwoordigen 292kunsthandel/ veel te knap &c. Nu is ’t niet den tijd daarvoor_ 293Als gij nu integendeel meer doorzet nog/meer nog eigen activiteit/ 294eigen handwerk zoekt en zegt/ ik aarzel niet/ ik waag het/ ik 295steek van wal naar “la haute mer”/ 296'direkt krijgt ge een zekeren somberen ernst – iets magtig 297serieus rijst op van binnen – men kijkt de stille kust aan/ 298goed/ ze is heel aardig – doch ’t geheim der diepte/ 299’t intieme/ serieuse charme van den Oceaan/ van ’t artisten 300leven – met het Quelque Chose là-haut7 er boven/ heeft 301U te pakken_– Goed – ge zijt geen Wisselingh meer – 302ge zijt iets heel anders_– Gij persoonlijk zijt dat wat 303het kleine schuitje is in een marine van Jules Dupré_8 304Ge zijt kleiner maar ge zijt grooter – ge zijt artist 305en ge kunt niets – ja wel/ Uw daad van overgave/ 306die heeft U reeds veranderd – Uw eigen onmagt of magt 307doet het hier niet_– Neen de vernieuwing des levens9 308maakt uw heele natuur anders/ uw gedachten en 309inzigten anders/ zoo dat gij er liever over zwijgt 310en werkt. Uw werk is leelijk – goed – laat het leelijk 311zijn – ’t zal U wel hinderen doch niet ontmoedigen_– 312Na een tijd van scharrelen/ ziedaar een krabbeltje met een 313je ne sais quoi er in – goed/ dat is de voorbode_
314'Het dobbert – nu denkt ge: ’t zal gaan/ dan denkt ge: ’t zal 315nooit lukken/ maar hoe langer hoe meer leert gij foi de 316charbonnier hebben/ dat wordt vaster ook al blijven 317er momenten van bittere melankolie.
318De dingen van kunst worden weldra zoo serieus dat 319wat de menschen er over zeggen een soort ravengekras 320wordt_– Tot U spreekt de heide/ naar die stille stem 321van de natuur luistert gij en de natuur wordt soms wat 322minder vijandig/ ten laatste zijt ge haar vriend_ Dan is uw werk 323ook mooi en kalm_3v:10 324Maar de natuur vordert een zekere overgave en zij vordert 325een periode van worstelen met haar.
326Ik kan niet anders/ als ik door en door opregt spreek moet 327ik zeggen/ Theo wordt schilder/ zie er uit te breken en kom 328naar Drenthe_ De lui zullen misbaar maken misschien doch 329gij zult er niet veel van hooren/ 6 uren gaans landschappen 330van Michel liggen tusschen U en de gewone wereld.
331Gij zoudt wakker worden en als ge opstond U bevinden 332bij een open boeren turfvuur en een kinderwieg er bij_ 333Gij zoudt daar beter denken en het anche io van 334Correggio voelen – ik ben ook een schilder.10
335ze zouden zeggen/ ge zijt het niet – ge zoudt antwoorden/ 336zoo – zoo_– Nu/als gij hier waart – ik moet nu 337niet U na praten maar al mee ’t zelfde zeggen dat gij 338mij schrijft – als ge hier waart/ ik zou een kameraad 339hebben en daardoor zou mij het werk beter vlotten. 340Zonder vrienden zoudt ge toch niet zijn. Rappard 341zoudt ge spoedig heel veel beter dan vroeger mee in 342joviaal rapport zijn/ Wisselingh zou U ook trouw 343blijven – al zou hij U het waarschijnlijk afraden_– 344Als ge hier waart ik zou spoediger productief worden/ 345ik zeg ’t zelfde/ het is voor mij alleen te groot/ 346ik durf het haast alleen niet aan_ Ik moet een persoon 347hebben om mee te overleggen_ Die weet wat een 348schilderij is_ Wat mij te Parijs ’t meest aantrekt/ waar ik 349’t meest aan hebben zou voor mijn vooruitgang/ is toch het 350zamenzijn met U/ het wrijving hebben van gedachten met 351iemand die weet wat een schilderij is/ die het raisonable 352van het zoeken begrijpt. Omdat gij te Parijs zijt vind ik 353Parijs goed en als ik zoo minder alleen was zou 354het me beter vlotten/zelfs daar. Genoeg hierover 355voor ’t moment_ Ik zeg niet dat het te doen zou zijn 356als wij ons boerenbrood niet betalen konden en 357onze werkplaats_ Doch met dat wat ik noem 358als minimum zou ik voor mij de onmogelijkheid 359zeer gedecideerd doorschrappen.
360Ik heb een eenvoudig plan voor mij zelf/ ik ga naar 361buiten en maak wat me frappeert/ laat mij doortrekken 362van heilucht/ geloof ik zelf over een tijd frisscher/ 363nieuwer/ beter zal zijn_
364Toe kerel/ kom mee schilderen op de hei/ 365’t aardappelveld/ kom eens mee achter den ploeg 366en den schaapherder loopen – kom mee in 367’t vuur kijken – laat U eens doorwaaien door 368den storm die over de hei waait_ Breek er uit_ 369Ik weet de toekomst niet/ hoe die anders zou zijn of niet/ 370of alles ons voor den wind zou gaan_ Maar ik kan toch niet 371anders spreken_ Zoek het niet te Parijs/ zoek het niet in Amerika/ dat 372is alles hetzelfde/ precies eeuwig ’t zelfde. Verander inderdaad/ zoek het op de hei_