Van morgen was het wederom beter weer & ben ik uitgegaan om toch te schilderen. Alleen het was niet mogelijk, 4 of 5 kleuren ontbraken me, en ik ben toch zoo beroerd weer terug gekomen.– Ik heb spijt zonder voorraad mij zoo ver gewaagd te hebben – ik weet door ervaring toch vooruit hoe het worden kan als men zoo’n tocht onderneemt zonder te weten dat men ook antwoord zal krijgen & er geluisterd zal worden naar billijke, gemotiveerde verzoeken.–
Gij weet zelf eenigzins hoe het mij ging in de Borinage.1 Welnu ik ben er al te zeer bezorgd over dat het mij hier weer precies eender zou gaan en ik moet eenige zekerheid hebben voor en aleer ik me verder waag en anders, welnu dan ga ik terug (och – ge weet, ik zeg dit maar want ik wil juist blijven).2 Ik heb er nu eenmaal geen pleizier in, ik zag er toen al geen heil in en nu nog veel minder, om tot een punt van uitputting te komen dat men zelfs het dak boven zijn hoofd missen moet en als een vagebond tot in ’t oneindige maar voortloopen en voortloopen zonder ergens ’t zij rust, ’t zij voedsel, ’t zij deksela te vinden, bovendien zonder iets van werk met mogelijkheid te kunnen uitrigten.–
Zie zelf op de kaart hoe ver het is van Mons tot Courrières, dien weg deed ik te voet van af Valenciennes heen, & terug tot Mons met nog geen 2 francs in mijn zak – drie dagen & drie nachten in ’t begin van Maart, in regen en wind zonder dak boven mijn hoofd.–3
Het zijn die antecedenten broer, waartoe ik nu nog niet ben gekomen natuurlijk – doch komen zoude indien ik zonder zekerheid me ver waagde – indien ik niet raisonable orde stelde op mijn zaken – indien, zeg ik, ik me ver ’t land in waagde zonder ruggesteun.–
Voor ik begin – het is geen wantrouwen, geen verdenking van U doch eenvoudig een maatregel van gezond verstand – voor ik begin – zeg ik – (en vrage het wegens zeer kort geleden gij mij schreeft als zijnde zelf bezorgd wegens ge vreesdet onraad en calamiteiten in ’t verschiet konden wezen) kunt gij mij verzekeren dat het gewone niet ontbreken zal?–
1v:2 En tevens – al zij dat voldoende en meer niet noodig onder zekere voorwaarde – de voorwaarde waarop alleen het gewone voldoende is, ik zal ze u zeggen – goed geéquipeerd te beginnen, met voorraad van een & ander te vertrekken.
Ik die graag het initiatief om te handelen op me neem wegens er een bewijs van opregtheid, een daadzaak bewijzende dat men niet met woorden doch met daden te werk gaat, somwijlen noodig is – ik, ofschoon ik ging tot hier in Drenthe zelf, deins terug niet voor den eersten doch wel voor de volgende stappen te doen zonder zeker te zijn van mijn ruggesteun. De ondervinding dwingt mij tot bepaalde onwankelbare afspraak – indien gij zelf ondervonden hadt wat ik op dien togt in de Borinage heb geleden, zoudt gij in mijn geval van nu precies ’t zelfde er door geleerd hebben als ik – het welk nu ik zóó duidelijk en klaar gevoel – al de omstandigheden en dingen waar ik mee te maken heb herkennende als oude bekenden.–
De togten welke ik op het oog heb zijn onmogelijk en gekkenwerk indien ik ze ondername zonder voorraad.–
Zij zijn hoogst hagchelijk zonder een surplus van contant geld voor onvoorziene omstandigheden.–
Kortom men moet ze niet ondernemen tenzij men door & door gevoele dat overal en altijd men zal staan voor lui die iemand staan aan te gapen maar geen hand uit steken om mede te helpen. Men moet zich voorstellen in herbergen &c. gewantrouwd te worden – als de eerste de beste arme marskramer (want als zoodanig wordt men beschouwd) – men moet het geld van logies dikwijls – gelijk ik hier zelfs doen moest – vooruit geven om bij de gratie gods logies te krijgen.– En zoo dus ALLES IS PROZA, ALLES IS REKENEN wat betreft het plan voor een reis die toch poezij tot doel heeft.–
Zoo scherp als dit heb ik het U nog niet gezegd en als ik het nu zóó zeg zoo is het, IK VERZEKER HET U, niet in ’t minst omdat ik U wantrouw maar omdat ik nog niet sinds het plan der reis U serieus als nu heb gesproken over de bezwaren en hunne rapporten tot hetgeen gij zoudt disponible hebben of er voor vinden kunnen.
Ik moet er nu wel over spreken omdat, ofschoon in voorlaatst schrijven ik U melde dat hier alles mij medegevallen is – ’t welk ook wel degelijk alzoo blijft – ik toch in deze herberg bezwaren ontmoet in zake licht, ruimte, geschiktheid om met model te scharrelen – en daarom – al kan ik desnoods toch wel me schikken en al zal ik dat desnoods – er aan denk om ondanks ’t saizoen de reis voort te zetten dieper ’t land in, niet twijfelende of ik zal overal (waar ik heen zal gaan althans) minstens even goede gelegenheid tot werken vinden als hier en zelfs beter ruimte &c. hoop ik.–
Het is nu een 14 dagen ik hier ben4 en ik spreek uit ervaring als ik U zeg dat in vele, ja alle opzigten mijn gereedschap en uitrusting en voorraad te ontoereikend mij blijkt.–
Hoogeveen zelf is wel op de kaart, waar ’t met een roode stip is gemerkt, doch niet in de werkelijkheid eene stad (er is zelfs geen toren).5 Zoo ik kan niets krijgen van teekengerij zelfs.– Verder nog het land in zal ik nog meer gegêneerd zijn en moet op alles geprepareerd zijn of, ik herhaal het, het ware gekkenwerk. Nu zoude ik hiermede niet haasten indien niet het zoo vergevorderde saisoen tot den grootsten spoed mij drong. Reken dat de tijd verloopt & vóór ik een woord van U heb er al weer misschien 14 dagen verloopen. Vóór den eigentlijken winter (en de winter zal er maar al te snel zijn!! ik weet waarachtig niet hoe ik er kom) wou ik nog zien beter ingekwartierd – nog meer diep in de heide – ergens onder dak te komen. En ook mijn gemoedsstemming – die te somber is en waarvoor ik dringend gevoel behoefte aan grif kunnen doorwerken te hebben, als zijnde de allerbeste remedie & afleiding – maakt dat ik op betere equipement moet aandringen. En dat bleef eigentlijk ook precies eender voor ’t geval dat ik hier op de plaats bleef.
Ik ben in besprek met 2 partijen oude verf die slechts uitwendig wat de tubes betreft is beschadigd, maar bovendien zouden er penseelen, schilderdoek, waterverf en whatman ook noodig wezen.
Indien ik U zeide dit kan uitstel lijden, zoude ik flaauwhartig spreken want het is eenvoudig noodig het direkt gebeure. Kan dit niet, zoo kan het niet – maar dan kan ik ook niet voort. En ik zoude ook nu niet zoo melankoliek zijn geworden indien mijn slecht equipement mij niet te zeer de handen hadde gebonden. Indien in een & ander opzigt ik geruststelling en ’t geen onmisbaar is vinden kan, zoo geloof ik hier wel op streek te zullen komen. Het land is zeer mooi – ik zag heden eene begrafenis6 in een schuit die zeer curieus was – een zestal vrouwen in mantels gewikkeld in het vaartuig dat door de mannen werd getrokken door de vaart in de heide – den dominé – met steek & korte broek – net een figuur van Meissonier – volgde aan den overkant7 – o er is van alles.– Ge moet me niet kwalijk nemen ik zoo schrijf – ik ben wat overhaast gegaan en ik voel nu pas al wat mij mankeert en dat ik wat ondoordacht heb gehandeld – maar hoe kon ik anders. En ik ben zoo ondragelijk melankoliek als het werk me geen afleiding geeft, dat zult gij wel begrijpen, en ik moet werken en vlot werken – MIJ ZELF VERGETEN IN HET WERK, anders overdonderde het me. Nog eens, ik wantrouw U niet in het aller allerminst maar mijn ondervinding verbied mij een togt aan te vangen zonder te weten waarop ik rekenen kan en waarop niet. Spreek dus absoluutopregt want mijn besluit hangt er van af en ik zal mij in elk geval schikken naar omstandigheden. Met een handdruk.
Had ik vooruit geweten het met de vrouw toch op scheiden ware uitgekomen zoo ware ik hoogst waarschijnlijk 1/2 jaar geleden reeds gescheiden – maar ik heb toch, al doet het me zelfs nu nog schade, liever ik te lang dan te kort haar trouw gebleven zij, en voor ik U gesproken had persoonlijk wilde ik niet alleen volgens eigen opinie handelen. Vergeet niet als ge denkt aan verl. jaar, dat de reden der kosten minder waren de uitgaven voor ons persoonlijk dan de fatale prijzen van s’Hage. Had ik alles geweten – ik hadde 200 gulden bezuinigd op woning al had ik DEZE HEELE HERBERG MET TUIN ER BIJ – hier genomen, en ziedaar uit èèn enkel artikel reeds meer dan mijn tekort. Zoo vooral de vrouw is onschuldig aan mijn tekort en ik zelf in zoover te s’Hage het al niet anders kon – doch had ik ’t geweten, ik ware verhuisd naar hier reeds veel vroeger. Dit verzuim – of liever deze onwetendheid – verwijt ik me zelf genoeg.– Toch verl. jaar is niet weg of niet nutteloos – het is een jaar van hard werk geweest en après tout met kalmte zie ik er op terug.– En wat er ook zij van momenteel niet zoo de handen vrij hebben als ik wensch – in geen geval heb ik die vrij – zelfs al komt er hulp – want een groot deel herfst zal alsdan reeds gepasseerd zijn – en vòòr den winter maar voor een deel afgedaan die studies die ik gehoopt had kunnen te krijgen – wat er ook zij van momenteele moeielijkheden, toch het zal hier opklaren met geduld.– Alleen – ik wou nog wel tusschen nu en Kerstmis een togt ondernemen.
Laat ons woekeren met den tijd want tijdverlies kost het allerduurst.– Ik heb te s’Hage meer dan 70 geschilderde studies liggen8 – waren die maar van hier, ik zou er ook meer aan hebben gehad.–
Ik moet U ronduit zeggen dat ik hier nu dezer dagen spijt heb gehad en zelfs nog heb, dat ik mijn schuld heb betaald van het geld terwijl ik wel schuldig was doch niemand van wie ik nu laatst betaald heb mij bepaald maande – wel vroeger
reeds –
en ik het nog had kunnen uitstellen.–
Ik weet het niet of men niet eerst voor zich zelf mag zorgen dat men de handen en zijn werkkracht vrij houdt want, ik herhaal het, ziedaar dat vóór den winter ik mijn noodige studies niet geschilderd zal kunnen krijgen en wie zal mij daar dank je voor zeggen.
Ik zelf zal het me verwijten en beroerd over zijn.– Ik betaalde Leurs nu pas sedert Uw bezoek over de 30 gulden en nu ja, ik zou wel op crediet kunnen krijgen als ’t gewone verf was doch ik ben in besprek met oude verf die ik kan krijgen met 33 1/3 % af, doch à contant. Zoo is het met Furnee (dat is de vader van dien landmeter) ook, ik heb zijn verzekering dat hij mij vertrouwde maar ik zit er mee dat ik hem meestal contant betaalde als antecedent – en zie geen reden dat te veranderen daar ik anders schijn te veranderen van handelwijs en het misschien de vriendschap influenceert, en wat ik van dien wou nemen is ook een deel van die bewuste partij, ongeveer de helft, ook al weer een zaak à contant. Verder met penseelen, met nog een schilderkistje en studie etui, andere zaken nog – als ik à contant neem krijg ik gunstiger condities en heb verder geen zorgen in ’t verschiet, en heb ik geen verdere zorgen dan kan ik aan ’t afdoen van Rappard beginnen.–