1*Zooeven komt Uw brief en 2weet ik dus dat de correspondentie geregeld 3gaat. Ik schreef een paar dagen geleden nog 4een woordje om U een & ander van het land hier 5te vertellen.1 Mooi is het hier alles/ waar men 6ook gaat. De heide is veel uitgestrekter dan de 7Brabantsche/ bij Zundert of Etten althans – ietwat 8'monotoon als het middag is & de zon schijnt vooral/ 9doch juist ook dat effekt/ ’twelk ik vruchteloos 10een paar maal reeds toch heb willen schilderen/ zou 11ik niet willen missen. De zee is ook niet altijd 12pittoresk maar ook die momenten & effekten 13moet men bekijken/ wil men in ’t eigentlijk karakter 14zich niet bedriegen. Dan – op dat heete middaguur 15is de heide verre van liefelijk soms.– is agaçant 16vervelend en vermoeiend als de woestijn/ even 17onherbergzaam en als ’t ware vijandig. 37Het te schilderen in dat volle licht en de wijking der plannen 38tot in ’t oneindige te geven/ is iets waar men duizelig van wordt_2 17*Daarom 18moet men niet meenen het sentimenteel 19moet worden opgevat/ integendeel dat is het 20bijna nooit. Die zelfde agaçant vervelende 21plek – s’avonds als een arm figuurtje 22door de schemering zich beweegt – als die 23uitgestrekte/ door de zon verschroeide aardkorst 24donker uitkomt tegen de fijne lilas toonen 25van den avondhemel/ en het donker blaauwe 26allerlaatste lijntje aan den horizon grond van 27lucht scheidt – kan subliem worden zóó 28als op een J. Dupré. En de figuren/ zij hebben 29datzelfde. de boeren & vrouwen/ niet altijd zijn ze 30interessant maar als men er geduld mee heeft 31ziet men het Millet achtige toch geheel & al.
32Gisteren vond ik een der eigenaardigste kerkhoven 33die ik ooit zag3 – verbeeld U een stuk heide 34'met een heg van digt opeen staande mastboompjes 35er om heen – zóó dat men meenen zou ’t een 36gewoon mastboschje was.–
39Evenwel er is een ingang – een kort laantje 40en dan komt men op een aantal graven 41begroeid met bunta en heide_ Velen gemerkt 42met witte palen waarop de namen staan.
43Ik stuur er U een croquis van naar de 44studie welke ik er van schilderde.4
45Ik ben bezig aan een andere studie van 46een roode zon tusschen de berkjes die 47op een moerassig weiland staan waar de 48witte avonddamp uit opstijgt/ waarboven men 49een blaauwgrijzen horizon lijn 50van geboomte met een paar daken nog ziet_5
51Het is wel jammer dat gij van C.M_ nog 52niets hebt vernomen. Natuurlijk hoeft hij 53niets te doen maar dat telkens dan maar 54geen woord antwoorden vind ik ietwat grof_ 55Doch begrijp één ding wel – meer en 56meer komt het mij voor dat wij leven in een 57tijd waarin de dingen eenigzins 58in de war zijn geraakt6 (dat eenigzins houd ik 59voor enorm groot doch wil U deze opinie niet opdringen)_ 60C.M. betreffende/ als meer anderen/ zoude 61zeer beleefd zijn tegen een vreemde doch on 62ne hait que ses amis7 en juist zich zelf een beetje 63verloren hebbende in het zijn aandacht 64vestigen op eb en vloed 65'van handels- en kunst zaken/ is hij zóó verdiept 66in au fond zeer abstracte dingen dat 67iets wat zeer natuurlijk is/ n.l. 68dat ik met hem gesproken heb en nog met hem 69spreek over mijn zaken/ hem onaangenaam 70aandoet als een openstaande deur die tocht/ want zijn gedachten zijn heel/ 71heel ver weg – altijd – en hij weet er 72niet beter op dan desnoods ietwat 73grof er zich afmaken/ even als men de tochtige 74deur digtsmijt.
75Ge zult zeggen/ dit is veronderstellen 76hij weinig fijngevoelig is_ 77nu/ ik veronderstel dat ook zeer zeker in 78zoover dat ik niet betwijfel evenwel 79of hij kan weldegelijk zeer hupschb zijn 80doch mits zijn gedachten er bij zijn/ 81en in mijn geval zijn ze het niet en te 82meer niet omdat hij betreffende mij zekere 83vaste opinies schijnt te hebben die ik niet 84meen te mogen trachten weg te nemen. 85Als ik hem schrijf is het op een toon 86waarin doorstraalt “ik ben een mauvais 87sujet, niet waar, welnu 88ik zeg niet dat zulks zoo is doch U het meenende 89laat ik U in uw meening en zeg ik slechts datgene wat ik ook nog 90zou mogen zeggen als alles zóó was als 91gij veronderstelt.”–
92Gij zult zeggen dat die toon ietwat 93'heel nuchter is – goed – tegen sommige 94personen is het evenwel consequent dien 95toon aan te nemen_– Lezen zij dan 96de enkele woorden die men eens in ’t jaar 97schrijft nog niet eens/ is hun dat dan nog 98te veel – nu – que soit – ik zal geen 99ander middel te baat nemen echter want 100ik wil van indringen ook niet den 101schijn zelfs hebben.
102En indien C.M. mij niet antwoordde zoo 103kan ik me dat desnoods in zoover begrijpen 104dat ik zeg/ enfin ’t is zoo als ’t is en meer niet_– versta 105me wel – indien C.M. U echter niet antwoord 106dan neem IK C.M. dat/ zegge een 107beleediging tegen U (jegens wien hij anders behoorde te doen)/ 108wel degelijk kwalijk.– En dan daalt 109hij een heel eind in mijn achting – meer niet ook.
110Ik hoop U over niet al te langen tijd studies van hier 111te zenden als ik er eenigen van bij elkaar zal hebben_ 112 En denk er eens over/ misschien kunnen sommigen daarvan 113voor Wisselingh iets worden.
114Mijn geld raakt weer op zijn einde evenwel 115en eigentlijk had ik gehoopt nog wat verf en 116sommig gereedschap te kunnen in voorraad nemen_ 117Maar enfin – wij moeten roeijen met de riemen 118die wij hebben/ al is het deplorable ze niet ietwat 119langer zijn. Ook dat kan door geduldig voortwerken 120teregt komen en is althans niet van C.M_ afhankelijk 121geheel en al. Alleen/ ik ben zeer blijde dat ik hier 122ben want kerel/ het is hier rijk.
123Ja ik zoude het U ook toewenschen. Ik ben 124wel verlangend iets naders omtrent de vrouw 125van U te vernemen. Misschien begrijp ik sommige 126dingen eenigzins doch vooral dit eene/ dat ik 127vertrouw en weet gij regt hebt gedaan met haar_ 128Betreffende regt doen/ onze omstandigheden maken 129ons soms tot iets anders dan wij zijn zouden 130indien wij door niets in onzen wil werden 131gehinderd. Zoo ik voor mij zou liever met 132de vrouw gebleven zijn ofschoon het dubbel moeielijk 133zou geweest zijn/ maar het was voor zoover ik 134kon nagaan onmogelijk in de gegevenen_
135En het is er zoo mede/ dat als ik in mijn verbeelding 136telkens haar als een schim nog zie is het niet 137als een verwijtende/ doch ik ben er slechts 138melankoliek over dat de middelen mij te kort 139kwamen om het zòò te doen met haar als mijn 140verlangen geweest zoude zijn_ De tijden zijn 141wel moeielijk en gij zult er het Uwe van 142hebben.
143Toen ik hierheen kwam had ik van verf bij 144mij een aantal half uitgeknepen tubes en 145daarbij eenige nieuwen om het noodige 146voor een stuk of 6 studies te hebben doch 147zeker niet meer. Ik zal van het volgende 148geld dus dadelijk weer iets of wat laten 149komen/ weer voor een stuk of wat studies.8 150Verder teeken ik/ maar gij weet er alles van 151dat het schilderen hoofdzaak moet zijn zooveel 152mogelijk. Ik weet niet hoe het hier met het geldwisselen 153zal gaan. Desnoods/ indien ik het hier niet kon/ 154zou ik het te Assen of zoo wel gewisseld kunnen 155krijgen doch mogt gij in staat zijn mij b.v. voor 156de eerste twee keeren – tot ik wat beter op de 157hoogte ben hier en ook te Assen eens een kantoor 158gevonden heb waar ik nu nog niet ben geweest – 159voor de twee eerste keeren dus b.v. Hollandsch 160geld te zenden of postwissel/ zoude wel 161goed zijn want anders zou ik soms er mee 162verlegen zitten. Ik hoop dat gij tegen 20 – niet 163'later – kunt zenden want ik heb de menschen 164zoodra ik kwam een week gegeven/ dus is dan 165reeds vervallen en moet ik weer betalen.
166Ge vindt hierachter het 167croquis van ’t Kerkhofje. De kleur 168is aldaar zeer eigenaardig. Het is iets 169schoons de echte heide op de graven 170te zien/ de geur van terpentijn9 heeft 171iets mystieks. de donkere strook masthout die het afsluit 172scheidt een tintelende lucht van den 173ruigen grond/ die in ’t algemeen een 174'rosse kleur heeft – fauve – bruinachtig – 175geelachtig doch overal met lilas toonen_ 176Het was niet makkelijk te schilderen, ik zal 177er verschillende effekten nog van zoeken/ 178met sneeuw b.v. moet het zeer eigenaardig wezen_
179Liebermann had ik reeds iets van gehoord 180doch uw beschrijving van zijn factuur vooral 181geeft mij meer licht omtrent hem.10 182zijn kleur moet oneindig beter dan Henkes 183zijn (ge zegt het heel goed “leikleurig met 184overgangen tot grijsgeel & grijsbruin”)_ 185Ik begrijp het er volkomen uit. Dat/ 186die manier van schilderen/ is een heerlijk 187ding als men er achter is. En dat ik veel verlang 188te schilderen is juist wegens ik in mijn factuur 189'iets vasts en – ofschoon ik menigeen hoorde 190zeggen/ je moet geen systeem hebben – toch 191heel graag iets systematisch wilde hebben. 192wat hij en meer anderen hebben. Uit uw 193beschrijving zie ik dat hij, Liebermann, 194veel van de manier van Herkomer moet 195hebben. vooral wegens consequent doorvoeren 196en dat te analyseeren/ die plekjes licht en 197donker veroorzaakt door zonnestralen 198door ’t gebladerte/ waar menig oog op duizelt. 199Ik zag laatst de groote gravure n. Herkomer/ 200The last muster – gij hebt die zeker 201ook gezien – wat een mannelijkheid!–11 202De Jules Breton/ fille d’un mineur/ 203zou ik erg graag zien12 – er is te 204Courrières nog een steenkolen mijn/ 205toen ik er op een regendag kwam13 gingen 206juist de arbeiders terug door den modder/ 207een karavaan als van schoorsteenvegers/ 208een met een ouden kapotjasc om herinner ik me/ de vrouwen 209'echter (die ik zag ten minste) droegen geen mannen kleeren zoo 210als in de Borinage waar de “loques de fosse” 211voor allen ’t zelfde zijn.
212Nu kerel Uw 213brief zal weer 214welkom wezen_ 215Schrijf in elk 216geval/ indien ge 217dit ten minste 218nog niet reeds 219hebt gedaan/ met 220een enkel woord 221aan C.M_ dat ik 222alleen14 hier in 223Drenthe nu ben/ 224en iets van de 225plannen_ Doch 226antwoord hij daar 227niet op dan 228moet het dunkt 229me overgegeven 230worden.
231Dank voor al 232uw bemoeijingen_ 233Het is dezen 234morgen fijn 235grijs weder/ 236voor ’t eerst 237sedert ik hier 238ben geen zon 239en dat zal 240nog wel zoo 241mooi zijn/ dus ik ga er op uit. De lui waar 242ik in de kost ben zijn heel best. de man is 243aan de spoor voor de goederen/ een kerel 244die iets de Groux achtigs heeft/ een gezigt dat soms 245den toon van roode kool heeft/ een echte sjouwer_ 246De vrouw heel werkzaam en netjes. 3 kinderen.15 247Ik krijg waarschijnlijk een achterzolder voor 248werkplaats. adieu broer/ het beste/