Back to site

386 To Theo van Gogh. Hoogeveen, on or about Friday, 14 September 1883.

metadata
No. 386 (Brieven 1990 389, Complete Letters 324)
From: Vincent van Gogh
To: Theo van Gogh
Date: Hoogeveen, on or about Friday, 14 September 1883

Source status
Original manuscript

Location
Amsterdam, Van Gogh Museum, inv. no. b347 V/1962

Date
Van Gogh, who had arrived in Drenthe on 11 September, writes: ‘Now that I’ve been here for a few days’ (ll. 1*-2). In letter 387 he remarks ‘I dropped you a line a couple of daysago’ (our italics) and asks Theo to send some money ‘by the 20th [September] -- no later’. Since letter 387 must therefore have been written on 16 September 1883, we have dated the present letter on or about Friday, 14 September 1883.

Ongoing topic
Van Gogh looks back at the time he was with Sien (385)

original text
 1r:1
Waarde Theo,
Nu ik eenige dagen hier reeds ben geweest en veel rondgeloopen in verschillende rigtingen, kan ik U meer mededeelen omtrent de streek waar ik ben aangeland.
Ik voeg hierbij een krabbeltje naar mijne eerste geschilderde studie uit deze buurt, eene hut op de heide. Een hut geheel uit plaggen en stokken slechts gemaakt.1 Van die soort heb ik er een stuk of 6 ook van binnen gezien en zullen meer studies van komen.
Hoe ’t exterieur daarvan in de schemering of even na zonsondergang zich voordoet kan ik niet juister zeggen dan U zeker schij van Jules Dupré in herinnering te brengen, dat meen ik van Mesdag hoort, met twee hutten er op waarvan de mosdaken verbazend diep van toon afkomen tegen een dampigen, stoffigen avondhemel.2
Dat is hier.
Nu, binnen in die hutten, donker als een spelonk, is het zeer mooi. Teekeningen van zekere Engelsche artisten die in Ierland op de heide hebben gewerkt, geven mij het meest realistisch weer wat ik opmerk.3 Alb. Neuhuys geeft hetzelfde met ietwat meer poezij dan aanvankelijk in ’t oog valt, doch evenwel maakt niets dat niet au fond ook waar is.
Ik zag superbe figuuren buiten – treffend door een expressie van soberheid.– Een vrouwenborst bijvoorbeeld heeft die beweging van zwoegen die lijnregt het tegenovergestelde van volupté is en soms, als het schepsel oud is of ziekelijk, deernis opwekt en anders respect. En de melankolie welke in ’t algemeen de dingen hebben is van gezonde soort, als in de teekeningen van Millet.
 1v:2
Gelukkig dragen de mannen hier korte broeken, wat den vorm van ’t been doet uitkomen, de bewegingen meer expressief maakt.
Om U een der vele dingen welke op mijn ontdekkingstogten mij iets nieuws te zien en te voelen gaven, te noemen, zal ik U vertellen hoe men hier b.v. schuiten ziet door mannen, vrouwen, kinderen, witte of zwarte paarden getrokken, met turf geladen, midden in de hei, net als de Hollandsche, b.v. op den Rijswijkschen trekweg.4
De heide is rijk. ik zag schaapskooien en herders die mooier waren dan de Brabantsche.
De ovens zijn min of meer als op Th. Rousseau’s Four communal,5 staan in de tuinen onder oude appelboomen of tusschen de selderij en kool.
Bijenkorven ook op veel plaatsen.
Men kan ’t veel figuren aanzien dat zij het een of ander mankeeren – gezond is het niet precies hier, geloof ik – misschien wegens vuil drinkwater.– ik heb eenige meisjes van denk ik 17 jaar of jonger nog gezien die iets heel moois en jeugdigs hadden, ook in gelaatstrekken, maar meestal is het vroeg reeds fané. Doch dit neemt de groote, nobele tournure van ’t figuur niet weg, welke sommigen hebben die digt bij gezien zeer verwelkt blijken.
 1v:3
Er zijn in ’t dorp 4 of 5 vaarten, naar Meppel, naar Dedemsvaart, naar Coevorden, naar Hollandsch veld.6
Gaat men die af, ziet men hier en daar een curieusen ouden molen, boerderij, scheepstimmerwerf of sluis. en altijd bedrijvigheid van turfschuiten.
Om U een staaltje te geven van het echte van deze streek, Terwijl ik die hut zat te schilderen kwamen er twee schapen en een geit die op het dak van dit woonhuis begonnen te grazen. De geit klom op den nok en keek den schoorsteen in.
De vrouw die iets op het dak hoorde, schoot naar buiten en slingerde haar bezem naar de geit voornoemd, welke als een gems naar beneden sprong.
De beide gehuchten op de heide waar ik ben geweest en dit incident plaats had, heeten Stuufzand en Zwartschaap.7 Ik ben ook nog in verscheiden andere plaatsen geweest en nu geef ik U in bedenking wat een oorspronkelijkheid hier nog is, daar après tout Hoogeveen nog eene stad is en daar vlak bij heeft men toch reeds schaapherders, van die ovens, van die plaggenhutten &c.
Ik denk wel eens met veel melankolie aan de vrouw en de kinderen, waren zij maar bezorgda – o het is de vrouw haar eigen schuld,  1r:4 zou men ook al kunnen zeggen, en het zoude waar zijn, doch haar ongeluk vrees ik grooter zal zijn dan haar schuld. Dat haar karakter een bedorven karakter is wist ik van ’t begin af maar ik had hoop op teregt komen en nu, juist terwijl ik haar niet meer zie en nadenk over een en ander dat ik in haar zag, komt het me meer en meer voor zij al te ver weg was om teregt te komen.
En dat maakt juist grooter mijn gevoel van deernis en dat wordt een melankoliek gevoel omdat het niet in mijn magt is het te verhelpen. Theo als ik op de hei zoo’n arm wijf zie met een kind op den arm of aan de borst dan worden mijn oogen vochtig. Ik zie er haar in; ook haar zwakheid, slordigheid dragen er toe bij om de gelijkenis te vermeerderen. Ik weet dat zij niet goed is, dat ik er het volle regt toe heb om te doen zoo als ik doe, dat bij haar blijven ginder niet kon, dat meenemen eigentlijk ook niet kon, dat wat ik deed zelfs verstandig, wijs was, al wat ge wilt, maar dat neemt niet weg dat het door mij heen gaat als ik zoo’n arm figuurtje zie, koortsig en miserable, en dat dan mijn hart week wordt. Wat is er veel triestigheid in het leven. enfin men mag niet melankoliek worden en moet het in iets anders zoeken en het werken is regt, alleen er zijn momenten dat men zijn rust slechts vindt in ’t bewustzijn: het ongeluk zal mij ook niet sparen. adieu, schrijf spoedig en geloof me

t. à t.
Vincent

translation
 1r:1
My dear Theo,
Now that I’ve been here for a few days and have walked around a good deal in different directions, I can tell you more about the region I’ve fetched up in.
I enclose a scratch after my first painted study from this part of the world, a hut on the heath. A hut made of nothing but sods of turf and sticks. I’ve also seen inside about 6 of this type, and more studies of them will follow.1
I can’t more accurately describe the way the exterior looks in the twilight or just after sunset than by reminding you of a particular painting by Jules Dupré which I think belongs to Mesdag, with two huts in it on which the mossy roofs stand out surprisingly deep in tone against a hazy, dusty evening sky.2
That is here.
Well, it’s very beautiful inside these huts, dark as a cave. Drawings by certain English artists who have worked on the moors in Ireland most realistically convey what I observe.3 A. Neuhuys does the same with somewhat more poetry than strikes one at first, but he makes nothing that isn’t also fundamentally true.
I saw superb figures out in the country — striking in their expression of soberness. A woman’s breast, for example, has that heaving motion that is the exact opposite of voluptuousness, and sometimes, if the creature is old or sickly, arouses compassion or else respect. And the melancholy which things in general have is of a healthy kind, as in Millet’s drawings.  1v:2
Happily, the men here wear breeches; it shows off the shape of the leg, makes the movements more expressive.
To mention one of the many things that gave me something new to see and to feel during my explorations, I’ll tell you how here one sees, for example, barges pulled by men, women, children, white or black horses, loaded with peat, in the middle of the heath, just like the ones in Holland, on the Trekweg at Rijswijk, for instance.4
The heathland is rich. I saw sheepfolds and shepherds that were more attractive than those in Brabant.
The ovens are more or less like the ones in T. Rousseau’s Communal oven;5 stand in the gardens under old apple trees or among the celery and cabbages.
Beehives, too, in many places.
One can see that many of the people have something wrong with them — it isn’t exactly healthy here, I think — perhaps because of unclean drinking water. I’ve seen some girls of, I would say, 17 or younger who still had something very beautiful and youthful, in their features too, but generally it fades very early. Yet this doesn’t detract from the fine, noble bearing of the figure that some of them have, who prove to be very withered when seen close to.  1v:3
There are 4 or 5 canals in the village, to Meppel, to Dedemsvaart, to Coevorden, to Hollandscheveld.6
If you follow them, you see here and there a curious old mill, farmhouse, shipyard or lock. And always the peat barges coming and going.
To give you an example of the authentic character of this region: while I was sitting painting that hut, two sheep and a goat came up and started grazing on the roof of the house. The goat climbed onto the ridge and looked down the chimney.
The woman, who heard something on the roof, shot outside and threw her broom at the said goat, which leapt down like a chamois.
The two hamlets on the heath where I’ve been and where this incident took place are called Stuifzand and Zwartschaap.7 I’ve also been in various other places, and now you can imagine how unchanged it still is here, since Hoogeveen is a town after all, and yet nearby there are shepherds, those ovens, those turf huts &c.
I sometimes think with great melancholy about the woman and the children, if only they were looked after — oh, it’s the woman’s own fault,  1r:4 one could say, and it would be true, but I fear that her misfortune will be greater than her guilt. I knew from the outset that her character is a ruined character, but I had hopes of her finding her feet and now, precisely when I don’t see her any more and think about the things I saw in her, I increasingly come to realize that she was already too far gone to find her feet.
And that just makes my feelings of pity even greater, and it’s a melancholy feeling because it isn’t in my power to do anything about it. Theo, when I see some poor woman on the heath with a child in her arms or at her breast my eyes become moist. I see her in them; her weakness and slovenliness, too, only serve to intensify the likeness. I know that she isn’t good, that I have every right to do what I’m doing, that to stay with her there wasn’t possible, that bringing her with me really wasn’t possible either, that what I did was even sensible, wise, what you will, but that doesn’t alter the fact that it goes right through me when I see some poor little creature, feverish and miserable, and that then my heart melts. How much sadness there is in life. Well, one may not become melancholy, one must look elsewhere, and to work is the right thing, only there are moments when one only finds peace in the realization: misfortune won’t spare me either. Adieu, write soon, and believe me

Ever yours,
Vincent
notes
1. This scratch after a study of a so-called ‘turf hut’ and the study itself are not known.
2. Jules Dupré, Evening (The Hague, Mesdag Museum). Ill. 83 . Van Gogh had seen this painting in the summer of 1882 under de title Avondstond at the exhibition in the Haagse Academie (see letter 246).
3. Van Gogh may have been thinking here of the ‘Irish sketches’ by William Small and Richard Caton Woodville (II); cf. letter 304, n. 42; and 275, n. 50. In the estate there is also the anonymous print Irish sketches; Bog village, County Roscommon, which depicts a few huts, taken from The Illustrated London News 76 (15 May 1880), p. 476 (t*543).
4. See for this towpath to the south of The Hague: letter 11, n. 15.
5. See for Rousseau’s Oven in Les Landes : letter 139, n. 9.
6. Meppel lies to the west, Dedemsvaart to the south, Coevorden to the south-east and Hollandscheveld just to the south of Hoogeveen.
7. The hamlets of Stuifzand and Zwartschaap lie directly north-east of Hoogeveen. Van Gogh probably used the spelling ‘Stuufzand’ because of the way the local people pronounced the name.
a. Means: ‘werd er maar voor hen zorg gedragen’ (if only they were looked after).