2Met pakken &c. ben ik zoover dat direkt als ik 3reisgeld heb ik vertrekken zal. Het is ’t best dat in de 4gegevenen ik kortaf te werk ga_ Want de tijd van 5verhuizen &c. kan men niets goeds uitvoeren wat het werk betreft 6en zal ik niet weer op streek zijn tot ik ergens buiten zit. 7Zoo dus als gij tegen den 10den iets zendt hoop ik weg 8te kunnen/ al is ’t dat ik niet in eens door kan zoo 9ga ik in een dorp digt bij desnoods een dag of wat 10logeeren.
11Ik hoop dat het maar zal uitkomen volgens ’t geen 12gij mogelijk acht, trouwens ik zelf ook min of meer, dat 13het de vrouw tot een zwenking ten goede brengt. 14Doch ik vrees dat zal niet wezen en zij zal 15den ouden weg opgaan.
16Als ik naar mijn intieme kennis van haar oordeel/ 17is zij te zwak vooral in geest en wilskracht om op een 18regten weg door te gaan.
19Toen ik tijdens Uw bezoek er over sprak was 20ik besloten te beslissen/ maar er waren twee 21wegen m.i. en de beslissing hoe hing meer van haar dan van mij af_ 22Had zij vast gewild met mij doorzetten/ zoo dat ’t iets 23anders dan een woord doch een daarlaten van die 24verkeerdheden welke den toestand onhoudbaar maakten 25geweest was/ ik geloof/ hoe moeielijk en arm 26wij het zouden kunnen hebben gekregen/ ’t ware een 27beter lot voor haar geweest dan zoo als zij ’t nu 28te wachten heeft. Doch ik zag in haar iets als 29een sphinx die noch ja noch neen kan zeggen. 30En als ge mij vragen zoudt of ik weet wat zij doen gaat 31zoo weet ik dit alleen/ “zeker niet zóó regt als ze 32’t zou hebben kunnen doen”_–
33Deze laatste dagen zag ik weer duidelijk dat het naloopen 34van de advertenties maar voor den schijn werd gedaan 35en zij mijn vertrek waarschijnlijk afwachten om iets 36te beginnen waarover zij niet tot mij spreken_
37Reden te meer voor mij om direkt te vertrekken want
1v:2 38anders zoude er van komen dat ze opzettelijk 39de dingen hangende hielden. En hier heeft 40de moeder weer een handje in.
41Dit plan dat weer een verdraaiing is van wat zij een 42paar dagen geleden begonnen/ zal zoo goed als zeker 43tot niets dan beroerdheid leiden.
44Maar ik zou gek moeten zijn om te helpen 45als zij niet open zijn tegenover me/ niet waar. 46Ik ben dus van plan kortaf weg te gaan en 47een veertien dagen te laten voorbij gaan. 48Dan zal ik hen schrijven en zien hoe het 49gesteld is.
50Ik begin ook te gelooven dat ik weg moet om 51hun tot ernst te brengen. Maar zulk een proef 52is gevaarlijk want ook in dien korten tijd reeds 53kunnen zij veel bederven.
54Waarom/ waarom is de vrouw zoo onverstandig_ 55'Wat Musset heeft genoemd “Un enfant du siècle” – 56is zij geheel en al1 – en ik denk wel 57eens aan de ruine van Musset zelf als ik 58kom op haar toekomst.2
59In Musset was iets hoogs/ welnu in haar 60is er ook een je ne sais quoi/ ofschoon zij 61zeker geen artist is. Was ze dat maar/ een beetje_ 62Zij heeft haar kinderen/ en worden die meer dan ze 63’t nu zijn zelfs nog haar idee fixe/ zoo is er iets 64solide in haar maar ook dat is nog niet wat ’t zijn 65moet/ ofschoon haar moederliefde toch/ ofschoon onvolkomen/ 66’t beste in haar karakter m.i. is.
67Het is voor mij een moeielijk iets dat ik veronderstel 68dat/ als ik eenmaal weg ben/ zij van een paar 69dingen spijt zal hebben en beter zal willen en 70mij noodig hebben. Ik wil in dat geval ook 71helpen/ doch zal ik er dat in krijgen dat 72gij me verteldet van de vrouw welke gij hebt ontmoet/ 73'tu m’as trouvé bien en bas/ilfaut que je remonte_ 74In plaats van il faut que je remonte zal
1v:3 75zij zeggen l’abîme m’attire_
76Ik heb eens gehoord dat er eene relatie 77geweest is tusschen Musset en George Sand. 78George was bedaard/ positief/ zeer ijverig_ 79Musset was lâché/3 onverschillig en verwaarloosde zelfs 80zijn werk.
81Het kwam tusschen die twee karakters tot een crisis 82en scheiding. Daarna een wanhopige 83poging van Musset en berouw maar niet 84dan nadat hij nog dieper in den modder gezakt 85was/ en in tusschen had George Sand haar 86zaken in orde gebragt/ zat geheel verdiept in 87een nieuw werk4 en zeide “het is te laat/ 88nukan het niet meer”_
89Alleen dit zijn zoo zeer kwesties van zielstrijd/ 90en harten krimpen er meer bij zamen van pijn dan 91het wel schijnt.
92Theo als ik wegga zal ik niet gerust omtrent 93haar weggaan/ integendeel ongerust omdat 94ik zoo vrees zij slechts wakker zal worden als het 95te laat is/ slechts een vurige begeerte naar iets 96eenvoudigers en reiners zal krijgen als ’t moment 97om het te bereiken voorbij zal zijn gegaan.
98Als ik dat sphinxachtige in haar zie dan ken ik dat 99van ouds en in haar en in anderen/ en het is 100een zeer kwaad teeken. Dan/ het melankolieke 101kijken in den afgrond is ook fataal en 102'het middel om dat te doen wijken: hard werken. 103En nu – Theo – ze legt de handen alweer te 104veel in den schoot – nu/ melankolie/ als ze 105te overwinnen is/ moet overwonnen worden door sjouwen 106en wie dat zelf niet voelt/ welnu die is er dan voor 107goed bij en gaat regelregt naar den 108kelder_ ’t Haar zeggen heb ik gedaan/ bij tijden 109'het er een beetje in gekregen ook_
111Het zal mijn hand niet zijn die er haar indondert 112doch eeuwig er bij blijven staan en haar terughouden 113kan ik ook niet_ Zoo veel gezond 114verstand moet iemand hebben dat als hij gewaarschuwd/ 115geholpen wordt/ hij meewerkt.
116Ik weet het/ er zijn gevallen waar de melankolieke 117schijnt niet te willen/ later stilletjes toch doet wat hij 118doen moet en geneest_ Als zij nu maar zóó is dan 119is het best en komt ze nog teregt.
120De melankolieke heeft aan niets meer – in de periode 121van herstelling – dan aan een vriend_– Dat is veel 122alsdan/ al is die vriend arm_ Welnu dat zal zij in 123mij blijven vinden – en al is ’t nu zoo dat zij zeer hatelijk 124was en is bij tijden – natuurlijk toch_
125Een steun zal ze noodig hebben en dien steun zal ik blijven 126al ben ik weg/ mits ik energie en goeden wil zie iets of wat_ 127De menschen die haar van mij zochten afkeerig te maken (in haar 128familie) deden iets wat zoo erg zou zijn als een moord aan haar en haar kinderen 129indien ze het niet in hun verhardheid en domheid deden. 130Want zonder dat was ze veel verder geweest.
131Tegen den tienden doe Uw best mij 132zooveel te sturen ik desnoods weg kan/ wegens 133dit wijs zoude zijn.
134Evenwel breng niet U zelf in ongelegenheid 135want ik zal doen naar omstandigheden en 136U direkt schrijven hoe ik gedaan heb_
137Is het te weinig voor Drenthe/ ga ik een dag of 138wat naar Loosduinen en wacht daar af_ 139Loosduinen heb ik nog prachtige dingen gevonden/ 140oude boerderijen/ en de effekten zijn superbe 141s’avonds daar. Ik zou dan mijn goed waarschijnlijk 142vooruitzenden of in depôt laten_
143Doch tevens is het juist een moment dat ik 144geschikt de huur kan afbreken en als Uw 145brief komt vertrek ik van hier.
146Het is dan een wenk voor de vrouw dat zij doorzetten 147moet/ ik zal nog advertenties er bij plaatsen doch 148deze twee laatste dagen was het weer slabakken 149en ik vrees zij in den grond het plan veranderd hebben_
150adieu Theo, ik wou de dingen al geregeld waren 151want zulke dagen als deze zijn moeielijk en 152heeft men weinig aan. Heb het goed en voorspoed/ 153geloof me
156'Ik hoop gij niet ongesteld zijt geworden/ ik heb een tijd geleden ook diarrhee gehad 157maar is toch weer opgehouden. Misschien zijn eijeren nog het beste om de 158maag dan wat aan te sterken/ als ten minste zwakheid de oorzaak is.