2Ik wenschte ge kondt inzien ik in verschillende dingen 3consequent moet zijn.
4Ge weet wat een “erreur de point de vue” in ’t schilderen is/ 5n.l. heel iets anders en veel ergers dan eene misteekening 6van dit of dat detail_
7Een enkel punt beslist de meerdere of mindere 8helling/ het meer regts of links zich developpeeren 9van de zijvlakken der voorwerpen door de heele 10compositie heen.
12Als ik zeg/ ’k ben een arm schilder en sta voor 13jaren van strijd nog – in mijn dagelijksch leven 14moet ik ’t inrigten à peu près zòò als een boeren- 15arbeider of een fabrieksarbeider het doet/ 16dan is dat een vast punt waar veel dingen uit 17volgen/ die men dus uit zijn verband rukt als 18men ze anders dan in ’t algemeen beschouwd. 19Er zijn schilders in andere omstandigheden die 20anders kunnen en moeten doen_ 21Ieder moet beslissen voor 22zich zelf.
23Als ik andere kansen/ andere gegevens 24had en er geen dingen gebeurd waren van 25beslissenden aard/ natuurlijk ik zoude er 26door geinfluenceerd zijn geworden 27in mijn doen en laten.1
28Nu echter – en à plus forte raison – wegens 29ik/ als er maar eenigzins kwestie zou kunnen 30zijn van het te beschouwen als mij iets aanmatigen 31'waarop ik geen regt had/ zelfs al had ik après tout het regt/ maar wegens het opperen der kwestie alleen/ ik van zelf me retireer van omgang 31amet menschen die een zekeren stand ophouden/ zelfs van mijn familie2 – 32zoo staan wij voor deze daadzaak/ mijn vast voornemen 33om dood te zijn voor alles behalve mijn werk.3
37Moeielijk is ’t me echter over die anders 38eenvoudige gewone zaken te spreken 39wegens ze in verband staan ongelukkigerwijs 40tot veel dieper dingen.
41Niets is meer “angoisse” dan 42een zielstrijd tusschen pligt en liefde/ beiden 43hoog opgevoerd.
44Als ik U zeg/ ik kies mijn pligt/ weet 45gij er alles van_
46Een enkel woord dat we er over spraken op den 47weg deed mij voelen daaromtrent in mij 48niets is veranderd/ dat het is en blijft een wond 49waar ik over heen leef doch die in de diepte zit, 50en niet heelen kan/ over jaren zal zijn wat ’t was den eersten dag.
51Ik hoop dat gij begrijpt wat ik bij mij 52zelf voor strijd had nu pas_– Deze: Quoi qu’il en soit 53(naar dat quoi? niet vragende want ik heb het 54regt niet het te onderzoeken) – wil ik op mijn qui vive 55zijn eerlijk man te blijven en dubbel 56attent op pligt.
57Haar heb ik nooit verdacht noch verdenk ik 58noch zal ik verdenken dat finantieele redenen 59haar motieven waren/ anders dan eerlijk en 60billijk is. Zij ging zoo ver het raisonable 61was/ anderen overdreven. Verder echter 62begrijpt gij ik niets presumeer omtrent liefde voor mij en 63wat wij zeiden op den weg blijft tusschen ons. Sedert 64zijn er dingen gebeurd die niet zouden geweest zijn 65als op een zeker moment ik niet gestaan had voor een 66gedecideerd neen/ primo/ en ten tweede voor een belofte dat ik 67niet in haar weg zoude komen.
68In haar respecteerde ik een sentiment van 69pligt – haar heb ik nooit verdacht/ zal ik nooit 70verdenken van iets laags. Voor mij zelf weet 71ik dit eene/ dat primo ’t er op aankomt 72niet af te wijken van wat pligt is en men met pligt 73niet transigeeren mag.
74Pligt is iets absoluuts. De gevolgen? 75wij zijn er niet voor verantwoordelijk_ 76voor het initiatief van pligt doen of niet 77doen/ ja. Ziehier het lijnregt 78tegenovergestelde aan den stelregel/ het doel 79heiligt de middelen.–
80En mijn eigen toekomst is een beker 81die niet voorbij kan gaan tenzij ik hem 82uit drink_4
84Gegroet – goede reis – schrijf spoedig – maar 85ge begrijpt hoe ik de toekomst opnemen zal/ 86met sereniteit en zonder dat een trek 87in mijn gezigt spreekt van dien strijd in de 88allerdiepste diepte_–
90Gij begrijpt echter ik alles moet ontwijken 91wat me in verzoeking zou brengen te aarzelen 92en ik dus alles en allen vermijden 93moet wat me haar in herinnering zou brengen 94kunnen. Die gedachte heeft me trouwens 95ook dit jaar wel eens meer beslissend gemaakt 96dan ik anders zou zijn geweest en gij ziet dat ik 97zulks wel zóó kan doen dat niemand er ’t regte van begrijpt.