1r:1
Waarde Theo,
Zooeven ontving ik een brief van thuis (bedank er Pa svp. voor, ik had den brief nog niet toen ik schreef)1 en ik verneem Uw plan is uit Breda te gaan 2.15 Vrijdag. Mogt er nog verandering komen in uw reisplan zoo meld het me, dan kom ik U afhalen aan den trein. Want als ge gehaast zijt zoo moeten we zorgen we geen tijd, die we zamen zijn kunnen, laten ontsnappen. ’k heb onder handen een geschilderde schets voor aardappelrooijers,2 ik hoop het iets wordt. Ik verlang erg naar U, heb prettige dagen, met een handdruk.

t. à t.
Vincent

Let eens op het veld in Brabant, wat ze er uitvoeren.– En zie ge eens een weversinterieur in ’t dorp bekijkt, of dat geen mooie gevallen zijn.

 1v:2
top